9 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. bij de vaststelling van het kohier als bij de behandeling der reclames op zeer vele moeilijkheden zou stuiten. Rapporteurs de bezwaren aan indeeling in kleinere klassen verbondenten volle deelendewenschen zich bij het mededeelen van het bovenstaande te bepalen. Nog werd opgemerktdat in de Memorie van Toe lichting ..al is nu het bestaande, cijfer van vrijstelling 450) behouden' minder juist is. Artikel 2 van de bestaande verordening zegt n.l., dat diegenen belastingplichtig zijn wier jaarlijksch inkomen gerekend wordt 450 of meer te bedragen. De opmerking komt ons gegrond voor. Wij vermeenen evenwel ons tot deze mededeeling te moeten bepalen. Artikel 5. In de ie en 2e sectie werd de wensehelijk- heid uitgesproken, dat duidelijk blijke, dat de cijfers van aanslag in dit artikel genoemd berusten op de bereke ning in de bij het ontwerp gevoegde tabel verkregen en wenschte men dat de tabel een deel zal uitmaken van de verordening door in dit artikel daarna te verwijzen. Rapporteurs deelen deze zienswijze en zuilen in dien geest eene wijziging op dit artikel voorstellen. Artikel 8. In de 2e sectie werd de wenschelijkheid uitgesproken de 2e zinsnede van dit artikel te doen ver vallen op grond dat deze bepaling in de toepassing velerlei moeilijkheid zou kunnen doen ontstaan. Bij rapporteurs werd dit gevoelen wel eenigszins gedeeld en werd verwezen naar het verslag van Rapporteurs in 1899 uitgebracht betreffende het toen ingediende ontwerp, in welk verslag weglating van genoemde zinsnede werd aangeraden. Burgemeester en wethouders waren evenwelblijkens hunne memorie van antwoord van een ander gevoelen en vermeenden, dat er alleszins aanleiding bestaat deze be paling te behouden. Rapporteurs zullen op grond daarvan dan ook geen voorstel doen tot royeering der bedoelde 2e zinsnede, te meer, omdat hun gebleken isdat die zinsnede in haar geheel is overgenomen uit de wet op de bedrijfsbelasting, (art. Sb). Het komt hun echter voor, dat overeenkomstig genoemd artikel van de bedrijfsbelasting, duidelijkheids halve, het woordje „en" tusschen de woorden Winsten en Verliezen dient veranderd te worden in „o/." Artikel 9 gaf in alle sectiën stof tot bespreking. In de 2e sectie werd o.a. de wenschelijkheid uitgespro ken en door de sectie gedeelddat de 4e zinsnede anders dient te luiden dan nu wordt voorgesteld men wenschte die aldus te lezen dat gedeelte van de perso- neele belasting en opcenten dat wordt geheven van )>er- ceelen of perceelsgedeellen uitsluitend dienende enz. Men vond dit meer in overeenstemming met den overigen inhoud van dit artikel, dat uitsluitend aangeeft, wat van het berekend inkomen kan worden afgetrokken. Rappor teurs kunnen zich met deze redactie-wijziging wel ver eenigen. In de le sectie werd de vraag gedaan waarom een maximum van j 100 voor aftrek van premiën voor levensverzekeringpensioen of lijfrente was gesteld en waarom daarvoor geen ƒ200 of ƒ300 was genomen, ter wijl zoowel in deze als in de 3e sectie de opmerking werd gemaakt, dat een aftrek van ten hoogste van het totaal zuiver inkomen ten behoeve van periodieke uitkeeringen enz. te hoog werd geacht. Men wenschte daarvoor liever te behouden V5, zooals in het vroeger ingediend ontwerp was voorgesteld. Rapporteurs in hoofdzaak het gevoelen deelende van hen die in de sectiën deze beweringen weerlegden wenschen alléén in herinnering te brengen, dat het cijfer van aftrek van premiën en levensverzekering is overge nomen uit de wet op de bedrijfsbelasting en klaarblijke lijk in het belang van de lagere klassen zoo laag is ge steld terwijl zij wat betreft de quaestie van aftrek bedoeld bij de laatste zinsnede van dit artikel, instemmen met het daaromtrent in de Memorie van Toelichting medegedeelde. In de 3e sectie werd nog de wenschelijkheid uitgs- sproken en door de sectie gedeeldom in de laatste zinsnede van dit artikel alsnog op te nemen uitkeeringen ten behoeve van buitenshuis verpleegd wordende echtge- nooten. Rapporteurs moeten hieromtrent mededeelen, dat zij na ernstige beraadslaging tot de conclusie zijn gekomen, U de opneming van eene dergelijke bepaling te moeten ontraden. Waar dit artikel in vergelijking met de bepalingen van de bestaande verordening zulk eene groote uitbreiding geeft aan die uitgaven die van het berekend inkomen kunnen worden afgetrokken zijn rapporteurs van oordeel dat niet verder moet worden gegaan dan het in dit ont werp voorgestelde. Zij wijzen alléén op den inhoud van de laatste zinsnedetengevolge waarvan in 't vervolg ook uitkeeringen aan aangehuwden in de rechte lijn kunnen worden afgetrokkenen zijn van oordeeldat nog wel andere gevallen met hetgeen men alsnog wenscht op te nemen in dit artikelgelijk gesteld kunnen worden en vragen waar blijft dan de grens Rapporteurs veroorlooven zich derhalve geen voorstel te doen tot opneming van de hierboven omschreven bijvoe ging. Zij nemen evenwel de vrijheid de vraag te stollen, of in de laatste zinsnede eene beperking niet noodig wordt geacht door te vermelden den graad van bloedverwant schap. Gaarne zullen zij hieromtrent de opinie van bur gemeester en wethouders vernemen. Artikel 10. In de le sectie werd het onbillijk genoemd, dat erfgenamen binnen de gemeente hoofdverblijf houdende of er verblijvendeniet voor hun aandeel in de nalaten schap van een aangeslagene op een suppletoir kohier kunnen worden gebracht en dus de desbetreffende bepaling van de bestaande verordening niet kon worden overge nomen. Erfenissen gedurende den loop van het jaar ver kregen zullen dus onbelast blijven en geen equivalent meer kunnen vormen tegenover het verlies, dat de gemeente lijdt bij afschrijving ten gevolge van overlijden in den loop van het dienstjaar. Blijkens de Memorie van Toelichting op de in 1898 ingediende Verordening zon een dergelijke bepaling de goedkeuring der Regeering niet kunnen verwerven en had het Gemeente-Bestuur van Wonseradeel een soortgelijke bepaling in hare verordening moeten schrappen. Rapporteurs kunnen hieromtrent mededeelen dat blijkens het verslag van Gedeputeerde Staten dezer provincie over 1897 pag. 37 e.v., de Minister van Binnenlandsche Zaken, ondanks het gunstig advies van Gedeputeerde Staten zich daartegen verklaarde op grond dat iemand die bereids aangeslagen voor hetzelfde dienstjaarom welke reden dan ook niet op een suppletoir kohier kan worden ge bracht daar verlaging van don aanslag bij vermindering van inkomen in den loop des jaarsook niet kan worden toegepast. Rapporteurs vermeenen zich bij deze mededeeling te moeten bepalen. Artikel 13. In de 2e sectie werd voorgesteld en door de sectie aangenomen een voorstel het woord „gegevens" voorkomende in de 2e zinsnede te vervangen door het woord ..opgaven" aangezien dit woord duidelijker weer geeft wat men daarmede bedoelt dan het woord ..gegevens Rapporteurs hoewel zich niet bepaald partij stellende zullen gaarne aan den wensch der 2e sectie gevolg geven. Tegen bedoelde tweede zinsnede werden door een ander lid in dezelfde sectie eenige bezwaren gemaakt. Hij vreesde, dat de taak van de reclame-commissie aanmerkelijk zal worden uitgebreid en de werkzaamheden bezwarender zouden worden. Mede werd in diezelfde sectie de wenschelijkheid uit gesproken dat op de keerzijde van het aanslagbiljet worde vermeld, dat bedoelde formulieren ter secretarie verkrijg baar zullen zijn. Rapporteurs het nut inziende van de voorgestelde be paling in deze 2e alinea, wenschen die te behouden, maar vermeenen toch, dat aan de Commissie voor de behandeling der reclames eenige meerdere vrijheid dient te worden verleend in het toezenden der bedoelde formulieren Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. 3 waarom zij zullen voorstellen in plaats van de woorden dan zendt de commissie aan den reclamant enz." te lezen „dan heeft de commissie de bevoegdheid aan den recla mant enz." 0NTWERP-VER0RDENING op de invordering. Artikel 2. Ingevolge den wensch in de 2e sectie uit gesproken en waarmede Rapporteurs zich gaarne ver eenigen zal door hun het verzoek worden gedaan op de keerzijde van het aanslagbillet te vermelden dat for mulieren voor bezwaarschriften ter secretarie zijn te ver krijgen. Nog werd in de 2e sectie het voorstel gedaan de 3e zinsnede aldus te lezen Het aanslagbillet wordt uitgereikt door den gemeente ontvanger in een gesloten couvert aan die belastingschul digen die daartoe hun verlangen hebben te kennen ge geven. Men vond deze redactie beter dan diewelke in het ontwerp wordt voorgesteld. Rapporteurs maken geen bezwaar deze redactie-wijziging voor te stellen. Artikel 3. Door een der leden van de le sectie werd de vraag gedaan of het geen aanbeveling zou verdienen om evenals te Maastrichteen percentsgewijze berekende korting toe te staan bij dadelijke betaling van het ge- heele bedrag. Dit denkbeeld vond evenwel weinig onder steuning en ook rapporteurs kunnen zich daarmede niet vereenigen hoofdzakelijk om de aangevoerde reden dat, waar gewoonlijk ruim kasgeld aanwezig iszooals in onze gemeente vooral in het laatste jaar het geval was de te betalen premie voor directe betaling der geheele belastingsom als een verlies voor de gemeente is te be schouwen. Rapporteurs zouden eene dergelijke bepaling niet alleen niet noodigmaar bepaald niet wensehelijk achten. Artikel 6. Evenals de 2e sectie zijn rapporteurs van meeningdat de 2e zinsnede dient te vervallen. Kort heidshalve vermeenen zij te kunnen verwijzen naar het rapport van rapporteurs betreffende de in 1898 ingediende ontwerp-verordening en de daarop gevolgde Memorie van Toelichting van burgemeester en wethouders in welke Memorie van Toelichting door burgemeester en wethouders zelfs werd verklaard mede te gaan om bedoelde 2e zin snede te doen vervallen. Als resumtie van het vorenstaande, hebben rapporteurs de eer den Raad voor te stellen wat betreft de ingediende verordening tot het heffen van een Hoofdelijken Omslag naar het inkomen In artikel 3, en waar zulks verder in genoemde verordening voorkomt, do woorden belastingschuldig en belastingschuldigen te doen vervangen door de woorden belastingplichtig en belastingplichtigen. Artikel 5. de aanhef te doen luiden De aanslag geschiedt naar de volgende verhouding- cijfersverkregen ingevolge de hierbij gevoegde tabel. Artikel 8. het woordje „en" voorkomende in de 2e zinsnede tusschen de woorden winsten en ver liezen te veranderen in „of'. Artikel 9. de aanhef van de 4e zinsnede te doen luiden dat gedeelte van de personeele belasting en opcentendat wordt geheven van perceelen of per ceelsgedeelten. uitsluitend dienende enz. Artikel 13. in plaats van de woorden in de 2e zinsnede voorkomendedan zendt de commissie aan den reclamant een formulier ter invulling van de gegevens" te lezen „dan heeft de commissie de be voegdheid aan den reclamant te zenden een formulier ter invulling van de opgaven." en wat de Ontiverp-verordening op de invordering betreft Artikel 2. Burgemeester en wethouders uit te noodigen bij het vaststellen van het formulier voor het aanslagbillet gevolg te geven aan den wensch van den Raad om op de keerzijde van het aanslag billet te vermelden dat formulieren voor bezwaar schriften ter secretarie verkrijgbaar zijn. De derde zinsnede aldus te lezen Het aanslagbillet wordt uitgereikt door den ge meente-ontvanger in een gesloten couvert aan die belastingschuldigen, die daartoe hun verlangen hebben te kennen gegeven. Artikel 6. de tweede zinsnede te royeeren. Leeuwarden 17 Januari 1901. T. KONTER, Rapporteur van de le Sectie. H. BEÜCKER ANDREAE Rapporteur van de 2e SectieAlg. Rapp. A. MENALDA Rapporteur van de 3e Sectie. - Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. Miedema Co. Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1901 | | pagina 27