c,c^3^Jp} Bijlage No. 22. 4 Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1902. Zij voegt hieraan toe een opgave der haar bekende gebreken aan gebouwen en schoolmeubelen, die in het volgende jaar voorziening eischen. Art. 17. Gelijkluidend. Art. 18. Cï el ij kluidend. Art. 19. Gelijkluidend. Art. 20. Zij zendt na afloop van ieder halfjaar de rekeningen der leermiddelen, voorzien van de goedkeuring van den betrokken school-commissaris en van de hoofdonderwij zeres, aan burgemeester en wethouders. Zij voegt hieraan toe eene opgave der haar bekende gebreken aan gebouwen en schoolmeubelen, die in het volgende jaar voorziening eischen. Art. 17. Vorderen de bedoelde gebreken onmiddellijk voorzie ning met het oog op de reinheid der lokalen, dan geeft zij hiervan schriftelijk kennis aan den directeur der ge meentewerken. Art. 18. Zij houdt een nauwkeurig toezicht op het gebruik van de gebouwen, schoolmeubelen en brandstoffen. De leermiddelen worden alléén verstrekt op een be wijs van den betrokken schoolcommissaris. Art. 19. Zij houdt een nauwkeurig toezicht op de hoedanigheid en bet gebruik van de geleverde leermiddelen. Art. 20. Zij zendt na afloop van ieder halfjaar de rekeningen der leermiddelen, voorzien van de goedkeuring van den secretaris, aan burgemeester en wethouders. Art. 21. Gelijkluidend. Art. 21. Zij kan door burgemeester en wethouders worden ge machtigd om te voorzien in de aanschaffing of het on derhoud der schoolmeubelen. In dat geval geldt voor de rekeningen het voorschrift van het vorige artikel. Op gelijke wijze wordt gehandeld met alle andere verstrekkingen, waarvoor de zorg door burgemeester en wethouders aan de commissie mocht worden opgedragen. Zij bezoekt de gemeentelijke bewaarscholen ten minste twee malen 's jaars, hetzij gezamenlijk, hetzij door de in art. 5 bedoelde leden ziet toe, dat de verordeningen op deze scholen stipt worden nageleefd; houdt aanteekening van het onderwijzende personeel, van het getal leerlingen en van den toestand van het onderwijs en doet jaarlijks vóór den len Maart aan burgemeester en wethouders een beredeneerd verslag van dien toestand. Art. 22. Deze verordening treedt in werking met den len Ja nuari 1903. Met dat tijdstip vervalt de verordening, regelende den werkkring van de vaste raadscommissie voor de ge-, meentelijke bewaarscholenvastgesteld bij raadsbesluit van 9 November 1886 (Gemeenteblad no. 25). De raad voornoemd Stoomdrukkerij van C. Jongbloed Az., Leeuwarden. Bijlage van bet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1902. 1 Aan den Baad. Mijne Heeren Ter voldoening aan de ons d.d. 27 Mei dezes jaars verstrekte opdracht, hebben wij de eer II hiernevens, ver gezeld van eene toelichtende memorie, ter vaststelling aan te bieden het ontwerp eener verordening, houdende voor schriften iuzake het opnemen van bepalingen omtrent minimum-loon en maximum-arbeidstijd in de bestekken van gemeentewerken. Leeuwarden, 9 December 1902. Burgemeester en Wethouders A. RÖELL, Burgemeester. P. A. BERGSMA, Secretaris. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden, Gelet op zijn besluit van 27 Mei 1902, strekkende om het opnemen van bepalingen omtrent minimum-loon en maximum-arbeidstijd in bestekken van gemeentewerken bij verordening te regelen Gezien het door burgemeester en wethouders ingevolge voormeld raadsbesluit aangeboden ontwerp; Besluit Yast te stellen de navolgende VERORDENING, houdende voorschriften in zake het opnemen van bepalingen om trent minimum-loon en maximum-ar beidstijd in bestekken van gemeente werken. Artikel 1. In de bestekken en voorwaarden van aanbesteding van openbare werken, ten behoeve der gemeente te doen, worden, voor zoover zij daarvoor door burgemeester en wethouders vatbaar worden geacht, bepalingen omtrent minimum-loon en maximum-arbeidstijd opgenomen, over eenkomstig de navolgende artikelen. Artikel 2. Behoudens het hierna in artikel 3 bepaalde, wordt den aannemer de verplichting opgelegd, aan zijne werklieden geen lager loon uit te betalen, dan het bij het bestek voor elke categorie door burgemeester en wethouders Yast te stellen minimum-bedrag. Artikel 3. Afwijking van de krachtens artikel 2 vastgestelde mi- nimum-loonen kan door de directie schriftelijk worden toegestaan ten aanzien van werklieden, die, hetzij wegens jeugdigen leeftijd, hetzij wegens ouderdom of invaliditeit, niet als volle werkkrachten kunnen worden aangemerkt, tot een door burgemeester en wethouders bij het bestek, in verhouding tot de gezamenlijke werkkrachten, te be palen maximum. Artikel 4. Het is den aannemer geoorloofd bij het stuk te doen werken. Deze wijze van werken wordt echter verboden, als zij, naar het oordeel der directie, aanleiding geeft tot minder zorgvuldige behandeling of tot overmatigen arbeid of als dientengevolge door den werkman een iager loon wordt verdiend dan het voor de categorie, waartoe hij behoort, vastgestelde minimum. Artikel 5. Den aannemer wordt mede de verplichting opgelegd zijne werklieden niet langer te doen werken dan een door burgemeester en wethouders bij het bestek vast te stellen aantal uren per etmaal. Artikel 6. Yoor overschrijding van den krachtens artikel 5 vast- gestelden maximum-werktijd, evenals voor het doen wer ken op Zondagen, is vergunning of opdracht van de directie noodig. Zoodanige vergunning of opdracht wordt alleen gege ven in de gevallen, waarin daartoe, in verband met den aard of het belang van liet werk, noodzakelijkheid be staat. Art. 7. "Wordt de maximum-werktijd overschreden, dan moet voor het overwerk aan den werkman boven het krachtens artikel 2 vastgestelde minimum-loon ten minste worden betaald 10 pCt. voor het eerste uur, 20 pCt. tweede 30 pCt. derde 50 pCt. elk volgend Wordr op Zondagen gewerkt, dan wordt het krachtens artikel 2 vastgestelde minimum-loon met 50 pCt. ver hoogd. Indien het overschrijden van den maximum-werktijd of het werken op Zondagen is geschied krachtens op dracht van de directie, dan heeft de aannemer recht op teruggaaf van het door hem ingevolge artikel 6 boven het minimum betaalde loon, tenzij de opdracht een nood zakelijk uitvloeisel was van nalatigheid of handelingen van liem zeiven of van zijne onderhoorigen. Artikel 8. De rust- en schafttijden worden, in verband met plaat selijk gebruik, seizoen en aard van het werk, door den aannemer in overleg met de directie geregeld. Artikel 9. Den aannemer wordt de verplichting opgelegd eiken werkmanbinnen drie dagen na zijne indienststelling te voorzien van eene onderteekende aanstellingskaart volgens een door burgemeester en wethouders vast te stellen model, waarop vermeld staat 1". de naam en de leeftijd van den werkman 2». de datum zijner indienststelling 3 als hoedanig hij is aangesteld 4". het voor de categoriewaartoe hij behoort, vast gestelde minimum-loon 5». indien hij op een lager loon is aangesteld, dan het sub 4° bedoelde, de reden, waarop die afwijking berust en de datum, waarop deze door de directie schriftelijk is toegestaan. De werklieden moeten deze kaarten steeds bij zich dragen en op elke aanvrage van de directie vertoonen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1902 | | pagina 101