f 10 11 f Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. 1902. g Hoofdstuk II. Afdeeling id o Yen VI. Art 1. Art 1. Art 2. Ontvangen BEDBAG in 1901. GERAAMD BEDRAG voor 1902. 1903. AFDEELING Y. Belasting op tooneelvertooningen en andere openbare ver makelij klieden. Opbrengst der belasting op tooneelvertooningen enz. Met het oog op de opbrengst over 1901 is de raming gelijk het vorige jaar. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 27 Maart 1888, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 3 Mei d.a.v., zooals dit is gewijzigd bij raads besluiten van 28 Jannari 1890 en 10 December 1895, laatstelijk goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 22 Januari 1896 no. 9. Totaal der Vde afdeeling AFDEELING VI. Rechten loonen en andere geldenbedoeld in a> t. 238 der gemeentewet. Opbrengst van leges geheven ter Secretarie In aanmerking nemende de opbrengst over 1901 heeft men gemeend voor 1903 een ronde som van 1450,— te kunnen ramen. De heffing geschiedt ingevolge raadsbesluit van 1 Augustus 1899, goed gekeurd bij Koninklijk besluit van 25 October 1899 no. 29. Opbrengst van bruggelden De opbrengst van bruggelden die bij gaardering worden geïnd, was over 1901 als volgt 309 54 309,54 j Harlingervaartsbrug Noorderbrug Prins Hendrikbrug W irdumerpoortsbrug V rouwenpoortsbrug Verwersbrug Ie Kanaalbrug 2e 3582 25 670.50 2068.- 1641.- 500.55 235.85 1913.40 1928.70 Samen 12540.25 Met het oog hierop en in aanmerking nemende, dat met ingang van 1 Juli 1901 de doorvaartsgel- den, geheven aan de Harlingervaartsbrug zijn ver laagd, heeft men gemeend gelijke sommen te kun nen ramen als het vorige jaar, te weten voor: de Boomsbrug 1 ,r .inn, Vlietsterbrug tot Mei 1904 verpacht Ophaalbrug 1904 Blauwe brug 1904 Poppebrug tijdelijk gegund voor Harlingervaartsbrug bij gaardering Noorderbrug 182.- 20.- 10.- K Prins Hendrikbrug Wirdumerpoortsbrug Vrouwenpoortsbrug Verwersbrug le Kanaalbrug 2e 3000. - 1100.- 2100- 1600.- 763.- 220.- 2000. - 2000.- Totaal 13000.- De heffing geschiedt wat betreft de- doorvaarts- gelden van de Boomsbrug, de Vlietsterbrug, de Ophaalbrug, de Poppebrug en de Blauwebrug, krach tens raadsbesluit van 22 November 1898, goedge keurd bij Koninklijk besluit van 12 Januari 1899, no. 15, gewijzigd bij raadsbesluit van 11 Februari 1902, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 7 Juli d.a.v. no. 44 tot 12 Mei 1V04), van de Harlingervaarts brug, de Noorderbrug, (le Prins Hendrikbrug, de 1444 53 1170 1450 - 12757 25 13000- 13000 Transporteeren 14201 78 14170 - 14450 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1902. 5 Ji3 o 'Hoofdstuk II. Afdeeling VI. OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN. Ontvangen BEDRA G in 1901. GERAAMD BEDRAG voor 1902. 1903. Art. 3. Art. 4. 12 Art. 5. 13 Art. Transport Wirdumerpoortsbrug, de Vrouwenpoortsbrug en de Verwersbrug, krachtens raadsbesluit van 25 Januari 1898, gewijzigd bij raadsbesluiten van 28 Mei 1901 en 11 Februari 1902, goedgekeurd bij Koninklijke beslui ten van den len Maart 1898 no. 7, 8 Juli 1901 no. 38 en 7 Juli 1902 no. 44 {tot 12 Mei 1903), en van de beide Kanaalbruggen krachtens raadsbesluit van 11 Februari 1902, goedgekeurd bij Koninklijk be sluit van 7 Juli 1902 no. 44, tot 1 Juli 1905. Opbrengst van veergelden De opkomsten van het pontveer bij het Zieken huis zijn tot Mei 1906 verpacht voor ƒ650, en die van het pontveer bij de Schoolstraat tot Mei 1903 voor 23. Het vroeger hier vermelde pontveer tot over vaart van de gracht tegen over de Oosterstraat wordt opgeheven wegens het maken van een brug aldaar. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 22 November 1898, goedgekeurd bij Koninklijk be sluit van 12 Januari 1899. Opbrengst van de waagrechten De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 5 Sept. 1899 goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 21 Dec. 1899 no. 35, tot 1 Januari 1905. In aanmerking nemende dat de opbrengst dezer rechten over het le halfjaar 1902 100 meer be draagt dan over dit tijdvak van 1901, heeft men gemeend de opbrengst over 1903 veilig op 3000 te kunnen ramen. over 1901 heeft kunnen ramen dan Opbrengst van de beursrechten Met het oog op de opbrengst men gemeend ƒ100.— meer te het vorige jaar. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 25 October 1898, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 21 December 1898 no. 14, voor den tijd van vijfjaren. Opbrengst van de marktgelden Het marktgeld wegens het plaatsen van kramen, disschen en andere voorwerpen voor het verkoopen van goederen en het plaatsen van tenten enz. is tot 1 Januari 1903 verpacht voor 2250. Naar aanleiding der plaats gehad hebbende verhuring van standplaatsen op het Wilhelminaplein gedurende de jaarmarkt, wordt aan den pachter ingevolge het pachtcontract eene vermindering van pacht toege staan, bedragende over de laatste jaren gemiddeld ongeveer 260. zoodat de opbrengst wordt terug gebracht tot 1910. De veemarktgelden hebben in 1901 opgebracht in het le halfjaar 9896.05 2e 12795.59 Samen 22691.64 Over het le halfjaar 1902 was de opbrengst 11669.58 alzoo 1773.53 meer dan in 1901. Met het oog hierop heeft men gemeend te kunnen ramen Marktgeld voor staanplaatsen 1900.— Veemarktgeld24100.— Samen 26000.— De heffing der marktgelden voor het plaatsen van kramen enz. geschiedt krachtens raadsbesluit van 8 Mei 1900, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 25 Juli 1900 no. 35, terwijl de veemarktgelden worden geheven krachtens raadsbesluit van 13 Juni 1899, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 20 September 1899 no. 11, tot 1 Januari 1905. Transporteeren 14201 78 14170 804 2852 071 3638 97 24677 19 804 2800 3500 24000 - 14450 - 673 3000 3600 26000 46174 OU 45274 - 47723 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1902 | | pagina 58