Bijlage No, 17. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1902. 1 VERSLAG van de Commissie van rapporteurs, uit de sectiën van den raad, betreffende het verhandelde over de ontwerp-gemeente- begrooting voor 190£. Aan het onderzoek namen twintig leden deel. Slechts in de 2e sectie werden eenige korte algemeene beschouwingen gehouden. Een der leden meen de, dat de finantieële toestand der gemeente niet ongun stig kon worden genoemd. Er behoefde om de begrooting sluitend te maken geen belastingverhooging te worden voorgesteld, terwijl ook in de naaste toekomst geen bijzondere stijging van uitga ven was te verwachten, waardoor dit noodig zoude zijn. Een ander lid deelde dit gevoelen niet. O. a. zullen de kosten voor onderwijs toenemen en, wil men dus belastingverhooging voorkomen, dan zal, waar dit moge lijk is, zuinigheid moeten worden betracht. .Namens liet dagelijksch bestuur werd te kennen ge geven, dat ook dit daarop bedacht was en de posten der begrooting dan ook zoo krap mogelijk had geraamd. Omtrent de onderscheidene posten werd het volgende opgemerkt. UITGAVEN. Volg no. 81. Een der leden der derde sectie, vestigt met het oog op de aanstelling van eenen nieuwen klerk a ƒ550, er de aandacht op, of de werkuren van de beambten der secretarie niet te kort zijn, slechts zeven uren per dag, en vraagt of deze niet iets kunnen worden vermeerderd, zoodat daardoor die aanstelling zou kunnen worden ver meden. Rapporteurs vinden den duur van zeven uur niet lang, maar er dient niet te worden vergeten, dat er ook wel extra werk wordt verricht buiten die uren; b.v. bij ver kiezingen, opmaken van het kohier enz. Volgno. 90. In de eerste sectie werd gevraagd of de nieuwe gemetselde vloer op ue binnenplaats vóór dc raad zaal wel noodzakelijk was. Be voorzitter merkte op, dat deze vernieuwing ge schiedde naar aanleiding van een wensch voorkomende in het sectieverslag van 1901 en rapporteurs zijn van meening dat deze post moet worden behouden. Volgno. 92. Een der leden der derde sectie w ijst er op, dat de postBelooning der schoonmaaksterslokalen Hoofdwacht, boven ƒ10 te hoog is uitgetrokken. Op de vorige begrooting stond 156; hierbij gevoegd, volgens de Memorie van Toelichting 29, maakt ƒ185 en niet ƒ195, zooals in de begrooting is vermeld. Rapporteurs vestigen de aandacht van burgemeester en wethouders hierop. Volgno. 111. In de eerste sectie werd geklaagd over de weinig vlugge bediening aan de telefoon en over den langen tyd, die er steeds verliep, voordat eene verbinding- was afgebroken. Rapporteursmelding makende van deze opmerking noodigen burgemeester en wethouders uit, de Telefoon- Maatschappij hierop te willen wijzen. Volgno. 115. Aan een der leden der derde sectie komt het voor, dat deze post niet gerechtvaardigd is; hij vindt dat de archivaris zonder hulp de werkzaamheden zou kunnen verrichten. Rapporteurs vermeenen intusschen geen voorstel te moeten doen om dezen post te schrappen, zij verwijzen naar de discussion hierover ten vorige jare gevoerd. Hoofdst. IIIAfd.I. Kosten van de zorg voor plaat selijke wegen enz. Door een lid der tweede sectie werd er op gewezen dat zoo er al, naar bij de algemeene beschouwingen in die sectie gevoerd, was opgemerktbij het samenstellen der begrooting de ramingen zoo krap mogelijk waren ge nomen, daarvan bij deze afdeeling niet bleek. Alle posten waren hooger uitgetrokken, volgno. 118 zelfs 3000 hoo- ger dan in 1901 hiervoor was uitgegeven. Tegen die verhoogingendoor burgemeester en wethouders noodig geoordeeldhad dit lid intusschen geen bezwaar. Wel daarentegen kon niet worden goedgekeurd de in de laatste jaren ingeslopen gewoonte, dat de posten onder de rubriek publieke werken vallende, dikwijls met een aanzienlijk bedrag overschreden wordenvooral dat dit geschiedt zonder dat de raad daarin vooraf gekend wordt. Hierdoor tocli wordt liet begrootingsreclit van den raad aangetast. Dat deze, zooals werd opgemerkt, ten slotte toch over de wij ziging der begrooting en in af- en overschrijvingen heeft te beslissen, doet aan de waarde der grief niets af, omdat het voor de hand ligt, dat, waar de overschrijving van een begrootingspost heeft plaats gehadde Raad door een ongunstige beslissing het Dagelijksch Bestuur in on gelegenheid zou brengen. Nog werd gevraagd, hoe het te verklaren is, dat, zooals een der wethouders in de raadsvergadering van 12 Au gustus jl. meedeelde, materialen voor andere doeleinden beschikbaar zijn, terwijl blijkens de gewoonte de begrootings- posten, waaruit die materialen betaald worden, later zelve aanvulling noodig hebben En tevens of dit niet tot verwarring in de rekening kan aanleiding geven Gelijksoortige beschouwingen werden ook in de eerste en derde sectie gehouden. Volgno. 117. Een lid der 2de sectie wees op den slechten toestand van het pad langs den walkant van den Nieuwenweg, dat dikwijls onbegaanbaar is. Volgno. 118. Een lid der eerste sectie acht het wenschelijk dat m de schafturen bij de uitvoering van openbare werken, het toezicht niet geheel ontbreke en wijst op eenige ongelukken door schoolkinderen tenge volge van het spelen met een lorrie veroorzaakt. Tevens wordt in deze sectie geklaagd over het te water werpen van keien en klinkers door kinderen. Rapporteurs brengen deze opmerkingen aan burge meester en wethouders overmaar zijn lietwat het laatste punt betreft, met den voorzitter dier sectie eens, dat het voor de politie feitelijk onmogelijk is dergelijke baldadigheid te keer te gaanzoolang ze bij de ouders zoo weinig steun vindt. Volgno. 119. In de eerste sectie wordt gevraagd hoe het nu gaat met de Botmargebrug, die in zeer slechten staat verkeert. De voorzitter antwoordt, dat de vernieuwing van de brug verband houdt met den aanleg van de tram en dat door burgemeester en wethouders de Tramweg-maat schappij nog onlangs op hare verplichting is gewezen. Naar aanleiding van eene vraag over liet geschil met de Cartonfabriek wordt gezegd, (lat over den stand dier zaak officieel b.j burgemeester en wethouders niets be kend is. Volgno. 121. Een lid der eerste sectie bevreemdt het bedrag van 150 voor onderhoud van pompen, nu deze bijna alle zijn opgeruimd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1902 | | pagina 91