Bijlage No. 18.
Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1902.
I
Aan den Raad.
Mijne Heeren!
De termijn der verpachting van de exploitatie van de
buffetten en het gebruik van het koffiehuis c.a. in den
Stads- of Prinsentuin vervalt den 1 Maart eerstkomende.
Evenals vroeger wenschen wij die verpachting te doen
geschieden voor den tijd van vijf aaneenvolgende jaren,
in te gaan den 1 Maart 1903, in hoofdzaak volgens de
door IJ in de vergadering van den 16 November 1887
vastgestelde voorwaarden.
Deze behoeven evenwel eenige wijziging te ondergaan,
onder anderen in verband met de voorgenomen amotie
van het vroeger aan den pachter in gebruik gegeven
huis buiten den tuin.
Bovendien is het wenschelijk, de omschrijving van het
geen Avordt verpacht, in overeenstemming te brengen
met het bepaalde in artikel 4 der verordening op het
gebruik en beheer van den Prinsentuin. (Gem. blad no.
27 van 1887).
Yerder rneenen wij, dat behalve eenige redactie-wijzi
gingen de laatste alinea van artikel 6 der voorwaarden
kan vervallen, omdat de daarin omschreven verplichting
eigenaardig behoort tot den werkkring van de tuinpolitie,
terwijl de laatste alinea van artikel 15 niet meer van
toepassing is, omdat de verzorging van de vogels reeds
sedert jaren is opgedragen aan den opzichter der plant
soenen.
Evenzoo is wijziging van artikel 17 gewenscht. Het
daar omschreven toezicht ligt op den weg der tuinpolitie.
Wij achten de invoeging van een nieuw artikel 20
noodig om de verhouding tusschen den pachter en de
tuinpolitie aan te geven.
Naar aanleiding van het vorenstaande, hebben wij do
eer U voor te stellen do bij raadsbesluit van 16 Novem
ber 1887 vastgestelde voorwaarden te wijzigen overeen
komstig navolgend ontwerp.
Leeuwarden, den 14 October 1902.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden
A. RÖELL, Burgemeester.
1'. A. BERGSMA, Secretaris.
VOORWAARDEN van verpachting van den Stads- of
Prinsentuin met aanbehooren, bestaande in
1°. Een fraaien tuingroot nagenoeg 1 hectare84
are, 35 centiare, met de daarin aanwezige ge
bouwen
2«. Het bij den tuin gelegen woonhuis, sectie C, no.
1620, met bijbehoorende bleek en grond.
(Vastgesteld 16 November 1887.)
0NTWERP-V00RWAARDEN van verpachting der
exploitatie van de buffetten en het ge
bruik van het koffiehuis c.a. in den Stads-
of Prinsentuin.
Art. 1.
Art. 1.
De verpachting geschiedt voor den tijd van vijf ach
tereenvolgende jaren, gaat in, voor den tuin en de daarin
aanwezige geboirwen op den eersten Maart 1800 acht
en negentig en voor het woonhuis, op den twaalfden Mei
d.
en drie
De verpachting geschiedt voor den tijd van vijf ach
tereenvolgende jareningaande op den eersten Maart
1903 en eindigende op gelijken datum van het jaar 1908.
a. v., en eindigt op gelijke datums van het jaar 1900
Art. 2.
Art. 2.
De pachtpenningen moeten in drie even groote termijnen,
en wel vóór of op den eersten Mei, den eersten Juli en
den eersten September van ieder pachtjaar, ten kantore
van den ontvanger der gemeente Leeuwarden worden
voldaan.
Indien de pachter in gebreke blijft de pachtpenningen
op de gestelde datums te voldoen, verbeurt hij het voor
recht van in termijnen te betalen en zullen de nog on
betaalde termijnen dadelijk en in eens vorderbaar zijn,
terAvijl de pachtsom over ieder nog volgend jaar in één
termijn vóór of op den eersten Mei van dat jaar zal
moeten worden gestort.
Art. 3.
Gelijk het bestaande.
Art. 3.
Met uitzondering alleen van de grondbelasting, moeten
alle op het gepachte liggende of gedurende den pachttijd
Met uitzondering alleen van de grondbelasting, moeten
alle op het gepachte liggende of gedurende den pachttijd