4
Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1902.
Art. 17.
De pachter waakt zooveel mogelijk tegen beschadiging
van het plantsoen en de gebouwen in den tuin en geeft
van elke beschadiging (waarvan liij tevens verplicht is
aanteekening te houden) kennis aan burgemeester en
wethouders.
Hij zorgt, dat indien zich losloopende honden in den
tuin bevinden, deze daaruit worden verwijderd. Hij mag
niet toelaten, dat in den vijver wordt gevischt.
Art. 18.
Hij heeft het recht, vergunning te verleenen tot het
rijden met kinderwagentjes in den tuin op tijden, dat er
geen muziekuitvoeringen of vermakelijkheden worden
gegeven. Voor ieder wagentje wordt door hem een
schriftelijk bewijs afgegevenwaarvoor liij een gulden
vijftig cents per jaar mag vorderen.
Art. 19.
Art. 17.
De pachter noch zijne bedienden mogen in den Prin
sentuin-vijver visschen.
Art. 18.
He pachter heeft het recht vergunning te verleenen
tot het rijden met kinderwagentjes in den tuin op tijden,
dat er geen muziekuitvoeringen of vermakelijkheden
worden gegeven. Voor ieder wagentje wordt door hem
een schriftelijk bewijs afgegeven, waarvoor hij een gulden
vijftig cents per jaar mag vorderen.
Art. 19.
De pachter zal, buiten toestemming van burgemeester
en wethouders, het gepachte niet door een kastelein mo
gen doen exploiteer en.
Art. 20.
De pachter is gerechtigd den bijstand der tuinpolitie
in te roepen; wederkeerig is hij verplicht, aan deze on
verwijld kennis te geven van alle aan hem of zijne be
dienden opvallende baldadigheid, beschadiging of andere
ongerechtigheden. (Nieuw.)
Art. 20. Art. 21.
De pachter zal het gepachte zelf moeten bewonen en
gebruiken of met toestemming van burgemeester en wet
houders door een kastelein doen bewonen of gebruiken.
Buiten toestemming van burgemeester en wethouders
is liet hem niet geoorloofd de pacht geheel of gedeeltelijk
aan een ander over te doen.
Indien de pachter gedurende den pachttijd komt te
overlijdenzijn burgemeester en wethouders bevoegd de
pacht bf dadelijk of met het einde van het loopende
pachtjaar te doen eindigen of met zijne erfgenamen tot
het einde van den pachttijd te continueeren.
Art. 21.
Met afwijking van het bepaalde bij art. 1590 van het
burgerlijk wetboek zullen burgemeester en wethouders
eigener macht en alzoo zonder toestemming van den
pachter te moeten vragen of eenigermate noodig te heb
ben, gerechtigd zijnalle zoodanige veranderingenuit
breidingen of inkortingen aan den tuin, de gebouwen of
getimmerten te doen, als zij zullen goedvinden zonder
dat de pachter daarvoor eenige vergoeding zal kunnen
i orderen.
Indien daardoor aan den pachter nadeel wordt toege
bracht, zal de gemeenteraad, op aanvrage van den pachter
zijne bezwaren in overweging nemen en daarover be
slissen maar nimmer zal te dezer zake voor hem eenige
actie tegen het gemeentebestuur geschapen zijnzelfs
niet, wanneer de werkzaamheden der te maken verande
ringen uitbreidingen of inkortingen of wel ook de
noodwendig te doene reparatiën langer dan veertig dagen
mochten durenals wordende de pachter geacht wel
uitdrukkelijk afstand te hebben gedaan van al hetgeen
dienaangaande ten voordeele van huurders bij de tweede
afdeeling des zevenden titels van het derde boek van
het burgerlijk wetboek is bepaald.
Verpachters hebben voorts het recht, gedurende den
geheelen pachttijd aan den tuin en de daarin aanwezige
hoornen en beplantingen, zoo ook aan de bestrating ten
noorden van de woning van den pachter veranderingen
te doen aanbrengen op zoodanige wijze en tijd, als zij
zullen goedvinden, zonder dat de pachter deswege eenige
vordering tot schadeloosstelling zal kunnen doen.
Gelijk het bestaande art. 20.
Art. 22.
Gelijk het bestaande art. 21 wat de le en 2e alinea
betreft.
Burgemeester en wethouders hebben voorts het recht,
gedurende den geheelen pachttijd, aan den tuin en de
daarin aanwezige boomen en beplantingen veranderingen
te doen aanbrengen op zoodanige wijze en tijd, als zij
zullen goedvinden, zonder dat de pachter deswege eenige
vordering tot schadeloosstelling zal kunnen doen.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1902.
5
Art. 22.
De pachter doet in het algemeen afstand van alle aan
spraak op schadeloosstelling, door welke gewone of bui
tengewone oorzaak of toeval de schade ook zij ontstaan;
neemt alle aan de exploitatie van den tuin verbonden
risico, geene uitgezonderd, voor zijne rekening en wordt
gehouden met alle lusten en lasten voldoende bekend te
zijn.
Art. 28.
Desgevraagd zal de pachter verplicht zijn voor de
voldoening der pachtpenningen en de nakoming dezer
voorwaarden borg te stellen.
De gestelde borg of borgen doen afstand van de voor
rechten van schuldsplitsing en uitwinning.
Art. 24.
Ingeval de pachter nalatig is in de voldoening aan vo
renstaande voorwaarden of voor de exploitatie van den
tuin ongeschikt wordt bevonden, zullen burgemeester en
wethouders gerechtigd zijn de ontbinding der pacht te
vorderenblijvende niettemin de pachter verplicht tot
vergoeding der schade, die de gemeente door het ontij
dig eindigen der pacht beloopt.
Art. 25.
De pacht vervalt van rechtswege, indien de pachter
in staat van faillissement wordt verklaard.
Art. 26.
Alle op de verpachting vallende kosten komen ten
laste van den pachter en moeten door hem op de eerste
aanvrage aan den secretaris der gemeente worden vol
daan.
Art. 27.
De verpachting geschiedt bij inschrijving met geslo
ten briefjes, die vóór of op den dag der verpachting tot
het daarvoor bestemde uur, in eeno ter secretarie aan
wezige gesloten bus moeten zijn ingeleverd.
De ingeschreven sommen, in Nederlandsche guldens
uitgedrukt, worden geacht den pachtprijs over één jaar
te betreffen.
Wanneer twee of meer personen voor gelijke som het
hoogst schrijven, zullen deze verplicht zijn opnieuw te
schrijven, met verhooging van het eens geschrevene.
De overige gegadigden zijn tot deze inschrijving mede
gerechtigd.
Ieder schrijver wordt geacht voor zich zeiven te heb
ben gehandeld, tenzij hij een' voldoenden lastgever kunne
aanwijzen. Ook in dat geval zal hij, indien dit door ver
pachters gevorderd wordt, voor zijn' lastgever aanspra
kelijk zijn.
Verpachters behouden aan zich het recht van beraad
gedurende veertien dagen. Het staat hun vrij de ver
pachting in te houden of terug te tasten op zoodanigen
schrijver als zij zullen goedvinden, zonder daarvan rede
nen verschuldigd te zijn.
leder schrijver moet tot aan de toewijzing voor het door
hem gedaan bod instaan.
Art. 23.
De pachter doet in het algemeen afstand van alle
aanspraak op schadeloosstelling, door welke gewone of
buitengewone oorzaak of toeval de schade ook zij ont
staan, neemt alle aan de exploitatie der buffetten ver
bonden risico, geene uitgezonderd, voor zijne rekening en
wordt gehouden met alle lusten en lasten voldoende
bekend te zijn.
Art. 24.
De pachter is verplicht voor de voldoening der pacht
penningen en de nakoming dezer voorwaarden borg te
stellen.
De gestelde borg of borgen doen afstand van de
voorrechten van schuldsplitsing en uitwinning.
Art. 25.
Ingeval de pachter nalatig is in de voldoening aan
vorenstaande voorwaarden of voor de exploitatie van de
buffetten ongeschikt wordt bevonden, zullen burgemeester
en wethouders gerechtigd zijn de ontbinding der pacht
te vorderen, blijvende niettemin de pachter verplicht tot
vergoeding der schade, die de gemeente door het ontijdig
eindigen der pacht beloopt.
Art. 26.
Gelijk het bestaande art. 25.
Art. 27.
Gelijk het bestaande art. 26.
Art. 28.
Gelijk het bestaande art. 27 wat de eerste 4 alinea's be
treft.
Ieder inschrijver wordt geacht voor zich zeiven te heb
ben gehandeld, tenzij hij een voldoenden lastgever kan
aanwijzen. Ook in dat geval zal hij, indien dit door
burgemeester en wethouders gevorderd wordt, voor zijn
lastgever aansprakelijk zijn.
Burgemeester en wethouders behouden aan zich het
recht van beraad gedurende veertien dagen. Het staat
hun vrij, de verpachting in te houden of terug te tasten
op zoodanigen schrijver als zij zullen goedvinden, zonder
daarvan redenen verschuldigd te zijn.
Ieder inschrijver moet tot aan de toewijzing voor het
door hem gedaan bod instaan.
Stoomdrukkerij, C. Jongbloed Az., Leeuwarden.