Bijlage No 23. Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1903. LIJST, Blok II. Blok V Blok VU. aanwijzende de minimum-prijzen van de ver schillende bouwblokken en gedeelten daar van, bedoeld in art 1 der nadere bepalingen van uitgifte. Het gedeelte gemerkt c I let gedeelte* gemerkt d De gedeelten gemerkt centiare gedeelte gemerkt a gedeelte gemerkt f gedeelte gemerkt c Het Het Het Het gedeelte gemerkt d Het Het liet gedeelte gemerkt e gedeelte gemerkt b gedeelte gemerkt per centiare per centiare e en f per per centiare per centiare per centiare per centiare per centiare per centiare ii en b per centiare 5.30 Blok XV11I. Het gedeelte gemerkt a per centiare Het gedeelte gemerkt b per centiare Het gedeelte gemerkt c per centiare Het gedeelte gemerkt d per centiare Blok XIX. 5.— Blok XX. 4.— 3.50 4.— 9 Het gedeelte gemerkt e per centiare Het gedeelte gemerkt a per centiare Het gedeelte gemerkt b per centiare Het gedeelte gemerkt e per centiare Het gedeelte gemerkt a per centiare Algemeene bepaling. 0.50 a «•- 5.50 5.— 5. 5.50 n 6.- Aan de koopers van 1000 tot en met 2000 centiare 3.50 tegelijk zal op de in deze lijst vermelde prijzen of' de 4.-)ü volgens art. 7 der nadere bepalingen geboden koopsom 10 p('t. vermindering worden toegestaan en bij aankoop 4.50 van meer terrein 15 p('f. De volgens deze bepalingen berekende koopsom strekt mede tot grondslag voor de berekening van de verschul digde erfpachtsom. Stoomdrukkerij, C. Jongbloed Az., Leeuwarden. Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1903. 1 Aan den Raad. Mijne Heeren, Den 18 December 1901 hadden wij de eer U voor te stellen te besluiten, het door Uw geacht medelid Mr. A. Menalda geopperd en bij schrijven van den 12 Augustus 1901 toegelicht denkbeeld tot verplaatsing van hetasch- land, zoowel om practische als om financieele redenen, als voor verwezenlijking niet vatbaar te verklaren (zie bijlage no. 30 van het verslag van 'sKaads handelingen 1901). De heer Menalda heeft naar aanleiding van dat voor stel den 12 Januari 1903 aan I' een schrijven gericht, waarbij hij te kennen geeft, zijn oorspronkelijk plan te willen vereenvoudigen door het winter-asehland te laten vervallen en het aschland te verplaatsen naar een per ceel land op Wijlaarderburen. Hij zou naar dat land een weg willen doen aanleg gen van de Poppebrug over landen van verschillende eigenaren met overbrugging van de Kurkemeer. Aangezien de heer Menalda in zijn bovenaangehaald schrijven geen bepaald perceel voor het aschland had aangewezen, verzocht de directeur der stadsreiniging, wieu wij het nader voorstel in handen hadden gestold om bericht en raad, bjj missive van den 4 Februari 1903, no. 37 ons eene juiste aanduiding van het perceel, hetzij door overlegging van eene situatieteekening of door aanwjjzing van de kadastrale sectie en het nummer, alsmede van de richting van den weg, die gelegd moest worden van du Poppebrug tot het land op Wijlaarder buren. De heer Menalda zond ons daarop bij missive d.d. 25 Februari j.l. eene situatieteekening van de landen, ver huurd aan L. H. Hotsma en gaf te kennen, dat het op die teekening aangeduide perceel, ten kadaster bekend gemeente Leeuwarden in sectie F no. 2275, groot 2 Hectare, 57 are, 40 centiare, ten zuiden van de boeren- huizinge, ten oosten van de Tijnje en aan de zuidzijde grenzende aan de gemeente Leeuwarderadeel, hem voor kwam, als aangewezen voor het eventueel te verplaatsen aschland. Hij deelde voorts mede, dat eene kaart, waarop de aan te leggen weg van de Poppebrug af voorkomt, reeds aan den directeur der stadsreiniging was ter hand gesteld. Deze teekeningen leggen wij hierbij over. Bij inzage van de laatstgemelde teekening zal blijken, dat de weg slechts was aangegeven tot de letter K, ten zuiden van de Kurkemeer en ten oosten van Schilkampen. Bij schrijven van den 1(1 Maart 1903 deelde de heer Menalda, ter juiste aanduiding van den weg mede, dat die weg van de letter K, op de teekening vermeld, zou kunnen loopen langs de Tijnje en bjj het huis van den spoorbrugwachter den spoorweg zou moeten snijden. Hij gaf voorts te kennen, dat, indien tegen het leggen van den weg langs het Zuidvliet tot de Poppebrug be zwaren mochten bestaanalsdan in overweging zou kunnen worden genomen den n eg te volgen langs de zuidzijde van liet Nieuwe Kanaal en door middel van eene voor voertuigen in te richten draaibrug, ter ver vanging van de tegenwoordige Poppebrug, in verbinding te brengen met den weg naar Wijlaarderburen, welke weg tevens van die brug naar het Kalverdijkje zou kunnen worden doorgetrokken. Evenals het oorspronkelijke stelden wij ook het dooi den heer Mr. A. Menalda bij missive van den 12 Januari 1903 gewijzigde voorstel in handen van den directeur der stadsreiniging om bericht en raad, die aan onze op dracht voldeed bij schrijven van den 14 Juli jl.no. 158. AVij meenen te kunnen volstaan met in hoofdzaak te verwijzen naar het nader uitvoerig gemotiveerd voorstel van den lieer Menalda en naar het daaromtrent door den directeur voornoemd uitgebracht rapport en advies. Slechts meenen wij te moeten memoreeren, dat door den heer Menalda, als kosten van de verplaatsing van het aschland, is opgegeven een bedrag van 33,900.waarbij de kosten voor het aanloggen van den weg naar het terrein om de in de missive opgegeven redenen voor memorie zijn vermeld, terwijl hij voor de kosten van de exploitatie eene som van ƒ4,000.raamt. De directeur dor stadsreiniging heeft daarentegen bjj eene gespecificeerde begrooting de aanlegkosten bij ver plaatsing van het aschland op 101.875.geraamd en de meerdere exploitatiekosten op 8,426.bjj welke raming echter voor memorie zijn vermeld de kosten van de be diening der geprojecteerde brug over de Kurkemeer, die van verlichting van den weg van de Poppebrug naar AVjjlaarderburen gedurende de wintermaanden, die van onderhoud en van het verwijderen van sneeuw van dien weg. Het komt ons voor, dat wij den door den direc teur der stadsreiniging voor verplaatsing van de boeren- huizinge voor memorie uitgetrokken post voorshands buiten bespreking kunnen laten, aangezien bjj eene ver plaatsing van het aschland naar liet door den heer Me nalda aangeprezen perceel land, door deskundigen zou moeten worden beslist, op welke wijze die zathe en lan den alsdan zouden behooren te worden geëxploiteerd. AVjj zijn van meening, dat uit het gemotiveerd rapport van den directeur der stadsreiniging bij missive d.d. 14 Juli jl. no. 158 overtuigend bljjkt, dat er ook tegen het nader door den heer Mr. A. Menalda ingediende voor stel tot verplaatsing van het aschland, overwegende zoowel practische als financieele bezwaren bestaan. AVjj achten het noodig nog in het bijzonder te wijzen op het, onzes inziens, onuitvoerbare denkbeeld van den heer Menalda, om den toegangsweg van de Kurkemeer te leggen langs de Tijnje en over den spoorweg, onmid- delljjk bjj de brug. Tegen het leggen van den toegangsweg ter aangewe zen plaats bestaan zulke ernstige bezwaren, dat a priori reeds kan worden aangenomen, dat de daarvoor vereischte vergunning niet kan worden verleend. Zelfs zullen er zonder twijfel tegen het maken van een overweg op een meer verwijderden afstand van de spoorbrug ook beden kingen bestaan, die moeilijk zullen zijn op te heffen. Naar aanleiding van het vorenstaande en met verwjjzing naar de hierbij overgelegde stukken, hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten, om, met waardeering van de goede bedoeling van het door Uw geacht medelid Air. A. Menalda, opnieuw geopperd en in zijn schrijven van den 12 Januari 1903 toegelicht denkbeeld tot ver plaatsing van het aschland, dat denkbeeld als niet voor uitvoering vatbaar te verklaren. Leeuwarden, Augustus 1903. Burgemeester vu Wethouders A. RÖELL, Burgemeester. P. A. BERGSMA, Secretaris. Aan den Gemeenteraad. Mijne Heeren Met waardeering van het uitvoerig rapport van den directeur der gemeentereiniging van 5 November 1901, naar aanleiding waarvan burgemeester en wethouders,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1903 | | pagina 118