Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1003, blijkens hun praeadvies van 18 December 1901, gemeend hebben.het denkbeeld van ondergeteekende tot verplaat sing van het aschland, geopperd in en toegelicht bij zijn schrijven van 12 Augustus 1901, zoowel om praktische als financieele redenen voor verwezenlijking niet vatbaar te verklaren, meent deze het volgende ter kennis van den raad te moeten brengen. Au eenmaal de verplaatsing van het aschland door hem ter sprake is gebracht, is hij van meening, dat om der wille Van het groote nut, dat de gemeente door het tot stand komen hiervan zou ondervinden, de uitvoerbaar heid daarvan ten einde toe dient te worden onderzocht. llij heeft zich daarom de vraag gestéld, tot welken eenvoudigsten vorm dat plan van verplaatsing zou zijn terug te brengen en meent, dat den raad de gelegenheid dient te worden gegeven hierover te oordeelen, voor zoo ver noodig na toelichting van den directeur der gemeen tereiniging en praeadvies van burgemeester en wethou ders. Waar hij niet aan zijn oorspronkelijk plan vasthoudt, acht luj liet nutteloos lang stil te staan bij hetgeen bur gemeester en wethouders en de directeur der gemeente- reiniging tof staving hunner meening bijbrengente meer, waar het hem als leek vooreerst onmogelijk is na te gaan, of de daartegen geopperde bezwaren ai of niet gegrond zjjii of misschien in de praktijk wat zouden meevallen en hij bovendien bij de beantwoording der vraag naai de al of niet praktische uitvoerbaarheid in het algemeen geheel door de oogen van deskundigen moet zien en alle reden heeft de bekwaamheid van den directeur der ge- meentereiniging niet in twijfel te trekken. Auur aanleiding van hetgeen burgemeester en wethou ders over de financieele zijde van het vraagstuk in het midden brengen, merkt ondergeteekende op, dat, waai de gemeenten, vooral tengevolge van wijzigingen in de rijkswetgeving, voortdurend voor toenemende uitgaven komen te staan en de lasten, welke men den ingezetenen ter bestrijding daarvan oplegtdaarmede gelijken tred dienen te houdenmen er allicht toe komt toestanden, die reeds lang bestaan, zonder dat wet of hoogere macht tot verandering dwong, te bestendigen, indien wijziging belangrijke kosten met zich brengt. Ten opzichte van het aschland kan hij zich hierbij niet neerleggen, over tuigd als hij is, dat de toestand daarvan in fiagranten strijd is met de meest elementaire begrippen omtrent hvgiène en de zorg, die op het gemeentebestuur rust om oorzaken van last en hinder voor de ingezetenen, voor zoover mogelijk, weg te nemen. J1 ij acht zich dan ook ten volle verantwoord, voor zoover hij daartoe gele genheid zal hebben, er toe mede te werken, de kosten, welke wijziging daarvan medebrengt, door de belastingschuldi gen te doen dragen, mits die tot de noodzakelijke be perkt worden. Dat „van hinder van ernstigen aard voor de omwo nenden dus moeilijk sprake (kan) zijn", zooals burge meester en wethouders meenen, kan ondergeteekende in 'r geheel niet toegeven. Nog daargelaten, dat ieder, die in de nabijheid van het aschland komt, de onaangename geuren, die daarvan opstijgen, zeer duidelijk bemerkten de omwonenden dus in de eerste plaats, blijkt uit het verslag der commissie van rapporteurs over de ontwerp- begrooting voor 1899 Bijlage uo. 27, volgnummer 138). dat in de 2e sectie algemeen werd geklaagd over den dik wijls ondragelijken stank, die van het aschland uitgaat bij verbranding van goederen, terwijl rapporteurs als hunne meening te kennen gaven, dat die stank veroor ïer niet is te voor de windrichting af- toe, dat de stank bij het laden van komen en de hinder natuurlijk van hangt. Nog'zeer onlangs is bovendien bij de behandeling der ontwerp-begrooting voor 1903 geklaagd over den stank van den verbrandingsoven op het aschland, waarschijnlijk een gevolg van de geringe hoogte van den schoorsteen, zooals werd opgemerkt. Dat de gezondheidstoestand in de omgeving van het aschland in het algemeen even goed is als in andere ge deelten der stad, wat burgemeester en wethouders bewe ren, kan ondergeteekende niet met feiten weerspreken, maar liet komt hem als leek voor, dat vooral in tijden van besmettelijke ziekten, maar toch ook in normale omstan digheden, de nabijheid daarvan nadeeligen invloed moet uitoefenen op den gezondheidstoestand. Ifjj meent echter, dat zoo de hinder voor de omwonenden geen voldoende reden mocht zijn voor verplaatsing, een onderzoek door deskundigen behoort te worden ingesteld naar de al of niet schadelijken invloed daarvan op hunne gezondheid. Ook moet ondergeteekende opkomen tegen de voorstel ling van burgemeester en wethouders, als zou de ver- 1 hooging der belastingen, die zeer stellig een gevolg zou zijn van de belangrijke verhooging der jaarljjksche exploi tatiekosten der gemeentereiniging, wel eens aanleiding- o o o o kunnen geven, dat velen de geheele gemeente als onbe woonbaar gingen beschouwen. De zaak wordt zoo voor gesteld, alsof de verplaatsing van het aschland en de daardoor veroorzaakte meerdere kosten de druppel zouden zijn, die den emmer zou doen overloopeu. Ondergeteekende meent, dat de uitgaven, door bijzon dere wetten aan de gemeente opgelegd, zooals voor arm wezen, onderwijs, enz., die te zamen ruim een vierde der gezamenlijke uitgaven bedragen, wel in de eerste plaats mogen worden aangewezen als de oorzaak van den min der gunstigen financieelen toestand der gemeenten, zoo wel hier ter stede als elders en men dus beter had gedaan het schrikbeeld van het onbewoonbaar maken dezer ge meente door verhooging der uitgaven voor de gemeente reiniging, die slechts ongeveer een twintigste van de ge zamenlijke uitgaven bedragen, achterwege te laten, te meer waar op het punt van gemeentelasten op de be woonbaarheid van vele andere gemeenten evenmin valt te roemen. Ter beoordeeling van de raming van den directeur der gemeentereiniging kan ondergeteekende zich slechts beroepen op een deskundige, die hem reeds eerder ad viseerde, wiens meening is, dat de door den directeur begroote uitgaven hier en daar overdreven hoog voor komen. Tevens verklaart die deskundige, dat de bewer king van de compost hier geheel naar eisch geschiedt, deze van puike kwaliteit is en meer mestwaarde heeft dan er thans (Februari 1902) voor wordt betaald. Ily wijst dan ook op deu toenemenden afzet daarvan in Friesland: in 1901 ongeveer het dubbele van 1900 en reeds >h van den geheelen voorraad en meent, dat wan- j neer de middelen van vervoer toenemen naar den Zuid oosthoek van Friesland en de landbouwers aldaar per soonlijk worden bezocht, de tijd niet ver meer is, dat de prijs van de compost veel minder dan nu zal wor den gedrukt door de vrij hooge vrachtprijzen. Terwijl deze nu per last van 1770 K.Gf. gemiddeld f 1.25 be draagt tot de Friesche, f 2.tot de 'Groninger veen- j streken, is de vracht per staatsspoor over afstanden de op het aschland ver liggende zaakt wordt door het laden van zamelde ier in daartoe gereed Blijkens de memorie van antwoord (Bijlage no. 28) erken nen burgemeester en wethouders de gegrondheid dezer opmerkingen, althans zij verklaren, dat aan den directeur ,j der gemeentereiniging is opgedragen het verbranden van j aangevoerde voorwerpen zooveel mogelijk te doen plaats hebben bij noord westelijken wind en zij geven verder van 1 100 Kilometer f 6.van 100- /'9.en van 150—200 kilometer 12. K. G., dus lager. Ondergeteekende zou zijn oorspronke verplaatsing aldus willen vereenvoudigen. Het winter-aschland aan de „Oude Deel len, wanneer Wijlaarderburen per as here 150 kilometer per 10,000 [dan tot <an verval- ir wordt, Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1903. 3 Tot dit doel zou een weg moeten worden aangelegd van de Poppebrug over, aan verschillende eigenaren toebe- hoorend, weiland, waarop nu een recht van reed rust, waarvoor noodig zouden zijn twee bruggen, eene kleinere liij Schildkampeu en eene grooterc over de Kurkemeer. In de kosten van den aanleg van dien weg zou men de eigenaren, die zeker wel bereid zouden zijn den daarvoor benoodigden grond tegen schadevergoeding af te staan, kunnen laten doelen, daar hunne eigendommen daardoor worden gebaat. Zonder twijfel zou het overbrengen van het aschland naar "Wijlaarderburen zonder verder trans port naar Drachten of eene andere in die richting gele gen opslagplaats eene aanzienlijke besparing veroorzaken, welke, gevoegd bij het wegvallen Ier aanvankelijk voor gestelde winteropslagplaats aan de „Oude Deel", het plan veel aannemelijker zou maken. De vraag blijft dan nog te beantwoorden, welken invloed het overbrengen van het aschland naar 5\ ij laarder buren zou hebben op de exploitatiekosten van den gemeen tereinigingsdienst, waarbij zal moeten worden overwogen, of vervoer te land, zomer en winter, de voorkeur zou verdienen boven vervoer te water, voor zoover dit door vorst niet wordt onmogelijk gemaakt. Niet onvermeld mag worden gelaten het voordeel, dat "Wijlaarderburen als opslagplaats biedt door de onmiddel lijke nabijheid van de spoorlijn naar Groningen, vanwaar dus vervoer per spoor evengoed mogelijk is als te wa ter, terwijl ditzooals reeds aangegeven, voor eenigs- zins groote afstanden goedkooper is. oorts strekt do ligging van Wijlaarderburen aan het grootscheepsvaar- water tot aanbeveling, evenzoo de ligging ten oosten van de stad, tengevolge waarvan de hier overheerschende westenwinden den stank daarvan verwijderd houden. De kosten van aanleg en aanxchafjiiuj worden door den heer Kenkema begroot als volgt, waarbij deze op eene kleine uitzondering na, de cijfers van den directeur der gemeentereiniging overneemt en uitgaat van het denk beeld, dat vervoer te water de voorkeur verdient boven dat te land: twee pramen a f 350.700. b. - 700. r. één praam - 350. cl. v - 350. c. drie pramen a 350.- 1,050. een sleepbootje voor het vervoer der pramen van de stad naar Wijlaarderburen - 9,500. ij. verbrandingsoven op het aschland - 500. h. keet met kamertje voor tijdelijk ver blijf van de opzichters en schaftlokaal voor de arbeiders, onder één dak- 450. i. het overbrengen van de bestaande lood- - sen van het tegenwoordige aschland naar ij- laarderburen met bestrate vloeren, ruim ge raamd - 3,500. j. gemetseld reservoir voor ierberging -10,000. k. woning voor den opzichter op het nieuwe aschland- 3,500. I. bestrating van het terrein gedeeltelijk met bouwstoffen van het tegenwoordige aschland- 1,800. in. het aanleggen van den weg naar het terreinMemorie. n. zoogenaamde landhoofdjes - 500.- o. het bouwen van schuitenhuisjes in de stad- 1,000.— '33,900.— Be schuitenhuisjes zouden dienen als ligplaatsen voor de pramen, waarin het uit de stad opgehaalde vuil wordt uitgestort, om het verstuiven daarvan te voorkomen. Voor exploitatie is volgens dien deskundige, als de aanleg geschiedt als aangegeven, noodig per jaar a. één kapiteinéén machinist en één knecht op het sleepbootjeƒ4,850. 0. kolen, smeer, verpakkingsmiddelen -1,250. 900.- c. twee knechten (schippers) op de schui ten bij vervoer per sleepbootje, welk aantal voldoende wordt geachtwanneer deze pra men of schuiten, met sterke trossen verbon den zijn /'4,000. Meer meent die deskundige niet, dat de nieuwe wijze van exploitatie zou kostendaar de dienst in de stad niet duurder zal worden. Daar toch niet al het opge haalde vuil naar het aschland vervoerd zou behoeven te worden, maar veel op geringer afstand naar de schui tenhuisjes, zouden tijd en arbeid en dus ook kosten wor den bespaard. Naar aanleiding van post onder do kosten van aan leg meent ondergeteekende op te moeten merkendat misschien het trekken der pramen door paarden zou blijken goedkooper te zijn dan door een sleepbootje, daar die paarden des winters voor het vervoer te land naar Wijlaarderburen zouden kunnen worden gebruikt. Naar aanleiding van post g. verzekert de deskundige, dat de te Utrecht gebezigde, die zeer geschikt werkt en ook voor hier zeer voldoende is, voor 500 kan worden geleverd. De aanlegkosten van den weg naar ijlaarderburen zijn onder m. slechts pro memorie uitgetrokken, daar deze weg op den duur en onafhankelijk van eventueele bestemming als aschland, aan een deel van W ijlaarder buren te geven, toch zal moeten worden aangelegd. Die kosten worden door den directeur der gemeente werken begroot op 20,000.—ongerekend eventueele te gemoetkoming aan de eigenaren der weilanden, waarover de weg zou loopen. De pramen zijn naar de meening van den deskundige wel zoo te bouwen, dat het gevaar voor vervoer bij har den wind tot een minimum wordt teruggebracht. De door den directeur der gemeentereiniging begroote kosten wegens aanschaffing van materieel voor liet ver voer bij gesloten water komen dien deskundige zoo hoog voor, dat deze voldoende zouden zijn, naar hij meent, voor eene zeer veel grootere gemeente dan Leeuwarden. Intusschen zou de mindere afstand van ijlaarderburen, in vergelijking met het aanvankelijk geprojecteerde win ter-aschland aan de „Oude Deel", oorzaak kunnen zijn van vermindering van dien post. Leeuwarden, 12 Januari 1903. A. MENALDA Hzx. No. 37. Leeuwarden, 4 Februari 1903. Naar aanleiding van het in mijne handen gestelde voorstel van het lid van den Gemeenteraad, den lieer Mr. A. Menalda, tot verplaatsing van het aschland naar Wijlaarderburen heb ik de eer u te berichten, dat het niet doenlijk is een behoorlijk plan en eene goede be- grooting der kosten, aan zoodanige verplaatsing verbonden, op te maken, indien niet wordt aangewezen het perceel, waarop het nieuwe aschland zou moeten worden ge maakt, hetzij door eene situatieteekening of door eene aanwijzing van de kadastrale sectie en nummer. Ook eene nadere aanwijzing van den weg van af de Poppebrug is zeer wenschelijk, ten einde in staat te zijn don door

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1903 | | pagina 119