Bijlage No. 4.
Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1903.
1
Aan den Baad.
Mijne Heeren!
Bij missive dd. 30 Januari 1903 deed de Commissie
van Toezicht op het Lager Onderwijs aan ons toekomen
een verzoekschrift van het hoofd van gemeenteschool
no. 8 om een leerling van die school te verwijderen
wegens verregaande onreinheid.
Daar de verordening, houdende bepalingen van orde
en tucht op de scholen van openbaar lager onderwijs
(gemeenteblad no. 9 van 1892) biertoe de bevoegdheid
niet geeft, acht de Commissie aanvulling van deze
leemte wenschelijk.
In de verordening, houdende, bepalingen omtrent de
orde en tucht op de gemeentelijke bewaarscholen (ge
meenteblad no. 23 van 1902) is ook eene soortgelijke
bepaling opgenomen.
Ook met het oog op de Leerplichtwet bestaat tegen
de voorgestelde aanvulling geen bezwaar, omdat kinde
ren, door eene dergelijke bepaling getroffen, van het
verplicht schoolbezoek zijn vrijgesteld.
Wij deelen de motieven, door de Commissie van Toe
zicht op het Lager Onderwijs voor haar voorstel aan
gevoerd, en hebben alzoo de eer U, onder overlegging
der aangehaalde missives, voor te stellen te besluiten
de verordening van 29 Augustus 1902 (gemeenteblad
no. 9) aan te vullen in dier voege, dat in artikel 27,
alinea 2 dier verordening achter lichaamsziekte" wor
den ingevoegd de woorden: „of van aanhoudende, hin
derlijke onreinheid".
Leeuwarden, den 10 Februari 1903.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
A. RÖELL, Burgemeester.
P. A. BERGSMA, Secretaris.
Stoomdrukkerij van C. Jongbloed Az., Leeuwarden.