4
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1903.
Dat de burgeravondscholen niet aan hare roeping be
antwoord hebben en voor het meerendeel niet bezocht
werden door a.s. ambachtslieden, vindt zijn oorzaak m. i.
in de veelheid der vakken, die onderwezen worden.
Daardoor kon aan de hoofdvakken, het lijn- en hand-
teekenen, ook in verband met de ambachten van de leer
lingen te weinig tijd worden besteed. Bovendien kan
het onderwijs niet in een tweejarigen of driejarige cursus
gegeven worden, maar is minstens een vierjarige noodig.
De scholen, die met deze beginselen rekening hielden
en geheel gereorganiseerd werden, zijn zeer sterk in bloei
toegenomenmij zijn zelfs plaatsen bekend, waar het
aantal leerlingen van 30 tot 240 is geklommen. De
burgeravondscholen te Alkmaar, Zwolle, Hoorn, Nijmegen,
Dordrecht, Schiedam, Zutphen werden alle min of meer
in deze richting met veel succes gereorganiseerd, terwijl
Middelburg, Utrecht en andere een reorganisatie voorbe
reiden.
Yoorts werden nieuwe scholen opgericht te den Helder,
Vlaardingen, Hilversum en Almelo. Ook deze hebben
een vierjarigen cursus, terwijl het onderwijs in denzelfden
geest wordt of zal worden gegeven.
Bezwaren, die elders kunnen gelden, bestaan te Leeu
warden niet, nu de avondschool aan de nieuw te stichten
school het onderwijs aan de niet-ambachtslieden geven zal.
Een reden te meer, om de burgeravondschool te reor-
ganiseeren. Hoewel het voornamelijk aankomt op den
geest, waarin het onderwijs zal worden gegeven, ook om
dat het met het oog op de ontwikkeling der leerlingen
moeilijk een wetenschappelijk karakter dragen kan, wor
den de hiervolgende vakken van onderwijs en verdeeling
van lesuren in overweging gegeven.
Handt.
Lijn- en
handt, toe
gepast o/h
ambacht
v/d leerling.
Rekenen
en Wisk.
Ned. Taal
Boekh.
Natuur-
en Werk-
tuigk.
lekl.
6
3
3 2
2
1
2ekl.
7
2
3
2
1
1
3ekl.
8
2
3
1
1
1
1
4ekl.
8
2
3
1
1
1
1
Hierbij is aangenomen, dat evenals nu 17 uren per
week les gegeven wordt n.l. de eerste 5 werkdagen 3
uren en Zaterdagavond 2 uren.
Voorts zou het boetseeren facultatief gesteld kunnen
worden. Het onderwijs daarin zal toch voornamelijk aan
steenhouwers en stucadoors gegeven worden, die daaren
tegen minder teekenlessen ontvangen.
Eindelijk zou aan de oud-leerlingen der burgeravond
school en zoo men wil ook aan gediplomeerde leerlingen
der ambachtsschool het recht gegeven kunnen worden
nog één of twee jaren eene voortgezette klasse aan de
burgeravondschool te volgen. In die klasse zou dan be
halve het voortgezette teekenen nog onderwezen kunnen
worden, beschrijvende meetkunde, perspectief, geschiedenis
der bouwstijlen en stijlleer, stoomwerktuigkunde, enz.
Ik stel mij voor, dat er altijd leerlingen zijn, die wel
een weinig verder willen, en als patroon, onderbaas of
werkmeester in de toekomst wenschen op te treden.
Het spreekt van zelf, dat voor alle vakken van onder
wijs een programma moet worden opgemaakt, en dat bij
het teekenen reeds in het tweede jaar de ambachten zich
in groepen moeten splitsen, om het z.g. vakteekenen beter
te kunnen geven.
Gaarne ben ik bereid naar Leeuwarden te komen, ten
einde met u nader overleg te plegen, ook omdat, met het
oog op personeel, lokaliteit, enz., een nadere bespreking
der zaak mij zeer wenschelijk voorkomt.
Tot mijn leedwezen moet ik u evenwel mededeelen,
dat ik vóór 24 Augustus geen dagen meer beschikbaar
heb. Daarom geef ik u in overweging een dag tusschen
24 en 30 Augustus te kiezen, waarna ik dan mijn reis
plan kan regelenaltoos in de veronderstelling, dat u een
nadere bespreking noodig blijft achten.
De Inspecteur van het M. 0.
H. J. de GROOT.
Aan
den heer Burgemeester der Gemeente
Leeuwarden.
Bijlage III.
No. 8440.
Leeuwarden 19 September 1902.
Onder terugzending der stukken door U gevoegd bij Uw
schrijven van 8 September No. 85/933, betreffende de
reorganisatie der burgeravondschool alhier, als voorwaarde
voor de door U gevraagde koninklijke goedkeuring van
de vervanging der thans alhier bestaande burgerdagschool
door eene school voor meer uitgebreid en voortgezet lager
onderwijs, hebben wij de eer U ten antwoord op uw schrij
ven het volgende te berichten
Uit die stukken blijkt:
1° dat de Minister van Binnenlandsche Zaken in zijn
schrijven van 23 Juli jl. No. 4519 afd. O., als voorwaarde
voor de bovenbedoelde koninklijke goedkeuring wil gesteld
zien uwe toezegging van eene gelijktijdige reorganisatie
der thans alhier bestaande burgeravondschool
2° dat blijkens het schrijven van den Inspecteur van
het middelbaar onderwijs, den heer H. J. de Groot, van
9 Augustus jl., No. 96b, de Minister voornoemd die voor
waarde wil gesteld zien op advies van dien Inspecteur
3° dat, blijkens het laatstgenoemd schrijven, als ook
blijkens het uittreksel uit het register uwer notulen, van
3 September jl., No. 3, door den Inspecteur voornoemd onder
die reorganisatie wordt verstaan de verandering van den
2-jarigen cursus en het leerplan der thans alhier bestaande
burgeravondschool in een 4-jarigen cursusaansluitende
aan het gewoon lager onderwijs en met een leerplan zoo
als door dien inspecteur in zijn schrijven wordt voorgesteld
4" dat blijkens het genoemde uittreksel uwer notulen
de Inspecteur voornoemd, de kinderen die tot een ambacht
zullen worden opgeleid wenscht in staat gesteld te zien
om zoodra zij het gewoon lager onderwijs hebben door-
loopen, het onderwijs op eene burgeravondschool te volgen
en tevens hunnen ouders eenig voordeel te bezorgen door
des daags bij een baas (tegen belooning) werkzaam te zijn.
Gaarne erkennen wij, dat eene burgeravondschool voor
namelijk met het oog op de theoretische voorbereiding
voor een ambacht behoort te zijn ingericht, alsook dat de
thans alhier bestaande burgeravondschool met haar leerplan
niet aan dien eisch voldoet.
Daarentegen achten wij den eisch van den Inspecteur
om het eigenlijk vakonderwijs reeds op 12-jarigen leeftijd
te doen volgen, ten eenenmale in strijd met het beginsel,
ten grondslag liggende aan de dagschool voor meer uit
gebreid en voortgezet lager onderwijs, tot welker oprich
ting, overeenkomstig ons voorstel, door den raad der ge
meente Leeuwarden op 25 Februari jl. met algemeene stem
men is besloten.
Dat beginsel, n. 1. de behoefte aan meerdere algemeene
ontwikkeling voor den toekomstigen werkman in 't alge
meen dan het gewoon lager onderwijs kan geven, wordt
hoe langer hoe meer erkend en uitgesproken, ook zooals
eene jarenlange ondervinding ons heeft geleerd, door vele
weldenkende en oppassende ouders uit den ambachtsstand,
die hunne kinderen niet reeds op zoo jeugdigen leeftijd
bij een baas in een werkwinkel wenschen geplaatst te
zien en die beseffen, welk groot voordeel voor het later
leven hunner kinderen, ook al zijn deze ook tot een am
bacht bestemd, gelegen is in meerdere algemeene ont
wikkeling.
Overeenkomstig onze overtuiging van de steeds grooter
wordende behoefte aan die meerdere algemeene ontwik
keling, ook voor kinderen van behoeftige ouders, die ge
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1903.
5
dwongen zijn om, zoodra zij aan de leerplichtwet hebben
voldaan des daags arbeid te verrichten, heeft de raad van
Leeuwarden tevens besloten, tot instandhouding, ten be
hoeve der laatstbedoelde kinderen, van de herhalingsavond
school, al is het te betreuren, dat zulke kinderen daardoor
des avonds niet even goed, als die uit den minder behoef-
tigen kleinen burgerstand, den zegen van een voor hen
zoo onontbeerlijke vroegtijdige rust kunnen genieten.
Wij kunnen dat beginsel, „de behoefte aan meerdere
algemeene ontwikkeling"', ook waar het geldt de bevorde
ring van het theoretisch ambachtsonderwijs, niet prijs
geven en zouden het betreuren, als door den aanvang van
dat onderwijs, terstond na het doorloopen der gewone
lagere school, de ouders der voor het ambacht bestemde
kinderen, die toch allicht niet te gelijk de alhier gepro
jecteerde nieuwe dagschool en tevens de burgeravond
school zouden bezoeken, voor een moeielijk dilemma
worden geplaatst, of, bij het prijsgeven dier dagschool ter
wille van het ambachtsonderwijs, hunne kinderen zouden
zien ten achter gesteld bij kinderen, bestemd voor andere
vakken (kleinhandel, etc.), welke laatste kinderen door
meerdere algemeene ontwikkeling, verkregen op de nieuwe
dagschool, een onbetwistbaar voordeel voor hun later leven
zouden genieten boven de voor een ambacht bestemde
kinderen.
Men zal toch waarlijk niet willen beweren, dat de am
bachtsman van onzen tijd die meerdere algemeene ont
wikkeling niet noodig heeft.
Wij althans zijn overtuigd, dat juist meerdere algemeene
ontwikkeling een krachtige factor is tot verheffing van het
ambacht en den ambachtsstand en dat daarom meerdere
algemeene ontwikkeling en theoretisch ambachtsonderwijs
elkaar moeten steunen en niet elkaar in den weg moeten
staan.
Wij zijn daarom overtuigd, dat de nieuw eu goed ge
organiseerde burgeravondschool alhier behoort aan te
sluiten aan het tweede leerjaar van de geprojecteerde
dagschool voor meer uitgebreid en voortgezet lager onder
wijs, respectievelijk aan de herhalingsavondschool, hetgeen
o. i. zeer goed kan geschieden op eene wijze, waarbij
zooveel mogelijk rekening wordt gehouden met de wenschen
en inzichten van den Inspecteur voornoemd, mits ook
deze rekening houde met het feit, dat zeker in weinig
plaatsen van ons land in die mate als te Leeuwarden,
door het oprichten der bedoelde dagschool, aan de behoefte
aan meerdere algemeene ontwikkeling van den kleinen
burgerstand wordt voldaan.
Om tot eene dergelijke aansluiting te geraken komt het
ons wenschelijk voor, dat de thans alhier bestaande burger
avondschool met 2-jarigen cursus woide gereorganiseerd
tot een 3-jarigen cursus met een leerplan, in de hoofd
zaken overeenkomende met de drie hoogste leerjaren van
den door den Inspecteur bedoelden 4-jarigen cursus, met
dien verstande, dat het meer algemeene (niet op bepaalde
ambachten toegepaste) gedeelte van het onderwijs in hand
en lijnteekenen, wiskunde (reken- en meetkunde) en na
tuurkunde, voor zoover betreft het leerplan voor de le
klasse van den door den Inspecteur voorgestelden vier
jarigen cursus, woide overgelaten aan en ingelijfd bij het
leerplan van de nieuwe dagschool (respectievelijk herha
lingsavondschool), terwijl het geheele onderwijs in Neder-
landsch gerustelijk voor rekening van de nieuwe dagschool
(respectievelijk herhalingsavondschool) zou kunnen blijven,
waardoor meer beschikbare tijd zou vrijkomen voor de
andere vakken van het leerplan der gereorganiseerde
burgeravondschool.
Het feit, dat in de nieuwe dagschool een afzonderlijk
goed ingericht teekenlokaal zal worden aangebracht, waar
van des avonds ook de leerlingen der herhalingsavond
school zouden kunnen profiteeren, is o. i. een voldoende
waarborg, dat bij den overgang naar de door ons voor
gestelde burgeravondschool met 3-jarigen cursus, de leer
lingen niet behoeven achter te staan bij zulke, die het
eerste leerjaar van den door den Inspecteur bedoelden
4-jarigen cursus zouden hebben doorloopen.
In de drie leerjaren van den door ons bedoelden avond
cursus zouden dan het vakteekenen (eventueel ook boet
seeren) en de meer op het vak toegepaste gedeelten van
wiskunde, werktuigkunde en staatsinrichting (b. v. arbeids
wetgeving) tot hun recht kunnen komen. Ook zou tegen
een 4e leerjaar voor voortgezet onderwijs ten behoeve
van hen, die den 3-jarigen cursus met vrucht hadden door
loopen, geen bezwaar behoeven te bestaan. Wij houden
ons overtuigd, dat op de boven door ons voorgestelde
wijze aan de inzichten en wenschen van den Inspecteur
ruimschoots zou kunnen worden voldaan.
Dat volgens de door ons voorgestelde inrichting der
gereorganiseerde burgeravondschool het onderwijs aldaar
eerst op 14-jarigen leeftijd (in plaats van op 12-jarigen
leeftijd, volgens het voorstel van den Inspecteur) zou aan
vangen, is o. i. een groot voordeel, omdat de beroepskeuze
der ouders voor hunne kinderen niet reeds op 12-jarigen
leeftijd behoeft te geschieden, terwijl zulk eene beroeps
keuze op 14-jarigen leeftijd, en dus met meerdere kennis
van den aanleg en de neigingen van het kind, veel minder
gevaar voor mistasten oplevert.
Dat eindelijk volgens de door ons voorgestelde inrich
ting der gereorganiseerde burgeravondschool de leerlingen
niet reeds op lö-jarigen leeftijd (volgens het plan van
den Inspecteur), maar op 17-jarigen leeftijd die school zullen
hebben doorloopen achten wij allerminst een bezwaar
omdat juist die hoogere leeftijd, door meerdere verstande
lijke ontwikkeling en physieke kracht, een waarborg aan
biedt voor het beter verwerken der leerstof op die school
en voor het beter bestand zijn tegen vermoeienis, voort
spruitende uit het bezoeken der avondschool na eene
dikwijls zware dagtaak.
Eindelijk doen wij opmerken, dat de heer arrondissements
schoolopziener, ter onzer vergadering aanwezig, volkomen
met onze gevoelens instemde.
Wij hebben mitsdien de eer IJ voor te stellen
1° niet af te wijken van het beginsel (n. 1. meerdere
algemeene ontwikkeling, voorafgaande aan dat onderwijs),
ten grondslag liggende aan de geprojecteerde dagschool
voor meer uitgebreid en voortgezet lager onderwijsen
2° in beginsel te besluiten tot eene reorganisatie der
thans alhier bestaande burgeravondschool op de boven
door ons voorgestelde wijze, waarbij wij doen opmerken,
dat de nadere vaststelling van het leerplan der op die
wijze gereorganiseerde burgeravondschool zal moeten ge
schieden op voorstel van de commissie van toezicht op
het middelbaar onderwijs in overleg met den Inspecteur.
Ten slotte deelen wij U mede, dat onze vergadering in
gevolge uwe uitnoodiging onzen voorzitter en secretaris
heeft aangewezen, om met U betreffende de onderhavige
zaak te confereeren.
De Commissie van toezicht op het lager onderwijs
E. O. HOUTSMA, L. Voorzitter.
J. ARIËNS KAPPERS, Secretaris.
Aan
heeren burgemeester en icethouders
van Leeuwarden.
Bijlage IV.
No. 965.
Leeuwarden, 5 December 1902.
In voldoening aan uw schrijven van 6 October 1902
no. 85/1017 (onderwerp: reorganisatie der burgeravond
school alhier) hebben wij de eer de navolgende beschou
wingen omtrent de door den minister van binnenlandsche
zaken gewenschte reorganisatie der burgeravondschool aan
uw oordeel te onderwerpen.
De wet op het middelbaar onderwijs heeft, waar de
burgerscholen volgens art. 13 voornamelijk voor aan-