8 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1903. geheel onbemiddelden kleinen burgerstand hunne kinderen éérst naar de nieuwe dagschool en daarna naar de nieuwe burgeravondschool zenden, terwijl de onvermogenden hunne kinderen (volgens den wensch der commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs) direct naar de nieuwe burger avondschool zenden dan ontstaan er twee zeer verschil lende soorten van leerlingen even als vroeger. Dit verschil zal nog grooter worden door de directe aansluiting van de nieuwe burgeravondschool aan het 6e leerjaarvolgens de nieuwe regeling van het lager onderwijs, waarbij het zoogenaamde 7e leerjaar zal ver vallen en dus de laatstgenoemde leerlingen physiek en intellectueel nog minder goed ontwikkeld tot de nieuwe burgeravondschool zullen worden toegelaten. Aanmerking: Getal leerlingen in het 7e leerjaar, van het schooljaar 1900 1901: in de scholen der 2e klasse b119 n ii ii v 6e 37 Totaal 156 Ad. blz. 7, kol. 1, regel 6 van boven. „Hoezeer wij ook" enz. Hier geeft de commissie van toezicht op het middel baar onderwijs gereedelijk en ondubbelzinnig toe de wenscbelijkheid van het bezoeken der nieuwe dagschool door kinderen van alle standen (dus ook door de toe komstige ambachtslui), als zij niet terstond na het verlaten der lagere school iets moeten verdienen. Ergo kunnen de beschouwingen der commissie van toe zicht op het middelbaar onderwijs alleen gelden voor de kinderen van behoeftige ouders. Men bedenke, dat het ontwerp van wet op den leerplicht deze wilde tot 14 jaren, later tot 13 jaren; de wetgever bracht ze op 12 jaren. Ook vervalt te Leeuwarden het 7e leerjaar der open bare lagere scholen. Ad. blz. 7, kol. 1, regel 23 van boven. „Wil men hen echter" enz. Hier begaat de commissie van toezicht op het middel baar onderwijs de groote fout, dat zij de bestaande en door de commissie van toezicht op het lager onderwijs in hare adviezen, ten behoeve der kinderen van behoef tige ouders, gehandhaafde herhalingsavondschool totaal negeert Waarom heeft de commissie van toezicht op het middel baar onderwijs niet reeds vroeger voor de toelating tot de burgeravondschool van andere kinderen dan die de bur gerdagschool hadden doorloopeneen einddiploma van de bestaande herhalingsavondschool als verplichting geeischt, om op die wijze het verschil in leeftijd en ontwikkeling tusschen de door haar bedoelde twee soorten van leer lingen kleiner te maken Ad. blz. 7, kol. 1, regel 47. „Voor wie hier echter" enz. Welke kinderen worden hier bedoeld? Toch zeker al leen de kinderen van behoeftige ouders. Ad. blz. 7, kol. 1, regel 49. „Al is het moeilijk" enz. De commissie van toezicht op het middelbaar onder wijs ziet hier voorbij, dat het onze bedoeling is, die in het leerplan zal worden belichaamd, het volgen van vreemde talen voor de toekomstige ambachtslieden facultatief te stellen. Dit is ook het denkbeeld van 's raads rapporteurs (zie Bijlage no. 7 van 's raads handelingen over 1902). Toch mag hun de gelegenheid tot het aanleeren van één of twee vreemde talen nietzooals de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs wil, worden onthouden. De uitspraak dier commissie van toezicht: „daaraan hebben die ambachtsjongens niets", past waarlijk niet meer in onzen tijd en gaat uit van een totaal verouderd standpunt. Ad. blz. 7, kol. 1, regel 52. ..Als zij dienzelfden tijd" enz. Teekenen kan voortaan op de voor zoover noodig ge reorganiseerde herhalingsavondschool, met het oog op de goed ingerichte teekenzaal in de nieuwe dagschool, op zeer voldoende wijze worden geleerd. Het groote voordeel van de nieuwe dagschool is juist: 1°. dat kinderen van 12 tot 14 jaar 's avonds te huis kunnen blijven en vroeg naar bed kunnen gaan. (Dat dit voordeel niet kan worden genoten door behoeftige kinderen, die des daags iets moeten verdienen en daarom, als zij nog iets willen leeren, dit 's avonds moeten doen, is zeker te betreuren, maar niet te veranderen); 2°. dat bij toelating op 14-jarigen leeftijd tot de bur geravondschool (en ook tot de ambachtsschool) de leerlin gen zoowel physiek als intellectueel veel beter in staat zijn het onderwijs in die scholen te volgen; 3°. dat de burgeravondschool (en ook de ambachts school) allen beschikbaren tijd uitsluitend tot vakonderwijs kan besteden, dat daardoor beter tot zijn recht komt, en geen tijd en kosten behoeft te verspillen met algemeen 1 ontwikkelend onderwijs (b.v. in Nederl., rekenen, enz.), welk onderwijs op die school (scholen) gegeven, uit den aard der zaak een minderwaardig onvoldoend surrogaat J zal zijn voor het onderwijs op de nieuwe dagschool, waar dit onderwijs, uit den aard der zaak, veel vollediger kan worden ingericht en dus ook beter tot zijn recht kan komen. De sub 2°. en 3°. genoemde voordeelen gelden ook voor de voor zoover noodig, gereorganiseerde herhalings avondschool, zij het dan ook in mindere mate dan voor de nieuwe dagschool. Zeker zou het overweging verdienen het herhalingsavond- onderwijs voortaan in enkele lokalen der nieuwe dagschool te doen geven met het oog op de daar beschikbare hulp middelen (teekenzaal enz.). Ad. blz. 7, kol. 2, regel 20. „1°. dat blijkens" enz. Dit is beslist onjuist! Op de nieuwe burgeravondschool zullen natuurlijk kunnen komen leerlingen, die de eerste 2 leerjaren der nieuwe dagschool of de herhalingsavond school zullen hebben doorloopen en die zeer zeker, door meerdere phvsieke en intellectueele ontwikkelingsterk zullen contrasteeren met 12-jarige kinderen, die alleen de gewone lagere school (nog wel zonder het zoogenaamde 7e leerjaar) hebben doorloopen. Ad. blz. 7, kol. 2, regel 23. „2°. dat zoo al enkele" enz. Van dringen is geen sprake. De commissie van toezicht op het lager onderwijs wil alleen de gelegenheid zien gegeven tot meerdere alge- meene ontwikkeling, terwijl door de aanneming van hef voorstel der commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs die gelegenheid ontbreken zou. Men vergete toch niet, dat er onder de niet geheel on vermogende oudersmaar zeker nog meer onder de be hoeftige ouders zijn die bij alle belangstelling in de op voeding en de toekomst hunner kinderen, maar bij gemis aan het juiste inzicht bij de keuze der middelen daartoe, bij de verwezenlijking van den wensch der commissie van toezicht op het middelbaar onderwijsop een minder goeden weg zouden worden gelokt. Zulken ouders meerdere gelegenheid te geven en een beter inzicht bij te brengen, zonder ook maar eenigszins de vrijheid hunner keuze te beperkenmaar integendeel die keuze te verruimen, was en blijft de bedoeling der commissie van toezicht op het lager onderwijs. Groot gewicht legt hierbij in de schaal de rondborstige verklaring door den heer S. Baron, directeur der ambachts school alhier, mondeling gegeven aan den secretaris der commissie van toezicht op het lager onderwijs, dat n. 1. die directeur op zijne school de nieuwe leerlingen liever op 15-jarigen dan op 12-jarigen leeftijd wil toegelaten zien. Geldt dit voor de ambachtsschool, dan moet zulks ook gelden voor de nieuwe burgeravondschool, daar deze dan, ook blijkens de bedoeling der commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs, zal zijn een school voor theo Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1903. 9 retisch vakonderwijsals uitbreiding van- en toevoegsel tot de ambachtsschool, voor zulke vakken, die buiten het beperkt programma der ambachtsschool vallen. Zooals boven is aangetoond, is het hoofdmotief van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs tot toelating op de nieuwe burgeravondschool op 12-jarigen leeftijdde noodzakelijkheid, dat kinderen van behoeftige ouders terstond na het doorloopen der gewone lagere school wel moeten trachten iets te verdienen. Maar zullen inderdaad zoovele flink ontwikkelde ambachts lieden uit den behoeftigen stand komen? De meeste kinderen uit dien stand komen des daags niet bij flinke ambachtsbazen om in het ambacht practisch te worden onderwezen, maar worden veedrijver, straatventer, loop jongen en op lateren leeftijd „losse werkman", sjouwerman, opperman of hoogstens pakhuisknecht. Het grootste leerlingen-contingent der nieuwe burger avondschool (en der ambachtsschool) zal steeds komen uit den niet geheel onvermogendenweidenkenden, kleinen burgerstand; de kinderen uit dien stand komen in de eerste plaats in aanmerking voor het bezoeken der nieuwe dagschool. Dit zoo zijnde, vervalt voor het grootste deel het motief der commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs tot toelating op de nieuwe burgeravondschool op 12-jarigen leeftijd, terwijl, zooals boven is gezegd, ook voor behoeftige kinderen de gelegenheid tot meerdere algemeene ontwikkeling op de voor zoover noodig gere organiseerde herhalingsavondschool openstaat. Resumé Wat wil dus de commissie van toezicht op het lager onderwijs 1° Zij wil zoo ruim mogelijk gelegenheid zien gegeven tot het verkrijgen van meer algemeene ontwikkeling voor kinderen uit alle standen die de gewone lagere school hebben doorloopen; 2°. Zij acht een kind op 12-jarigen leeftijd, zonder meerdere algemeene ontwikkeling dan de gewone lagere school kan geven, zoowel physiek als intellectueel niet in staat, eenig vakonderwijs met vrucht te kunnen volgen 3°. Zij is overtuigd, dat het kind eerst op minstens 14-jarigen leeftijd en na eene meer algemeene ontwikke ling te hebben verkregen, zoowel physiek als intellectueel in staat is, het vakonderwijs met vrucht te kunnen volgen; 4°. Zij wil den ouders van alle standen het inzicht bijbrengen tot het kiezen der juiste middelen voor het opleiden hunner kinderen tot het meest gewenschte levens beroep 5°. Zij wil de ouders niet gedwongen zien, om reeds op den 12-jarigen leeftijd hunner kinderen eene beslissende keuze voor een toekomstig beroep te doen 6°. Zij is overtuigd, dat eerst na 12-jarigen leeftijd de aanleg dier kinderen, geholpen door zoo ruim mogelijke algemeene ontwikkeling, zich voldoende zal openbaren en daardoor op meer betrouwbare wijze de toekomstige levens weg voor dat kind zal worden aangewezen 7°. Zij stelt mitsdien de toelating tot de nieuwe burger avondschool: a. op minstens 14-jarigen leeftijd, en b. op vertoon hetzij van een getuigschrift van een 2-jarigen cursus aan de nieuwe dagschool, hetzij van een eind diploma der herhalingsavondschool als hoofdzaak. Bijzonder gewicht legt hierbij in de schaal de verkla ring van den heer W. C. de Groot, architect en lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs, die zich met de a. en b. genoemde voorwaarden voor toelating tot de nieuwe burgeravondschool volkomen vereenigt; zijn wensch, dat bij de samenstelling van het leerplan der nieuwe dagschoolmaar vooral van de zoover noodig gereorganiseerde herhalingsavondschool rekening worde gehouden met de eischen der nieuwe burgeravondschool, verdient zeker te worden behartigd; 8°. Wordt aan den sub 7°. gestelden wensch voldaan, dan zouden wij ons ook met een vierjarigen cursus voor de nieuwe burgeravondschool kunnen vereenigen, onder opmerking, dat ons voorstel van een driejarigen cursus alleen bedoelt: a. besparing van noodelooze uitgaven voor het onder wijs aan die school; b. tijdsbesparing voor de leerlingen dier school met het oog op onzen wensch tot toelating op minstens 14- jarigen leeftijd. Hierbij verdient te worden opgemerkt dat de gereorga niseerde burgeravondscholen te Zierikzee (1902) en Dord recht (1902) 3 gewone cursussen tellen in plaats van 4; 9°. Zij wil dus allerminst aan behoeftige kinderen, die terstond na het doorloopen der gewone lagere school, des daags iets moeten verdienen, de gelegenheid daartoe ont nemen zij wil hun slechts na volbrachten dagarbeid de gelegenheid openen tot meerdere algemeene ontwikkeling op de bestaande en voor zoover noodig gereorganiseerde herhalingsavondschool, desgewenscht als voorbereiding voor de nieuwe burgeravondschool. Ten slotte zij nog verwezen naar hetgeen de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs schreef op 5 Juni 1897, no. 756 (zie Bijlage no. 9 van's raads hande lingen 1897). De lectuur van dit advies is in dezen van veel belang daarbij spreekt die commissie o. a. de hoop uit, dat, ter betere aansluiting van het openbaar lager aan het middel baar onderwijs „het openbaar lager onderwijs hier ter stede zich wat meer mag verheffen." Aan dezen wensch nu wordt juist voldaan door het oprichten der herhalingsdagschooltot stichting van zoo danige school met driejarigen cursus is dan ook door die commissie in 1897 geadviseerd. Ook vergelijke men met ons advies de memorie van toelichting op het ontwerp van wet der staatsbegrooting, dienst 1903 (Bijlage A tot de handelingen der Staten- Generaal 1902, blz. 6, 22 en 23 ad. art. 123), alwaar ook de Minister van Binnenlandsche Zaken in de eerste plaats voor aanstaande ambachtslieden het voortgezet lager onder wijs noodzakelijk acht. Aldus vastgesteld ter buitengewone vergadering der commissie van toezicht op het lager onderwijs te Leeu warden, 17 December 1902. VAN KETWICH VERSCHUUR, Voorzitter. J. ARIËNS KAPPERS, Secretaris. Typ. N. Miedema Co.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1903 | | pagina 35