ONTVANGSTEN STAAT A. 'ücfqeim 3c police iil'ctclicit i iKjcii om 3c jaicn 1901, 1890, 1891, 1886 en 1881. LIJST DER BIJLAGEN. 4 Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1903. aan die toezegging herinnerd en de bijdrage opnieuw aange vraagd, doch steeds zonder het minste succes. Als derde oorzaak van den ongunstigen toestand van de financiën der gemeente Amsterdam worden genoemd de stijgende uitgaven wegens Armwezen. Ook deze bedragen voor Leeuwarden een respectabel ejjfer. In 1 !I01 bleef ten laste der gemeente 58,526.15 en in 188145,881.841 Geeft een verschil van ƒ12,644.30^. De subsidie aan de Stads-Armenkamer was in 1901 /3,335.98i liooger dan in 1881, doch in die jaren is de bevolking met bijna 4,000 zielen toegenomen. Het grootste verschil wordt waargenomen in de uitgaven voor behoeftige krankzinnigen. In 1901 bleef wegens dit onderdeel ten laste der gemeente ƒ9,195.59 en in 1881 4,229.87^, wat een verschil geeft van ƒ4,965.711.*) Die stijging is aan twee oorzaken toe te schrijven. Ten eerste aan het meer voorkomen van krankzinnig heid; ten tweede aan de verhooging der verplegingskosten tot ƒ254.80 per persoon. In verband hiermede is de subsidie der provincie in die kosten verhoogd tot 65.- per persoon, doch, ofschoon beproefd is om ook eene lioogere bijdrage van het Iiijk te ontvangen, is dit slechts in zooverre mogen gelukken, dat de rijkssubsidie van 39.op 40.per persoon is gebracht. Terwijl dus de gemeenten onvoldoende schadeloos zijn gesteld voor de afschaffing der plaatselijke accijnzen, Hierbij valt op te merken, dat in 1SS1 werd ontvangen van het St. Anthory-Clasthuis eene gift ten bedrage van 4317.01 ter tege moetkoming in de kosten van verpleging van krankzinnigeu, die later is veranderd in eene vrijwillige bijdrage in de kosten van het armwezen, opgenomen in den hierna volgenden staat A. In dien staat is tevens vermeld eene vrijwillige bijdrage van het Old Burger-Weeshuis, strekken de tot tegemoetkoming in de uitgaven wegens subsidiën aan instellingen van weldadigheid. worden vooral de groote gemeenten met elk jaar ook nog zwaarder gedrukt door de kosten van het lager onderwijs en van het armwezen. Nu leest men in de grondwet„Het openbaar onder lijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der „Regeering", en „Het armbestuur is een onderwerp van „aanhoudende zorg der Regeering", doch het is natuurlijk zeer gemakkelijk de zorg voor een patient op zich te nemen, doch verre het grootste gedeelte der verplegings kosten op de schouders van anderen te leggen. De kosten van alle onderwijs, die voor rekening der gemeente blijven, hebben in 1901 bedragen 133,149.06£ en de uitgaven voor armwezen 58,526.15 Totaal ƒ191,675.21*. De hoofdelijke omslag heeft in dat jaar zuiver opge bracht, bij een percentage van 5 pCt., ƒ204,923.211. Trekt men van de uitgaven voor onderwijs af de kos ten voor de middelbare school voor meisjes, die van het voorbereidend onderwijs, de subsidies aan de Ambachts school en voor den opleidingscursus voor bewaarschool- onderwijs, als niet door de wet opgelegd, een gezamen lijk bedrag uitmakende van ƒ31,452.881, dan rest nog een bedrag van ongeveer ƒ102,000.met de uitgaven voor armwezen van nagenoeg 160,000.zijnde meer dan van de opbrengst van den hoofdelijken omslag. Voor verdere bijzonderheden ben ik zoo vrij te ver wijzen naar bijgevoegde staten. Ten slotte zij nog opgemerkt, dat de sociale wetten, die in den laatsten tijd zijn ingevoerd, zooals de gezond heidswet, de woningwet, de ongevallenwet en de be- roepswet de uitgaven der gemeenten al weder zullen doen stijgen. Leeuwarden, Januari 1903. J. TROELSTRA, Weihouder van Financiën. Staat A. Ontvangsten volgens de gemeenterekeningen over de jai-en 1901, 1896, 1891, 1886 en 1881. Staat B. V itgaven volgens de gemeenterekeningen over de jaren 1901, 1896, 1891, 1886 en 1881. Staat C. Overzicht van de gewone ontvangsten over de jaren 1901 en 1881. Staat D. Overzicht van de gewone uitgaven over de jaren 1901 en 1881. Staat E. Kosten van onderwijs per leerling en per hoofd der bevolking. Staat F. 1 itgaven wegens armwezen per hoofd der bevolking. Staat G. Bijzonderheden omtrent het belastbaar inkomen voor de heffing van den hoofdelijken omslag. Staat H. Bedrag van de schuld der gemeente en per hoofd der bevolking. Stoomdruk C. JONGBLOED Az., Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1903 | | pagina 57