Bijlage No. 3. Bijlage tot bet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 190^ 1 Aan den Raad. Mijne Heeren Wij hebben de eer U hiernevens ter vaststelling aan te bieden het ontwerp eener wijziging en aanvulling van de verordeningen tot het heffen en op de invordering van schoolgelden voor het Openbaar Lager Onderwijs, in ver band met de oprichting van de nieuwe school voor voort gezet onderwijs. Dit ontwerp, waarbij eene memorie van toelichting is gevoegd, is samengesteld in overleg met de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs. Leeuwarden, 4 Februari 1904. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden A. RÖELL, Burgemeester. P. A. BERGSMA, Secretaris. Ontwerp. De Raad der gemeente Leeuwarden, Overwegende, dat in verband met zijn besluit van 25 Februari 1902 tot oprichting eener nieuwe dagschool voor herhalings- en voortgezet lager onderwijs met drie-jarigen cursus, de verordeningen (Gemeenteblad no. 2 van 1900) a. tot het heffen van schoolgelden voor het openbaar lager onderwijs, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 October 1899 en goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 24 Januari 1900, no. 36 b. op de invordening van de schoolgelden voor het openbaar lager onderwijs, mede vastgesteld bij raadsbe sluit van 10 October 1899, wijziging en aanvulling behoeven Gelet op de artikelen 46 en 48 der wet tot regeling van het Lager Onderwijs Besluit De boven aangehaalde verordeningen opnieuw vast te stellen met de navolgende wijzigingen I. Wat betreft de heffingsverordening a. artikel 1 wordt gelezen «Het schoolgeld bedraagt per jaar voor de scholen der eerste klasse 36. scholen tweede a. - 22. scholen b. - 3.50 s school vierde (dagschool voor voortgezet onderwijs) - 30. Het onderwijs op de scholen der derde klasse wordt kosteloos gegeven. b. In artikel 2, le lid, wordt voor de woorden „of wel de school der tweede klasse a" gelezen „de school der tweede klasse a of wel de school der vierde klasse." c. Artikel 3 wordt gelezen «Kinderen en onvermogende pupillen van onvermo- «genden kunnen zonder betaling van schoolgeld op de «scholen der le klasse, der 2e klasse a en der 4e klasse «worden toegelaten. «Kinderen en minvermogende pupillen van minvermo- «genden kunnen worden toegelaten «op de scholen der le klasse en der 2e klasse a voor «de helft der bedragen, in art. 1 bepaald, «op de school der 4e klasse voor een schoolgeld van 20, ƒ10 of f 5 per jaar. «Burgemeester en wethouders beslissen, of de aanvra- «gers om kosteloos onderwijs of verminderd schoolgeld en «de pupillen, waarvoor het gevraagd wordt, tot de on- of «minvermogenden behooren en bepalen, wat de school der «vierde klasse betreft, voor de minvermogenden het juiste «bedrag van het schoolgeld, naar gelang van de omstan digheden. «Het bepaalde bij artikel 2 is op het verminderde «schoolgeld van toepassing. «Bij gebrek aan ruimte op de scholen der 3e klasse «zijn burgemeester en wethouders bevoegd, de commissie van toezicht op het Lager Onderwijs gehoord, leerlingen «kosteloos toe te laten op de scholen der tweede klasse b." d. Artikel 8 wordt gelezen «Deze verordening treedt in werking met den lsten «Mei 1904." II. Wat betreft de verordening op de invordering a. In artikel 1 wordt gelezen voor „de hoofden der scholen van de eerste en tweede klasse", „de hoofden der scholen van de eerste, tweede en vierde klasse." b. Artikel 7 wordt gelezen «Deze verordening treedt in werking met den lsten Mei 1904." De Raad voornoemd. MEMORIE VAN TOELICHTING. Zooals blijkt uit de overweging, waarop bijgaand ontwerp berust, vereischen de bestaande verordeningen betreffende de heffing en invordering van schoolgeld aan de openbare lagere scholen dezer gemeente aanvulling, in verband met de aanstaande opening van de nieuwe school voor voort gezet onderwijs. Voorgesteld wordt (artikel 1) om het volle schoolgeld aan deze school der vierde klasse te bepalen op f 30 per jaar, met de ook voor andere scholen vastgestelde ver mindering voor kinderen uit hetzelfde gezin artikel 2). Ongetwijfeld is dit bedrag, met het oog op het be paalde bij artikel 46 der wet tot regeling van het Lager Onderwijs, niet te hoog. Wel bestaat nog niet de minste zekerheid omtrent de kosten, die de nieuwe school voor rekening van de gemeente zal laten, maar als men weet, dat elke klasse ten hoogste 25 a 30 leerlingen tellen zal en aanneemt, dat voor ieder hunner het volle schoolgeld wordt voldaan, dan nog zou dit per jaar en per klasse niet meer dan f 750 a f 900 opbrengen of minder dan, naar alle waarschijnlijkheid, alleen de jaarwedde van den klasseonderwijzer zal bedragen. Toch moet het schoolgeld niet hooger worden gesteld. De nieuwe school toch is bestemd om alle leerlingen op te nemen, die, na het verlaten van de gewone school, behoefte aan voortgezet onderwijs hebben. Alleen de leer lingen van de scholen der eerste klasse met een school geld van f 36, die in den regel naar de inrichtingen van hooger of middelbaar onderwijs overgaan, zullen haar niet bezoeken, maar overigens mag op de nieuwe school eene zeer gemengde bevolking worden verwacht, samengesteld uit leerlingen, die de school der 2e klasse a met f 22 schoolgeld, de scholen der 2e klasse b met f .3.50 school geld en de kostelooze scholen hebben verlaten. Boven dien kunnen daarop ettelijke kinderen uit naburige ge meenten worden tegemoetgezien. Wil de nieuwe inrichting aan de verwachting beant woorden, dan moeten in geen geval de geldelijke offers, die van de ouders of verzorgers worden gevraagd, te zwaar zijn. Zal in vele gevallen en bepaaldelijk voor kinderen van buiten af het volle schoolgeld kunnen wor den gevorderd, de gelegenheid om tegen verminderd schoolgeld te worden toegelaten, moet voor de kinderen der kleine burgerij ruimschoots openstaan, evenzeer als de kostelooze toelating voor de onvermogenden. Zullen deze laatsten, die ook het gewoon lager onder wijs kosteloos hebben genoten, in den regel zonder beta ling van schoolgeld op de nieuwe school kunnen worden

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1904 | | pagina 28