Bijlage No. 4. 2 toegelaten, de zeer uiteenloopende financieele omstan digheden van hen, voor wie een schoolgeld van f 30 te bezwarend zou zijn, maken het onraadzaam, evenals bij de scholen der le klasse en 2e klasse a het schoolgeld voor alle minvermogenden op de helft van genoemd be drag te bepalen. Voor kinderen, die van school no. 4 komen, zou dan immers veelal te weinig betaald worden, terwijl omgekeerd voor de leerlingen, afkomstig van de scholen der 2e klasse zelfs het halve schoolgeld ad 15 in de meeste geval len een beletsel zou zijn om van het voortgezet onderwijs te genieten. Tenzij men ook al deze kinderen kosteloos zou willen toelaten, wat wederom een weinig gemotiveerd nadeel voor de gemeente zou zijn. Op dezen gedachtengang steunt de drieledige reductie, die het gewijzigde artikel 3 voor minvermogenden van het volle schoolgeld toelaat en die, de eigenaardige samen stelling van de te verwachten bevolking op de school der 4e klasse in aanmerking genomen, naar mag worden vertrouwd, voor goedkeuring zal vatbaar blijken. Reke ning houdende met ieders bijzondere draagkracht, zullen burgemeester en wethouders het juiste bedrag bepalen, dat in elk concreet geval naar billijkheid kan gevorderd worden. De wijziging van de verordening op de invordering be hoeft geen toelichting. Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. Miedema Co., Leeuwarden. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904. Aan den Raad. Mijne Heeren Wij hebben de eer U hiernevens ter vaststelling aan te bieden het ontwerp eener nieuwe verordening, tot regeling van het openbaar lager onderwijs in de gemeente. Dit ontwerp, dat door ons College is opgemaakt in overleg met de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs, is vergezeld van eene Memorie van Toelichting, waarin de motieven voor de voorgestelde herziening der bestaande verordeningvoor zooveel noodig scheen, zijn uiteengezet. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, Leeuwarden, 9 Februari 1904. ONTWERP. A. RÖELL, Burgemeester. P. A. BERGSMA, Secretaris. De Raad der gemeente Leeuwarden, Overwegende, dat, in verband met zijn besluit van 25 Februari 1902, tot oprichting eener nieuwe dagschool voor herhalings- en voortgezet lager onderwijs met driejarigen cursus, de „Verordening tot regeling van het openbaar lager onderwijs in de gemeente", opnieuw vastgesteld bij raadsbesluit van 4 September 1894 (Gemeenteblad no. 15) en gewijzigd bij raadsbesluiten van 26 Januari 1897 (Gemeenteblad no. 8), 10 October 1899 (Gemeenteblad no. 15) en 23 Juli 1902 (Gemeenteblad no. 12), herziening behoeft; Gelet op de artikelen 16, 17 en 18 van de wet tot regeling van het Lager Onderwijs; Besluit Met intrekking van de aangehaalde verordening, vast te stellen de navolgende nieuwe VERORDENING tot regeling van het Openbaar Bestaande verordening. Art. 1. Van wege de gemeente wordt openbaar lager onderwijs gegeven in scholen, die, naar den omvang van het on derwijs en de heffing van schoolgelden, in drie klassen worden verdeeld. Art. 2. Het getal scholen is ten minste van de eerste klasse twee tweede a één b vier derde vier. De scholen worden genummerd, te beginnen met no. 1. Art. 3. Gelijkluidend. Art. 4. De scholen der eerste klasse zijn bestemd tot voorbe reiding voor hooger of voor middelbaar onderwijs, die der tweede en der derde klasse voor eindonderwijs. Art. 5. Het onderwijs wordt gegeven op de jongensschool der eerste klasse in het lezen, het schrijven, het rekenen, de beginselen der Nederlandsche taal, die der vaderlandsche geschiedenis, die der aardrijkskunde, die van de kennis der natuur, het zingen, de beginselen der Fransche taal, het handteekenen en de gymnastiek meisjesschool der eerste klasse in Lager Onderwijs in de gemeente. Art. 1. Van wege de gemeente wordt openbaar lager onderwijs gegeven in scholen, die, naar den omvang van het onder wijs en de heffing van schoolgeld, in vier klassen worden verdeeld. Art. 2. Het getal scholen is ten minste van de eerste klasse twee tweede a één b vier derde vier vierde (dag school voor voortgezet lager onderwijs) één. De scholen worden genummerd, te beginnen met no. 1. Art. 3. Van de scholen der eerste klasse is één uitsluitend voor jongens, één uitsluitend voor meisjes bestemd. Al de overige scholen zijn bestemd voor jongens en meisjes te zamen. Het gymnastiekonderwijs wordt voor jongens en meisjes afzonderlijk gegeven. Art. 4. De scholen der eerste klasse zijn bestemd tot voorbe reiding voor hooger of voor middelbaar onderwijs, die der tweede en derde klasse voor eindonderwijs en die der vierde klasse voor voortgezet lager onderwijs. Art. 5. Het onderwijs wordt gegeven op de jongensschool der eerste klasse in het lezen, het schrijven, het rekenen, de beginselen der Nederlandsche taal, die der vaderlandsche geschiedenis, die der aardrijkskunde, die van de kennis der natuur, het zingen, de beginselen der Fransche taal, het handteekenen en de gymnastiek meisjesschool der eerste klasse in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1904 | | pagina 29