Bijlage iVo. 12.
Memorie van Toelichting.
Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904. TfijLno. 12.
WIJZIGING der verordening tot het heffen
van veergeld voor het gebruikmaken
van door de gemeente aangelegde
pontveren^Gemeenteblad 1899 no. 4.)
a. tegenover de Schoolstraat en het Wagenplein;
b. tegenover den Nieuweweg bij liet Ziekenhuis en
den Grachtswal;
c. tegenover het Zaailand en den Westersingel.
B. te bepalen dat deze verordening in werking zal
treden den len Augustus 1904.
De Baad voornoemd.
Aan den Raad.
Mijne Heeren
Wij hebben de eer U ter vaststelling aan te bieden
een ontwerp-besluit tot wijziging van art. 1 der boven
staande verordening. De gronden, waarop het rust, zullen
in de bijgevoegde memorie van toelichting worden aan
getroffen.
Leeuwarden, 10 Mei 1904.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
A. ROELL, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
De Raad der gemeente Leeuwarden,
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders
d.d. 10 Mei 1904;
Gelet op de artt. 238 en 240 der Gemeentewet;
Besluit:
A. art. 1 der verordening tot het heffen van veergeld
voor het gebruikmaken van door de gemeente aangelegde
pontveren (Gemeenteblad 1899 no. 4), goedgekeurd bij
Koninklijk Besluit van den 17en Januari 1899 no. 15,
gewijzigd vast te stellen als volgt:
Bij Raadsbesluit van den 25en Maart 1902 werd
besloten tot het leggen van eene vaste brug over de
stadsgracht bij de Visehmarkt in het verlengde der Nieuwe
Oosterstraat, met het tot stand komen waarvan uit den
aard der zaak het pontveer daar ter plaatse is vervallen.
Uit dien hoofde wordt voorgesteld in art. 1 der betreffende
verordening (Gemeenteblad 1899 no. 4) bedoeld veer, sub
litt. c vermeld, te schrappen en daarvoor in de plaats
te stellen het pontveer tussclien het Zaailand en den
Westersingel, tot het leggen waarvan in beginsel in de
vergadering van den gemeenteraad van 22 Dec. 1903
werd besloten.
Verdere wijzigingen zullen de bedoelde heffingsveror
dening en die op de invordering door deze verandering
niet behoeven te ondergaan.
Met name zal dus ook voor dit veer de bepaling gelden,
dat voor de overvaart per keer l/j cent en per week
abonnement 5 cent door eiken passagier verschuldigd zal zijn.
Daar de bestaande veren in eene algemeen gevoelde
behoefte voorzien, wat ook van dit nieuwe veer mag
worden verwacht, bestaat voor verhooging der passage
gelden, die aan den anderen kant ook bezwaarlijk lager
kunnen worden gesteld, geene aanleiding. De opbrengst
der openbare verpachting, waardoor de invordering ge
schiedt, zal ook hier ongetwijfeld, gelijk eveneens de
ervaring bij de andere veren heeft geleerd, de kosten van
aanleg en onderhoud ruimschoots dekken.
Ten behoeve der gemeente Leeuwarden wordt een
veergeld geheven voor het gebruikmaken van het pontveer: