Bijlage No. 15.
Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad vau Leeuwarden, 1904.
Sedert is geene nieuwe commissie benoemd, en op een vraag van rapporteurs over de begrooting voor 1902
(volgn. 126), of het niet wenseheljjk zou zijn, op nieuw cene waagcommissie te benoemen, werd door ons geant
woord: „Eene nieuwe waagcommissie is nog niet kunnen worden benoemd. De verordening beperkt in dit op-
„zicht de keus, en die in aanmerking zouden komen, hebben bedankt. Tot dusver is het gemis eener waagcom-
„missie nog niet gevoeld. Misschien zal het wenschelijk zijn de verordening op de waag ten aanzien van dit
„punt te wijzigen" (zie bijl. nos. 28 en 29 tot het verslag van 's raads handelingen over 1901).
Nog kunnen we verklaren dat het gemis eener waagcommissie niet is of wordt gevoeld. Nu burgemeester en
wethouders, als gevolg van het gemis dezer commissie, meer rechtstreeks kunnen optredenookzoonoodig tegen
over den waagmeester, is de gang van zaken er geenszins minder op geworden.
In den loop dor jaren is alles geregeld; er valt niets bijzonders meer te regelen, en wat het onmiddellijk toe
zicht betreft, burgemeester en wethouders hebben het voornemen, een hunner in 't bijzonder te belasten met de
zaken de waag betreffende, zooals dit ook plaats heeft met andere takken van dienst.
Mocht men dan al oordeelen in bijzondere gevallen de voorlichting van deskundigen noodig te hebben, welnu
dan staat daarvoor de gelegenheid wel open.
In de IJ aangeboden concept-verordening is dan ook geen sprake meer van een waagcommissie, maar wordt
de waagmeester voor alles de aansprakelijke persoon.
W ijziging van do verordening regelende het gebruik van de waag zouden wij U in elk geval moeten voorstel
len, daar wij van oordeel zijn, dat in het nieuwe besluit tot heffing van rechten voor het gebruik van de waag
ook moet worden opgenomen een recht betreffende de eierenmarkt.
De eierenmarkt toch kan als gelukt worden beschouwd. In 1903 was de aanvoer aan de waag 16,597 kilo
gram, met een bruto opbrengst van pl.m. ƒ11,000; in de eerste vier maanden van dit jaar bedroeg de aanvoer
15,840 kilogram; dus bijna evenveel als in het geheele jaar 1903.
Waar nu bij raadsbesluit van 23 December 1902 de openstelling der waag voor den eierenhandel facultatief
werd gesteld, meenen wij dat thans de waag bepaald voor die markt opengesteld moet worden.
Met deze algemeene toelichtingen meenen wij te kunnen volstaan. De bijzondere toelichtingen, voor zooveel
noodig, vindt men nevens ieder artikel.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904. Bijl MO. 15
UNTWERP-VERORDENINGEfci op de heffing en op de invordering
van rechten aan de waag te Leeuwarden.
Aan den Baad.
Mijne Hceren
De verordening tot heffing van waagrechten, vastgesteld bij Uw besluit van 5 September 1899 is tot 1 Januari
1905 goedgekeurd.
Deze verordening zal dus, ten einde de daarbij bedoelde rechten bij voortduring te kunnen heffen, opnieuw
vastgesteld en ter goedkeuring ingezonden moeten worden.
Naar aanleiding daarvan hebben wij de eer het hierna volgend heffingsbesluit met de daarbij behoorende ver
ordening op de invordering, voorzien van eene memorie van toelichting, U ter vaststelling aan te bieden.
Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om met liet oog op de thans in de waag gehouden eierenmarkt
eenige aanvullende bepalingen in het ontwerp-heffingsbesluit op te nemen.
Leeuwarden, 3J Mei 1904.
Burgemeester en Wethouders ran Leeuwarden
A. RÖELL, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
Gelijk aan de bestaande verordening.
De raad der gemeente Leeuwarden;
Overwegende, dat de verordening tot het heffen van
waagrechten, vastgesteld bij raadsbesluit van den 5 Sep
tember 1899, bij Kon. Besluit van den 21 December 1899,
no. 35 is goedgekeurd tot 1 Januari 1905
Overwegende, dat met de heffing dezer rechten ook
na gemeld tijdstip dient te worden voortgegaan;
Gelet op de artt. 238, 240 en 254 der Gemeentewet;
Mede gelet op art. 19 der verordening, regelende liet
gebruik van de waag
Besluit
vast te stellen de volgende
VERORDENING tot het heffen van waagrechten.
Art. 1.
Ten behoeve der gemeente Leeuwarden worden rechten
geheven
voor het wegen en verwerken van aan de waag
aangevoerde waren
b. voor het bewaren van boter in de daarvoor in de
waag bestemde bergplaats
c. voor het gebruik van standplaatsen in de waag;
d. voor het gebruik van aanplakborden en muurvlakte
in de waag.
Art. 2.
Idem.
liet recht voor liet wegen en verwerken van waren
voor boter:
bedraagt
van een vat, bruto wegende 40 kilogram of meer ƒ0.16
„20 tot beneden 40
kilogram-0.08
van een vat, bruto minder wegende dan 20 kilo
gram - 0.04
Voor het plaatsen en verwerken van aan de waag aan
gevoerde vaten boten, die reeds elders aan eene waag
zijn gewogen en waarvan het vereischte biljet wordt ver
toond, alsmede van vaten boter, waarvan geen weging
wordt verlangd, bedraagt het recht
van een vat, een bruto gewicht hebbende van
40 kilogram of meerf0.05
van een vat, een bruto gewicht hebbende van
20 tot beneden 40 kilogram- 0.03