Bijlage tot liet verslag van de handelingen v;
In het ontwerp is daarom door onze Commissie het
geven van uitvoerings-voorschriften aan Burgemeester
en Wethouders overgelaten, zoo dikwijls deze den
toestand betreffen, waarin de gebouwen der vereeni-
gingslokalen ten allen tijde moeten verkeeren, en is
daarentegen de Burgemeester, uit kracht van genoemd
artikel 188, aangewezen, om de voorschriften te
geven, die uitsluitend belmoren te worden inaclitge-
nomen gedurende den tijd, dat de vereenigingslokalen
voor het publiek toegankelijk worden gesteld.
Met hot bovenstaande meonen wij tot toelichting
van het ontwerp te kunnen volstaan. De artikelen
schijnen, ieder in het bijzonder, geen nadere uiteen
zetting te behoeven vooral nietals zal zijn kennis
genomen van het rapport der brandmeesters, dat bij
de stukken zal worden ter visie gelegd.
Leeuwarden, 26 Juli 1904.
De Commissie voor het ontwerpen van
strafverordeningen
A. RÖELL.
A. DUPARC.
II. D. vax KEÏWICH VERSCHUUR.
C. BEEKHUIS.
A. HENALÜA IIz.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende, dat er noodzakelijkheid bestaat tot
het wijzigen van de verordening tot voorziening tegen
en bij brand, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 Mei
1897 (Gemeenteblad no. 17), aangevuld bij raadsbe
sluiten van 23 Mei 1899 (Gemeenteblad no. 9) en 28
November 1899 (Gemeenteblad no. 18);
Gelet op de artikelen 135 en 161 der ge
meentewet
Besluit
Vast te stellen navolgende
VERORDENING tot wijziging der verorde
ning tot voorziening tegen en bij
brand.
Artikel I.
Artikel 22bis wordt gelezen:
Met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geld
boete van ten hoogste vijfentwintig gulden wordt
gestraft hij dieteuzij in een inrichtingals is be
doeld in artikel 2 no. IV, der hinderweteen
hoeveelheid benzine, hetzij ten verkoop, hetzij tot
eigen gebruik voorhanden heeft
a. van meer dan vijftig liter
b. van meer dan drie liter, anders dan, in me
n den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904.
talen kannen of vaten, voorzien van een inrichting,
die het ontploffen belethetzij in het reservoir van
oen twee- of meerwielig motorrijtuig.
Art. II.
De artikelen 32 tot en met 42 worden vervangen
door de navolgende bepalingen
Art. 32.
Met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geld
boete van ten hoogste vijfentwintig gulden wordt
gestraft de ondernemer, bestuurder of beheerder van
een vereenigingslokaal, die dat lokaal voor het hou
den van openbare vermakelijkheden of van voor het
publiek toegankelijke bijeenkomsten gebruikt of laat
gebruiken, tenzjj
lo. indien de verlichting door gas geschiedt, op
alle door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen
plaatsen gasmeters en afsluitkranen zijn aangebracht;
2o. op de door Burgemeester en Wethouders aan
te wijzen plaatsen de door hen noodig geoordeelde
brandbluschmiddelen in dadelijk bruikbaren toestand
aanwezig zijn
3o. het lokaal zij voorzien van alle naar buiten open
draaiende nooddenren en uitgangen, trappen en buiten
balkons, die Burgemeester en Wethouders in het
belang der veiligheid noodig oordeolen
4o. op de door Burgemeester en Wethouders aan
te wijzen plaatsen de weg naar den naastbij zij nden
uitgang duidelijk leesbaar geschilderd zij aangewezen
5o. voor zoover, en op de door Burgemeester en
ethouders te bepalen wijze, het aanwezige tooncel-
decoratief met bijbehooren onbrandbaar zij ge
maakt
6o. de boven- en de zijlichten van het tooneeldecora-
tief benevens de voetlichten door middel van ijzer
gaas of ander metalen omhulsel zijn beschermd
7o. bovenlichten op korteren afstand dan 0.75
meter onder houten vloeren of andere brandbare
voorwerpen door middel van een bekleeding met
plaatijzer of zink zijn beveiligd
8o. een brandvrij scherm, dat het tooneel'van de
voor het publiek bestemde ruimten scheidt, zij aan
gebracht en in altijd bruikbaren toestand worde on
derhouden, indien dit een en ander door den Raad
wordt voorgeschreven.
Artikel 33.
Met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geld
boete van ten hoogste vijfentwintig gulden wordt
gestraft hij die openbare vermakelijkheden of voor
het publiek toegankelijke bijeenkomsten houdt of laat
houden in een vereenigingslokaaltenzij van het
oogenblik, waarop dit voor de bezoekers wordt open
gesteld, totdat zij het hebben verlaten:
Bjjlage tot het verslag van de handelingen van den
1". goed lichtgevende patentolielampen of van hel
der brandende kaarsen voorziene lantaarns branden
in de onmiddellijke nabijheid van elke aanwijzing
naar dan naastbjjzijnden uitgangzoomede op alle
andere door den Burgemeester aa:i te wijzen plaatsen
2'. voor de verzekering van de bediening der
brandbluschmiddelen de door den Burgemeester voor
geschreven maatregelen zijn genomen
3'. loopers en vloerkleeden zijn verwijderd, voor
zoover dit door den Burgemeester noodig wordt ge
oordeeld
4'. het onbelemmerd gebruik van alle trappen
toegangs- of gemeenschapsdeuren, nooddeuren en uit
gangen zij verzekerd
5o. voor zoover en op de door den Burgemeester
te bepalen wijze, aan buitenbalkons van leuningen
voorziene trappen zijn bevestigd
6\ de door den Burgemeester noodig geoordeelde
gangpaden aanwezig zijn en worde zorg gedragen, dat
deze noch door personennoch door voorwerpen
worden bezet
7U. voor zoover en op de door den Burgemeester
te bepalen wijze zitplaatsen en andere voorwerpen
zijn vastgezet;
8\ een verbod om te rooken duidelijk zichtbaar
te lezen worde gesteld op alle door den Burgemees
ter aan te wijzen plaatsen.
Artikel 34.
Hij die anders dan in het buffet met aanhoorig-
lieden of in het tot woning ingerichte gedeelte van
een vereenigingslokaal petroleum of spiritus brandt
of in eenig licht- of kooktoestel voorhanden heeft
wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vijfen
twintig gulden.
Artikel 35.
Hij, die nalaat of verzuimt, van het voorgenomen
gebruik van vuurvuurwerk of andere licht brand
bare stoffen in een vereenigingslokaal ten minste
vierentwintig uren te voren kennis te geven aan den
Burgemeester of bij dat gebruik de voorzorgsmaat
regelen te nemen, die door dezen worden voorge
schreven, wordt gestraft met hechtenis van ten hoog
ste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijfentwin
tig gulden.
Artikel 36.
Hij, die anders dan in het tot woning ingerichte
gedeelte van een vereenigingslokaal vuur stookt of
laat stoken, tenzij met vergunning van Burgemeester
en Wethouders en met opvolging van de door dezen
aan de vergunning te verbinden voorwaarden, wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of
geldboete van ten hoogste vijfentwintig gulden.
gemeenteraad van Leeuwarden, 1904. Ryl.no. 24.
—BWIIWIIH. UHUlnyULAlOil I III I iWMWA' »WM
Artikel 37.
Hij, die openbare vermakelijkheden of voor het
publiek toegankelijke bijeenkomsten houdt of laat
houden in een vereenigingslokaal, waaromtrent dooi
den Raad of, in spoedeischende gevallen, door den
Burgemeester aan den ondernemer, bestuurder of
beheerder schriftelijk is medegedeeld zijn verklaring,
dat het, zelfs bij voldoening aan de artikelen 32 tot
en met 36, met het oog op de veiligheid voor dat
doel ongeschikt is, wordt gestraft met hechtenis van
ten hoogste vijfentwintig gulden.
Artikel 38.
Hij, die van het oogenblik, waarop een vereenigings
lokaal voor de bezoekers is opengesteld totdat zij dit
hebben verlaten, het onbelemmerd gebruik der gang
paden, toegangs- of gemeenschapsdeuren, nooddeuren,
uitgangen of trappen door het innemen van een staan
plaats of door het plaatsen van eenig voorwerp ver
hindert, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste
vijfentwintig gulden.
Artikel 39.
Met geldboete van ten ^oogste tien gulden wordt
gestraft:
a. hij, die tot een vereenigingslokaal den toegang ver
leent of zich den toegang verschaft, nadat door de
politie is verklaard, dat alle voor het publiek bestem
de plaatsen zijn ingenomen;
b. hij, die niet terstond voldoet aan een bevel der
politie om een vereenigingslokaal te verlaten, als dit
in het belang der orde of veiligheid geheel of ge
deeltelijk wordt ontruimd.
Artikel 40.
Hij, die in een vereeniginglokaal rookt op plaatsen,
waar het verbod om dit te doen duidelijk zichtbaar
staat te lezen, wordt gestraft met geldboete van ten
hoogste vijf guldea.
Artikel 41.
Met geldboete van ten hoogste vijftien gulden wordt
gestraft
lo. de ondernemer, beheerder of bestuurder van
een vereenigingslokaal, die niet gedoogt, dat een uit
treksel dezer verordening, voorzooveel de artikelen
32 tot en met 40 betreft, op de door den Burgemees
ter aan te wijzen plaatsen van zijnentwege wordt aan
geplakt of opgehangen
2o. hij, die dit uittreksel wegneemt, verplaatst,
onleesbaar of onzichtbaar maakt.
Artikel 42.
Voor de toepassing van de artikelen 32 tot en met