Tot toelichting van het belangrijk verschil tusschen de raming en het bedrag der werkelijke uitgaven wordt opgemerkt dat het be drag der uitgetrokken tijdelijke geldleening ter voorziening in eventueele behoefte aan kasgeld ad f 100.000 niet- is opgenomen, terwijl gelijk bedrag ad. 100.000 in uitgaaf is geraamd. Met weg lating van deze som ad f 100.000. zijn, blijkens vorenstaande specificatie, de uitgaven eene som van f 21.575.85 beneden de ra ming gebleven. De inkomsten bedragen, blijkens vorenstaande specificatie minder dan de daarvan gemaakto raming, eene som van. 28.090.45£ De uitgaven bleven beneden de raming Maakt het saldo der rekening ad Tot nadere toelichting het volgende Verschillende imkomsten bedragen blijkens de daar van gemaakte specificatie te zamen meer dan de raming88.601.04 terwijl andere, daaronder niet begrepen het niet opgenomen bedrag der uitgetrokken tijdelijke leening ter voorziening in de eventueele behoefte aan kas geld, bloven beneden de raming te zamen 16.694.491 Blijft boven de raming 71.909.54£ De gezamenlijke uitgaven (daaronder niet begre pen de tijdelijke leening voor kasgeld) leveren een overschot op van24.575.85 Maakt te zamen het saldo der rekening ad Hieronder is begrepen voor verschillende werken die in 1903 zijn aangevangen en in 1904 worden voortgezet eene som van f 10173.35 welk beschikbaar gebleven bedrag op het dienstjaar 1904 moet wor den overgebracht. Opgemaakt naar aanleiding van art. 219 der gemeentewet. J. TROELSTRA L.-Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. Bijlage tot het verslag van dc handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1901. WERKELIJK BEDRAG volgens de REKENING. UITGAVEN- I 124.575.85 96.485.891 96.485.891 Burgemeester en Wethouders vju Leeuwarden 1 Bijlage tot het verslag van dc handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1901. Bijl. 1X0. SO. Bijlage 'No. SO. VERSLAG van de commissie van rapporteurs uit de sectiën van den raad, betreffende het onderzoek der ontwerp-gemeente-begrooting voor 1905. De sectiën werden bijgewoond door 16 leden. Met het oog op de afwezigheid van verschillende leden verineenen rapporteurs dat het wel wenschelijk zou zijn in 't vervolg, zoo mogelijk, in overleg te treden omtrent het bepalen van den dag tot het houden van de bedoelde vergaderingen. Zoowel in de le als in de 3e sectie had men gaarne gezien, dat het saldo der rekening van 1903, waarmede de begrooting begint, beter ware gespecificeerd. Een lid van de 3e sectie had berekend, dat onder bedoeld saldo circa 18000.behoorde wegens eene buitengewone aflossing door do gasfabriek in 1903 aan de gemeente gedaan en die dus strikt genomen had moeten dienen voor aflossing van de gemeente- schuld, volgens raadsbesluit van 8 Juli 1902. Andere leden, vooral in de le sectie, wezen er op, dat zonder dit saldo van vroegere diensten de begroo ting niet sluitende zou kunnen worden gemaakt en dat de gewone uitgaven de gewone inkomsten met circa f 40000.overtreffen. De toekomst werd door een der leden van deze sectie donker ingezien. Tegenover de bewering, dat het saldo van vroegere diensten als een post van buitengewone ontvangst dient te worden beschouwd, werd aangevoerd, dat men evengoed kan beweren, dat bedoeld saldo moet strekken tot dekking van gewone uitgaven, die nog niet hadden plaats gehad en wolk saldo derhalve dan ook als een gewone post van ontvang kan worden aan gemerkt. In de le sectie werd do aandacht gevestigd op het boek van Hubert Yeth, Wethouder van Dordrecht, met welks strekking sympathie werd uitgesproken. Men meende, dat, indien de daarin modegcdeolde denkbeelden werden opgevolgd, do begrooting een meer duidelijk overzicht zou geven van de verschil lende takken van dienst en zou kunnen worden nage gaan, waarop verloren en waarop gewonnen wordt, terwijl het voorts wenschelijk werd geacht dat een balans van bezittingen en schulden der gemeente word opgemaakt en bij de begrooting werd overgelegd. Ieder die belang heeft bij den goeden gang van zaken, zou dan kunnen weten waarvoor belasting wordt betaald en tevens zou beter dan nu kunnen worden nagegaan, aan welke takken van dienst meer kan worden besteed en waarop meer zou dienen te worden bezuinigd. Rapporteurs, het gesprokene in de sectiën hier in 't kort weergevende, deelen in hoofdzaak het geop perde bezwaar over de verhouding der gewone uit gaven tot de gewone ontvangsten, hoewel echter de toekomst door hen niet zoo donker wordt ingezien als bij een der leden van de le sectie het geval was. Zij herinneren dat vroeger bij het behandelen der begrooting meermalen dezelfde bezwaren zijn geop perd en dat ook dezelfde argumenten daartegen zijn aangevoerd als nu zijn gebezigd. Zij onderschrijven gaarne ook de meening, dat het saldo van vroegere diensten in allen gevalle niet voor zijn geheel als een buitengewone bato dient te worden aangemerkt, omdat toch dikwijls gewone uitgaven, die nog niet hebben plaats gehad, in de nieuwe begrooting zijn overgenomen. Kennismaking met liet hiervoren genoemde boek werk van den heer Hubert Yeth zou, naar hunne meening, wel aanbeveling verdienen op dozelfde gronden als daarvoor in de le sectie zijn aangevoerd. Algemeene beschouwingen werden in de 2e sectie niet gehouden. De behandeling der artikelen gaf aanleiding tot de volgende opmerkingen UITGAVEN. Volgn. 83. In allo sectiën werd aangevoerd, dat de onder dit volgnummer uitgetrokken som met ƒ200. dient te worden verhoogd, in verband met de aan oen der hier bedoelde ambtenaren, bij raadsbesluit van 13 September j.L, toegekende personeele toelage. Volgn. 90. De lo sectie vereenigde zich met een daarin gedaan voorstel, om niet af te wijken van den tot nu toe gevolgden regel, door het kohier van den hoofdelijken omslag en de gemeente-rekening als bijlage in het raadsverslag -op te nemen en dus door den druk daaraan publicatie te geven. Rapporteurs vereenigen zich met deze zienswijze en stellen in verband daarmede voor, de op het on- derwerpelijk artikel uitgetrokken som mot 160. te verlioogen en mitsdien uit to trekken tot ongo veer het bedrag der uitgaven over 1903. Volgno. 91. In do 1 e sectie werd de wensch geuit, dat de zoogenaamde Nieuwe Zaal in hot gomocnto- huis aan eonige restauratie werd onderworpen, tor- wijl in de 3e sectie onder de aandacht werd gebracht don mingunstigen toestand van den voorgevel van het Stadhuis, clio naar men meende noodzakelijk ge verfd diende te worden. Rapporteurs brengen het vorenstaande over aan burgemeester en wethouders, doch meenen zich tot het doen van voorstellen ten dezen te moeten ont houden. Volgn. 111. In de le sectie werd de vraag ge daan of deze post niet verlaagd moest worden met het oog op do vermeerdering van het personeel onder volgn. 83 genoemd daar blijkens do toelichting de belooning van den derden klerk vroeger werd bestroden uit den post „Bureaukosten" van den directeur (volgn. 111). Rapporteurs zijn van oordeel, dat bij de grooto uitbreiding der werkzaamheden, vooral in de laatste jaren aan het bureau der gemeentewerken, de post bureaukosten op het uitgetrokken cijfer behouden dient te blijven, waarom dan ook vermindering daarvan door hen niet wordt voorgesteld. Volgn. 121. De wenschelijklieid werd in de le sectie geuit, dat méér dan tot nu toe aanbesteding van uit te voeren werken in toepassing worde gebracht. De bij dit artikel bedoelde werken steeds aan dezelfde personen op te dragen, werd afgekeurd. Verder werd opgemerkt, dat nieuw aangelegde straten soms binnen zeer korten tijd in oen toestand verkoeren die een geheele vervloering noodzakelijk maakt, waartegen men afdoende maatregelen wenschte genomen te zien. De vraag werd nog gedaan of bij den aanleg van nieuwe riolen wel in aanmerking genomen wordt, dat er een volledig riolonstelsel moet komen van voldoende capaciteit. De rioleering in sommige straten en de reiniging der riolen, onder andoren die op hot Hof tot aan de Wortelhaven, zou naar beweerd werd veel te wenschen overlaten. In de 3o sectie word opge merkt dat in de straat „Bij de Put" zelfs gecno rio leering bestaat en evenmin in de „Poststraat". In de 2e sectie werd het betreurd, dat in de lijst van bestratingen, die volgens de memorie van toe lichting voor geheele of gedeeltelijke vernieuwing in aanmerking komen, de Korfmakersstraat werd gemist, terwijl in de le sectio word gewezen op de slechte bestrating van gedeelten van het Zaailand. Vervolgens werd nog in deze sectie de meening uitgesproken dat het wenschelijk zou zijn, om, evenals in vele andere plaatsen geschiedt, hier en daar borden te plaatsen, waarop vermeld is, dat de werken en eigendommen der gemeente aan de zorg en de wel willendheid van het publiek worden aanbevolen. Men meende te weten dat in gemeenten, waar de be-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1904 | | pagina 76