Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 1904.
gebruik der Beurs te Leeuwarden (Gemeenteblad no.
20 van 1903), goedgekeurd hij koninklijk besluit van
2 Sept. 1903 no. 133, opnieuw vast te stellen met de
navolgende wijzigingen
I. na art. 2 wordt een nieuw artikel 2a ingelascht,
luidende
Yoor het gebruik van de telefoon is verschuldigd
voor het voeren van een intercommunaal gesprek,
onverschillig of de gebruiker wordt opgeroepen, dan
wel zelf aansluiting verzoekt, ƒ0.10.
II. In art. 7 na de eerste zinsnede in te voegen
.Dat, in art. 2a bepaald, dadelijk bij het betreden
der telefooncel.
B. De Verordening op de invordering der rechten
voor het gebruik van de Beurs te Leeuwarden (ge
meenteblad no. 20 van 1903) opnieuw vast te stellen
met de navolgende wijzigingen
I. in art. 1 wordt tusschen het woord „artikelen"
en het cijfer „3" ingelascht „2a"
II. in art. 2 wordt tusschen het woord „alinea"
en het cijfer „1" ingevoegd: „1 van art." en tusschen
de woorden „heffingsbesluit" en „kan" „en het in
art. 2a bedoeld recht voor het gebruik van de tele
foon."
III. in art. 3 wordt gelezen in plaats van „even-
bedoeld entreegeld" „de in het tweede lid van het
vorig artikel bedoelde rechten."
C. te bepalen dat deze verordeningen in werking
zullen treden op den lsten Januari 1905.
Leeuwarden, 25 Oct. 1904.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J. TROELSTRA, L.-Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904. Bijl.no.'S'ó.
Bijlage no, 33.
Aan den Gemeenteraad
Mijne Heeren
Toen in den loop van dezen zomer de betrekking van oppertoeziener op de uurwerken dezer gemeente
door het overlijden van den heer G. de Looze openviel, kwam in ons college de vraag in overweging, of
het geene aanbeveling zou verdienen de aan dat ambt verbonden werkzaamheden, waarvoor genoemde
titularis eene wedde van /'600 per jaar genoot, in het openbaar aan te besteden. Die vraag werd beves
tigend beantwoord.
Vooreerst dient dan te worden ingetrokken het Raadsbesluit van 12 Dec. 1867, waarbij werd verklaard
dat een oppertoeziener op de tijdregeling noodzakelijk was.
In de tweede plaats zal uit art. 3 der verordering tot regeling van aanbevelingen enz. van gemeente
ambtenaren, -bedienden en -werklieden, (Gem. blad 1890 no. 2) moeten wegvallen de onder letter c voor
komende vermelding van evenbedoelden ambtenaar.
Ten slotte kwamen de bepalingen der reeds van 1885 dateerende instructie ter sprake, die
thans in de bij de aanbesteding te stellen voorwaarden zouden moeten overgaan. Na eene vergelijking
van de in andere steden van ons land ten deze geldende regelen werd de wenscheljjkheid van eene her
ziening dier bepalingen erkend.
Zoo dient naar ons oordeel in de eerste plaats globaal te worden aangegeven tot welke uurwerken de
zorg van den nieuwen toeziener zich zal moeten uitstrekken. Art. 1 laat voorts eenige ruimte om het
bestaande aantal met meerdere uittebreiden. Eene meer volledige omschrijving van wat tot zijne ver
plichtingen behoort, voornamelijk met betrekking tot het onderhoud, kwam mede noodzakelijk voor. Weg
gelaten is eindelijk uit de bestaande instructie de uitvoerige regeling op welke wijze door den toeziener
de juiste tijd moest worden bepaald en vervangen door hot eenvoudige voorschrift, dat hij zich daartoe
dagelijks de gegevens aan het telegraafkantoor heeft te verschaffen.
Wij achten met deze korte uiteenzetting de hieronder volgende voorwaarden voldoende toegelicht en
hebben mitsdien de eer U voor 't stellen te besluiten
I. In te trokken het Raadsbesluit d.d. 12 Dec. 1807, waarbij de noodzakelijkheid om een oppertoe
ziener op de tijdregeling te benoemen, werd uigesproken
II. Art. 3 lctt. c der verordening tot regeling van het doen van aanbevelingen, de benoeming en het
ontslag van gemeenteambtenaren en bedienden en van werklieden in dienst dor gemeente (Gein. blad 1890
no. 2) te lezen „de klokluiders"
III. Burgemeester en Wethouders te machtigen om in het openbaar voor den tjjd van 3 jaar, te
beginnen met 1 Januari 1905, aan te besteden de regeling en het onderhoud der uurwerken in de gebou
wen der gemeente Leeuwarden
IV. aan die aanbesteding te verbinden, behalve de gebruikelijke, de navolgende voorwaarden
lo. van de openbare en torenuurwerken in de
Oldehove, de Jacobijnerkerk, de Galileërkerk, de Beurs,
VOORZIENING in de tijdregeling.
Art. 1.
De aannemer is belast met de régeling en het on
derhoud