Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904. artikel 8 is voorgesteld, dat bij een ingediend bezwaarschrift de betrokkene zelf een deskundige kan aan wijzen, die samen met den door den Raad benoemde en bij verschil van gevoelen bovendien nog met een derden persoon, door den Burgemeester aan te wijzen, eene nieuwe schatting verricht; bij gebreke van een des kundige van de zijde van den belanghebbende, treedt in zijne plaats een door den Baad benoemde herschatter op. De Baad blijft evenwel tot zelfstandige uitspraak bevoegd. Ten einde misbruik te voorkomen behooren de kosten van den door den belanghebbende aangewezen herschatter door dezen te worden gedragen, indien hij in bet ongelijk wordt gesteld. Art. 9. Bij twijfel of eene overschrijving ten name van een nieuwen vergunninghouder moet worden be schouwd als de voortzetting der oorspronkelijke, dan wel als een geheel nieuwe vergunning, strekt dit artikel om voor den aanslag in liet vergunningsrecht eene oplossing te geven in laatstgenoemden zin. Met de overschrijving zal toch verandering van bedrijf gepaard gaan, zoodat het, in verband met de aldus gewijzigde omstandigheden redelijk schijnt, opnieuw den betrokkene in het vergunningsrecht aan te slaan. Art. 10. liet ligt in de bedoeling reeds voor het volgend vergunningsjaar den aanslag naar de nieuwe voorschriften te doen geschieden. Verordening op de invordering. De tot dusver gevolgde praktijk, die telken jare uitreiking van nieuwe akten ook bij voorzetting van het bedrijf medebracht, verdient bij de duidelijke woorden van artikel 22, 2e lid der wet niet te worden bestendigd, liet ten kantore van den gemeenteontvanger tijdig voldane en gekwiteerde aanslagbillet kan in ver band met het eenmaal uitgereikte afschrift voldoende van het recht van den vergunninghouder ten bewijze strekken; nieuwe vergunninghouders ontvangen hun afschrift op vertoon van het voor voldaan geteekende billet, ter secretarie. Vertrouwende, dat het bovenstaande voldoende zij tot toelichting van het stelsel der nieuwe verordeningen en de afzonderlijke artikelen hebben wij de eer 1'in overweging te geven vast te stellen het hierna volgend ontwerp-besluit. Bestaande Verordening ONTWERP NIEUWE VERORDENING. De Baad der gemeente Leeuwarden; Gezien de artt. 20, 21, 22, 03, Te lid en 72 der Drankwet, waarvan de tekst is opgenomen in Staatsblad no. 235 van 1904, alsmede de artt. 232 tot 236 der wet van 29 Juni 1851, (Staatsblad no. 85.) BESLUIT Vast te stellen de volgende I. VERORDENING op de heffing van het recht wegens vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein. Art. 1. Als grondslag voor de berekening van het vergun ningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein wordt genomen de jaarlijks te schatten huur waarde, die de localiteit, in verband met den omvang van het bedrijf, waarvoor de vergunning strekt, kan geacht worden te bezitten. Het recht bedraagt twaalf gulden vijftig cent voor elke vijftig gulden huurwaarde of gedeelte daarvan, doch is voor eene vergunning tot 30 April 1890 niet lager dan vijftien gulden, van 1 Mei 1890 tot 30 Art. 1. Ais grondslag Voor de berekening Van het Ver gunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein wordt genomen de jaarlijks te schatten huurwaarde, die de localiteit, in verband met den omvang van het bedrijf, waarvoorde vergunning strekt, kan geacht worden te bezitten. liet recht bedraagt twaalf gulden vijftig cent voor elke vijftig gulden huurwaarde of gedeelte daarvan, doch is niet lager dan vijf en twintig gulden. liet recht voor eene bijzondere vergunning als Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904 Bijl.no April 1895 niet lager dan twintig gulden en daarna bedoeld in art. 63 der Drankwet, bedraagt vijf en niet lager dan vijf en twintig gulden. en zeventig ten honderd van het bedrag bepaald in Voor de localiteiten waar geen sterke drank ver- het 2e lid van dit artikel, kocht noch geschonken wordt tusschen Zaterdagavond Voor de localiteiten waar geen sterke drank in het te zes en Maandagochtend te zes uur, wordt het klein verkocht of geschonken wordt tusschen Zaterdag- recht met vijf en twintig ten honderd verminderd. avond zes en Maandagmorgen acht uur, wordt het Restitutie van betaald vergunningsrecht wordt niet recht met vijftig ten honderd verminderd, toegestaan. Art. 2. Met recht in het vorig artikel bedoeld is telkens voor één jaar, van 1 Mei tot 30 April, verschuldigd. Wordt echter eene vergunning tusschentijds verleend, dan wordt het recht tot den eerst volgenden 3üsten April bij kwartalen berekend, met dien verstande, dat een gedeelte van een kwartaal voor een geheel geldt. Art. 3. De schatting der huurwaarde geschiedt door twee deskundigen, door burgemeester en wethouders te be noemen. Tevens wijzen zij plaatsvervangers aan om de deskundigen bij eventueele verhindering te vervangen. Deze benoemingen geschieden telkens voor den tijd van één jaar. Art. 4. Zoodra een verzoek om vergunning tot het vcr- koopen van sterken drank in het klein is ingewilligd, geven Burgemeester en Wethouders daarvan kennis aan de deskundigen in art. 3 bedoeld. De schatting moet binnen acht dagen zijn verricht. Art. 5. De schatters maken van hunne bevinding ter plaatse proces-verbaal op en zenden dit onverwijld aan Bur gemeester en Wethouders in. Indien hieruit blijkt, dat de schatters over het be drag der huurwaarde in gevoelen verschillen, wordt door Burgemeester en Wethouders een derde deskundige aangewezen, die met de beide schatters binnen acht dagen na de daartoe ontvangen opdracht de schatting verricht. De eerste alinea van dit artikel is ook ten deze van toepassing. Bljjkt uit het nader proces-verbaal dat er geeue eenstemmigheid is verkregen, dan geldt de schatting der huurwaarde volgens de meerderheid, en zoo allo drie schatters in gevoelen verschillen, de schatting die noch de hoogste noch de laagste is. Art. 6. Art. 2. Het recht in het vorig artikel bedoeld is telkens voor één jaar, van 1 Mei tot 1 Mei, verschuldigd. Wordt echter eene vergunning tusschentijds verleend, dan wordt het recht tot den eerst volgenden lsten Mei bij kwartalen berekend, met dien verstande, dat een gedeelte van een kwartaal voor een geheel geldt. Art. 3. De schatting der huurwaarde geschiedt jaarlijks tusschen 15 Maart en 10 April door twee schatters, door Burgemeester en Wethouders te benoemen. Tevens wijzen zij plaatsvervangers aan om hen bij eventueele verhindering te vervangen. Deze benoemingen geschieden telkens voor den duur van een vergunningsjaar. Zoodra tusschen 1 Mei van het eene en t Mei van liet volgend jaar eene vergunning tot het verknopen van sterken drank in hot klein is verleend geven Burge- mccstcren Wethouders daarvan kennis aan de schatters in het vorig lid bedoeld. De schatting moet biunen acht dagen na ontvangst dier kennisgeving zijn verricht. Art. 4. De schatters maken van hunne bevinding ter plaatse procesverbaal op en zenden dit onverwijld aan Burge meester en Wethouders in. Indien hieruit blijkt, dat de schatters over het bedrag der huurwaarde in gevoelen verschillen, wordt door Burgemeester en Wethouders een derde deskundige aangewezen, die met de beide schatters binnen acht dagen na de daartoe ontvangen opdracht de schatting verricht. liet eerste lid is ook ten deze van toepassing. Blijkt uit het nader procesverbaal dat er geene een stemmigheid is verkregen, dan geldt de schatting der huurwaarde volgens de meerderheid, en zoo alledrie schatters in gevoelen verschillen, de schatting die noch de hoogste noch de laagste is. Burgemeester en Wethouders doelen den verzoeker biunen vijf dagen na ontvangst van het proces-ver-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1904 | | pagina 85