Bijlage no. 36.
lljjlage tot liet verslag van do handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 19 54.
Art. 4.
Art. :t.
Deze verordening treedt in werking met den 1
Januari 1886, met welk tijdstip de verordening, vast
gesteld den 19 October 1881, vervalt.
Leeuwarden, 13 December 1904.
Deze verordening treedt in werking met den 1
Maart 1905, met welk tijdstip vervalt de verordening
op de invordening van het gemeentelijk vergunnings
recht voor den verkoop van sterken drank in het klein
vastgesteld den 27 October 1885 (gemeenteblad no.
27 van 1885).
Bur<jcmceder en Wethouders van Leeuwarden
XIMMEKMAN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden 1 904. Bijl.no,
PRAE-ADVIES van Burgemeester en Wethouders
inzake het adres van J. G. van der Meij
e. a. om verbetering der verbinding van het
Noordvliet met de Emmakade en den Gro
ninger-straatweg en vervanging van de
Poppebrug door een brug, geschikt voor
alle verkeer.
Aan den Gemeenteraad.
Mijne Heer en
Bij uw besluit van 13 Juni j.l. werd ten tine van prae-advies in onze handen gesteld een adres van
J. It. van der Meij en 14 anderen, waarbij wordt verzocht, een einde te maken aan den onhoudbaren
toestand door het ontbreken van een voldoende verbinding van het Noordvliet met de Emmakade en den
Groninger straatweg en, in verband daarmede, vervanging van de l'oppebrug door een brug geschikt voor
alle verkeer.
Adressanten wijzen er op, dat genoemde brug, die slechts voor voetgangers is bestemd, in zeer slechten
staat verkeert, zoodat de passage bij avond reeds gevaarlijk wordt. Vervanging van die brug, maar dan
door een die voor alle verkeer geschikt is, achten zij dringend noodig.
Dit adres is door ons ten line van advies in handen gesteld van den Directeur der Gemeentewerken.
Diens rapport d.d. 15 October j.l. no. 653/13 leggen wij hierbij over. Daaruit blijkt, dat de Directeur
het verzoek vau adressanten niet alleen krachtig steunt, maar ook warm aanbeveelt eene verbinding met
het Kalverdjjkje, die juist nu op geschikte wijze tot stand zou kunnen worden gebracht.
Bjj hot rapport is een teekoning met begrooting van kosten overgelegd, terwijl in het rapport in bij -
bijzonderheden wordt medegedeeld, op welke wijze de werken zouden moeten worden aangelegd.
Blijkens den aanhef van het rapport heeft de Directeur, al kort na zijne infunctietreding alhier, aan
gedrongen op een verbinding van de terreinen aan het Nieuwe Kanaal met den Groninger straatweg.
Wij kunnen mededeelen, dat reeds vroeger iu den boezem van het dagclijksch bestuur meermalen de
wensehelijkheid is besproken van eene verbinding van Achter de Hoven met het lvalverdijkje, kon het zijn
rechtstreeks met den Groninger straatweg door middel va een rijweg. Door den aanbouw langs de wan
delwegen gelegen in het Westen en Noordwesten der stad, buiten de gracht, ging toch daar het lande
lijke meer en meer verloren; men kwam daar eigenlijk niet meer buiten de stad, en nu zou het zeer
weuscheljjk zijn dat, wat men in dit opzicht in het westelijk deel der stad verloor, in het oostelijk gedeelte
kon worden teruggevonden.
Men begreep echter, dat dit denkbeeld eerst in de toekomst verwezenlijkt zou kunnen worden.
Toen nu het Nieuwe Kanaal was gegraven, waardoor met het oog op de omliggende bouwterreinen de
bedoelde verbinding natuurlijk van nog meer beteekenis werd en er concessie zou worden verleend voor
den aanleg van een tramweg LeeuwardenYeenwoudenDrachten, meende men, met den Directeur, dat
het gekoesterde plan tot stand zou kunnen komen.
Daartoe werd in art. 5 der concessievoorwaarden (zie bladz. 77 van het verslag van 's raads handelin
gen van 1898) o.a. het volgende bepaald: „De concessionaris is gehouden een aarden baan voor den
„tramweg tusschen de 2e Kanaal brug en een punt op den tramweg, 3D meter noordelijk van den noor
delijken oever van het Vliet gelegen, te onteigenen en aan te leggen, op eene kruinsbreedte van 1U
„meter en de aardebaan geheel kosteloos aan do gemeente over te dragen, die het recht zal hebben haar
„als gewonen verkeersweg in te richten en te onderhouden."
Bij de behandeling van de concessievoorwaarden op 9 Juli 1898 wees de heer lieelintj Brouwer op het
voordeel dat de voorgestelde richting van den tramweg luid, doordat dan een rij brug zou worden gemaakt
in plaats van de bestaande l'oppebrug, terwijl aan de concessionaris tevens de verplichting werd opgelegd,
een aardebaan te maken zoo als hierboven is méegedeeld. „Door het ainleggen dezer baan" zoo
