Bijlage no. 38. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904. Redactie volgens raadsbesluit van 29 Oct. 1904. Art. 32. Met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijfentwintig gulden wordt gestraft de ondernemer, bestuurder of beheerder van een vereenigings- lokaal, die dat lokaal voor he. houden van openbare ver makelijkheden of van voor het publiek toegankelijke bijeen komsten gebruikt of laat gebruiken, tenzij 5o. voor zoover, en op de door Burgemeester en Wethouders te bepalen wijzehet aanwezige tooneel- decoratief met bijbehooren onbrandbaar zij gemaakt 7o. bovenlichten op korteren afstand dan 0.75 meter onder houten vloeren of andere brandbare voorwerpen door middel van een bekleeding met plaatijzer of zink zijn beveiligd Art. 33. Met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijfentwintig gulden wordt gestraft hij, die openbare vermakelijkheden of voor het publiek toe gankelijke bijeenkomsten houdt of laat houden in een vereenigingslokaal, tenzij van het oogenblik, waarop dit voor de bezoekers wordt opengesteld, totdat zij het hebben verlaten 5o. voor zoover en op de door den Burgemeester te bepalen wijze, aan buitenbalkons van leuningen voor ziene trappen zijn bevestigd 7o. voor zoover en op de door den Burgemeester te bepalen wijze zitplaatsen en andere voorwerpen zijn vastgezet Art. 34. Hij, die in een vereenigingslokaal of in het tot woning ingerichte gedeelte van een vereenigingslokaal petroleum of spiritus brandt, of in eenig licht- of kooktoestel voor handen heeft, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen, of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Art. 42. Met geldboete van ten hoogste vijftien gulden wordt gestraft lo. de ondernemer, beheerder of bestuurder van een vereenigingslokaal, die niet gedoogt, dat een uittreksel dezer verordening, voorzooveei de artikelen 32 tot en met 40 betreft, op de door den Burgemeester aan te wijzen plaatsen van zijnentwege wordt aangeplakt of opgehangen Art. IV. Deze verordening treedt in werking den 1 Januari 1905. Voorzoover de toepassing van artikel II wijziging nood zakelijk maakt in de inrichting van bestaande vereeni- gingslokalen, moet deze wijziging vóór 1 Juli 1905 zijn tot stand gebracht. De hiertoe noodige voorschriften worden ten aanzien van elk vereenigingslokaal in het bijzonder ten minste drie maanden vóór laatstgenoemd tijdstip gegeven. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden gelet op het medegedeelde bij resolutie van heeren Gedeputeerde Staten van Friesland, d.d. 10 Nov. 1904 no. 101, 2e afd. Besluit de verordening tot wijziging der verordening tot voor ziening tegen en bij brand, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 29 Oct., no. 6, opnieuw vast te stellen met de navolgende wijzigingen I. Art. 32, 5o. wordt gelezen indien door Burgemeester en Wethouders het onbrand baar maken van het aanwezige tooneeldecoratief met bij behooren is voorgeschreven, dit geschied zij op de door hen te bepalen wijze Art. 32, 7o. wordt gelezen houten vloeren of andere brandbare voorwerpen door middel van eene bekleeding met plaatijzer of zink zijn beveiligd tegen zich daaronder op korteren afstand dan 0.75 meter bevindende bovenlichten II. Art. 33, 5o. wordt gelezen indien door den Burgemeester het bevestigen van van leuningen voorziene trappen aan buitenbalkons is voor geschreven, dit geschied zij op de door hem te bepalen wijze Art. 33, 7o. wordt gelezen indien door den Burgemeester het vastzetten van zit plaatsen en andere voorwerpen is voorgeschreven, dit geschied zij op de door hem te bepalen wijze III. In art. 34 wordt gelezen in plaats van „in het tot woning ingerichte gedeelte van een vereenigingslokaal" ,,in de bij een vereenigingslokaal behoorende woning". IV. In art. 42, lo. wordt gelezen in plaats van „op de door den Burgemeester aan te wijzen plaatsen van zijnent wege wordt aangeplakt of opgehangen" „van wege den Burgemeester wordt aangeplakt of opge hangen op de door dezen aan te wijzen plaatsen". Y. In art. IV wordt gelezen in plaats van „l Januari 1905" „1 Februari 1905". Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904. BijLno. 38. OVEREENKOMST van rekening-courant met de Nederlandsclie Bank en wijziging der instructie voor den Gemeente-ontvanger. Aan den Raad. Mijne Heeren! Bij de schriftelijke behandeling der begrooting over t904 werd aan de hand gedaan en door rapporteurs aan ons college overgebracht het denkbeeld, 0111 eene rekening-courant te openen met de Nederlandsclie bank. Voor de verwezenlijking van dit denkbeeld kwam ons het tegenwoordig tijdstip geschikt voor, reden waarom wij bij de bank inlichtingen omtrent de voorwaarden inwonnen. Deze komen, voor onze gemeente, in hoofdzaak op het volgende neer Aan rekening-courant-houders kan worden vergund, tot zoodanig bedrag en tegen zoodanig onderpand (effecten of goederen) als de Bank bij elke aanvraag zal goedkeuren, hunne rekening debet te laten staan. Aangezien echter aan een debet-saldo (voorschot) althans in de eerste maanden geen behoefte zal bestaan en de oplossing der kwestie van onderpand eventueel nader door ons dient te worden onderzocht, kunnen wij dit vraagstuk voorloopig laten rusten en ons enkel bepalen tot ons credit. in verband nu met de omstandigheid, dat de gemeente-ontvanger meermalen ook nu weer belang rijke bedragen in kas heeft, die niet dadelijk behoeven te worden gebruikt, komt ons het openen vaneen rekening-courant met de Nederlandsclie Bank in de eerste en voornaamste plaats als een geschikt middel voor, om den ontvanger van eene soms groote verantwoordelijkheid geregeld te ontlasten, door te bepalen dat deze ten kantore van liet agentschap der Nederlandsclie Bank te Leeuwarden stort de gelden, die hij, boven een door Burgemeester en Wethouders te bepalen som, in kas heeft. Een gemak en voordeel is verder, dat over het saldo, geheel of gedeeltelijk, te allen tijde kosteloos kan worden beschikt en dat eveneens kosteloos kan worden overgeschreven in het credit van een an deren rekening-courant-houder, waar ook gevestigd. De Nederlandsclie Bank vergoedt geen renteberekent daarentegen als bewaarloon elke 6 maanden l/a per mille over het hoogste credit-saldo in die zes maanden. De hieruit voortvloeiende kosten zullen echter grootendeels worden gecompenseerd door het bedrag der verzekeriugs-premie, waarvoor de gemeente-ontvanger tot een montant van ƒ100.000 tegen inbraak is verzekerd en welke verzekering dan zou kunnen vervallen. Komt eene zoodanige regeling tot stand, dan zal in de instructie van den gemeente-ontvanger de ver plichting tot geregelde storting, zoodra zijn kas een bepaald bedrag te boven gaat (zie art. 109 der ge meentewet), moeten worden opgenomen dit bedrag zouden wij aanvankelijk niet willen stellen beneden zijn borgtocht, zoodat tot die som des ontvangers verantwoordelijkheid onverkort blijft bestaan, terwijl er voor den loopenden dienst voldoend contant geld in voorraad overblijft. Voorts zal het wenschelijk zijn, dat Burgemeester en Wethouders van elke storting of geldopneming vooraf kennisgeving ontvangen, opdat door hen te allen tijde het kassaldo met den stand der rekening bij de Bank kan worden geverifieerd. Öp grond van vorenstaande hebben wij de eer voor te stellen te besluiten i lo. tot het aangaan eener overeenkomst van rekening-courant met de Nederlandsclie Bank op de daar voor gebruikelijke voorwaarden 2o. de instructie van den gemeente-ontvanger (gemeenteblad 1868 no. 10), gewijzigd bij gemeenteblad 1882 no. 21 en gemeenteblad 1893 no. 22 opnieuw te wijzigen door na 10 een nieuwe lObis te laten volgen van dezen inhoud

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1904 | | pagina 93