Bijlage tot hot verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Tevens zou dan, ingevolge het verlangen van Ged. Staten, met het oog op die werken eene wijziging der Gemeentebegrooting van 1905 aanhangig kunnen worden gemaakt. Inmiddels kwam nog in een aan Lwe vergadering gericht adres van de Schippersvereeniging „Schuttevaer", eveneens de wenschelijkheid uitsprekende, om de nieuwe Poppebrug niet vast, doch beweegbaar te maken, welk stuk door ons spoedshalve en rechtstreeks bjj het overige dossier in handen van den Directeur is gesteld. I it zijn rapport, dat ons onder dagteekening van den 28en Mei 1.1. bereikte, blijkt vooreerst, dat be paaldelijk de ciscli van Ged. Staten betreflende de walbescboeiïng tot aanmerkelijk hoogere uitgaven aanleiding zal moeten geven. De bedoeling is, dat deze zal moeten worden aangebracht zoowel bjj het aardewerk aan de landhoofden, als langs den tussehen de oude en de geprojecteerde brug ontworpen weg. In de tweede plaats wordt de vraag onder de oogen gezien, of de eisch van hoogere doorvaartswjjdte zal moeten medebrengen het oorspronkelijke plan tot aanleg van een vaste brug te laten varen, dan wel, of met behoud hiervan, aan dien eisch kan worden voldaan. Inderdaad is het mogelijk tot eene oplossing in laatstgenoemden zin te geraken. Van een vaste brug toch zal ongetwijfeld voor de scheepvaart niet die hinder ontstaan als de ingekomen adressen wel willen doen voorkomen. De Directeur is er n.l. naar aanleiding van die adressen toe overgegaan, om zich een overzicht te verschaffen van de scheepvaart beweging door de l'oppebrug. IJ et resultaat van zijn onderzoek, dat over twee weken loopt, wordt als bijlage bij zijn rapport onder de stukken aangetroffen en daaruit blijkt, dat in dat tijdsverloop slechts gemiddeld twee vaartuigen per dag passeeren, voor welke een vaste brug reeds met 2.50 M. minimum doorvaartshoogte te laag zou zijn. Er mag dus juist eerder van een beweegbare brug belemmering voor de scheepvaart worden verwachtimmers een aantal schepen, dat thans wel onder de vaste brug zal kunnen doorvaren zal dit een beweegbare, die zooveel lager is, niet kunnen doen. Zou er derhalve te eerder aanleiding bestaan, om aan het eens opgevatte plan te blijven vasthouden, aan de andere zijde mag niet uit liet oog worden verloren, dat verhooging van de doorvaartswjjdte tot 2.90 M., hetzjj eene verhooging van de brug medebrengt, die veeleer het verkeer te land hinder in den weg zal leggen, hetzjj leidt tot verhooging der kosten van onderhoud, doordat in dit geval het bruggedek, in plaats van keien op metselwerk, van hout moet worden gemaakt. En hierin vindt de Directeur aanleiding om voor te stellen op het besluit tot het maken van een vaste brug terug te komen, al moet reeds dadeljjk worden erkend, dat de verhoogde kosten van onderhoud, waarvan boven sprake was, bctrekkeljjk gering zjjn en niet zoozeer gewicht in de schaal mogen leggen. Doch het voordeel dat bjj een lage beweegbare brug en dan verdient eene ophaalbrug de voorkeur boven een draaibrug verkregen wordt, is, nat vooreerst de kostbare opritten achterwege kunnen bijjven; voorts dat de terreinen aan weerszijden beter vuor bouw terrein kunnen worden gebruikt en ten slotte dat liet verkeer over de nieuwe brug, dat zich wellicht op den duur met het oog op de aan het Vliet gevestigde industrieën tevens tot tramverkeer zal kunnen uitbreiden, zooveel gemakkeljjker wordt gemaakt. Hoewel de keuze derhalve, bjj eene raming van ƒ11.100 tegen 9500 in het oude plan, niet gemakkelijk was, zjjn wjj ten slotte na ernstige overweging voor deze motieven gezwicht. 5\ jj wenschen thans nog even terug te komen op hetgeen reeds boven betreffende de hoogere kosten voor de walbeschoeiing is aangestipt. In zjjn rapport bepleit de Directeur bjj dit punt de wenschelijkheid, die ook wjj beamen, om nu tevens langs den weg tussehen de bestaande en de geprojecteerde brug een kaaimuur van basalt aan te leggen, waardoor daar ter plaatse een geschikte laad- en losgelegenheid voor de scheepvaart wordt verkregen; de kosten hiervan zullen met inbegrip van de beschoeiing bjj de brug ƒ.2600 bedragen, terwjjl eene houten beschoeiing alleen bjj de beweegbare brug ƒ1190 en bjj de vaste brug ƒ1420 zou moeten kosten. De grintweg, die tengevolge van de veranderde hoogteligging der brug, thans wellicht iets westelijker kan worden geprojecteerd dan bjj liet eerste plan, is op 12661,25, tegen 16000 bjj de vorige raming, begroot. Hieronder is begrepen eene keistraat van 20 M. lengte ter weerszijden van de brug, eene kei. en klinkerbestrating in den weg tussehen de oude en de nieuwe l'oppebrug en een met het oog op het ondei houd weuscheljjk geoordeeld klinkerstraatje ter breedte van 70 cM. over de geheole lengte van den geprojecteerden weg. len slotte zjj nog opgemerkt, dat, evenals thans ook met dc l'oppebrug geschiedt, naar ons oordeel, aooishands kan worden doorgegaan met de inning van de bruggelden, ook bjj de nieuwe brug, door middel van verpachting. oorzioning in een brugwachterswoning is daardoor voorloopig overbodig. binder aanbieding, ingevolge het verlangen van Gedeputeerde Staten, van eene ontwerp-wjjzigiug der 200 Bjjlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. mjl.no begrooting voor 1905, wat de te maken werken aangaat, hebben wjj op grond van al het voorgaande de eer U voor te stellen, met wijziging van Uw besluit van 10 Jauuari 1.1. no. 5, te besluiten lo. van Mejuffrouw G. W. Beekhuis te Amsterdam voor den prijs van 1.in eigendom over te nemen een strook grond, ter breedte van 12 Meter, deel uitmakende van- en loopende over de pereeelen, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G nos. 2812, 2820 en 4887, op bijgaande teekening aan gewezen, benevens eene ten westen van de geprojecteerde brug gelegen strook grond langs het vaarwater het Vliet over de kadastrale pereeelen nos. 2819 en 2819 ter breedte van 10 Meter, een en ander op voorwaarden door Burgemeester en Wethouders met de eigenares overeen te komen 2o. tot den aanleg van een rijweg met eene beweegbare brug over het vaarwater het liet, ter plaatse ongeveer als op de teekening is aangeduid en nader in overleg met bovengenoemde eigenares door Burge meester en Wethouders te bepalen, een en ander volgens bjjgaande teekeningen en verder overeenkomstig de voorstellen van den Directeur der Gemeentewerken, gedaan bjj missive van den 28 Mei 1905 no. 443/13-83, waarvan de kosten worden begroot op /26,361.25; 3o. aan II.H.Schroder c.s. en aan de schippersvereeniging „Schuttevaer" in antwoord op hunne adressen mede te deelen, dat op hunne verzoeken is gelet. Leeuwarden, 10 Juni 1905. Burgemeester en Wethouders ZIMMERMAN, Burgemeester. 51. GOSLINGS, Secretaris. 201

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1905 | | pagina 101