•Bijlage tot Uot verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 10Ü3. Art. 40. Elk woonvertrek moet zijn voorzien van één of meer in de buitenlucht uitkomende lichtramen, die te zamen een oppervlakte hebben van tenminste >/r, van de oppervlakte van het vertrek. Voor woningen met meer dan twee vertrekken, waarvan tenminste twee woonvertrekken aan de ge stelde eischen voldoen, kan door Burgemeester en Wethouders voor de overige vertrekken van deze be paling vrijstelling worden verleend. Boven, naast of in de toegangsdeur van elke wo ning moet een lichtraam worden aangebracht. De afscheiding van bedsteden van de overige ka merruimte moet zóó worden gemaakt, dat voldoende luchtverversching mogelijk zij. De bedsteden mogen geene mindere hoogte hebben dan de hoogte van het vertrek, waarin zjj zijn aan gebracht. De zolder en de zijwanden van de bedsteden moeten van vlak geschaafd, geverfd of gewit houtwerk ge maakt of bepleisterd zijn. Ventileering van bedsteden kan door Burgemeester en Wethouders worden voorgeschreven. De in het eerste lid bedoelde lichtramen, of althans een gedeelte daarvan, moeten beneden of boven zoo danig kunnen worden geopend, dat de opening ten minste 0.25 3D. in den dag bedraagt. Bij kleine woningen of woningen met gemeenschappeljjken toe gang is dit mede van toepassing op het lichtraam boven, naast of in de toegangsdeur. Art. 42. VIII a. Na het derde lid van art. 40 wordt een nieuw lid ingelascht, luidende Verlichting en ventileering van kelders, zolders en andere bijruimten kan door Burgemeester en Wet houders worden voorgeschreven. b. In het laatste lid vervallen de woorden „of woningen met gemeenschappeljjken toegang". IX. De artikelen 2, 7, 8, tweede en derde lid, 10, 11, 13, 15, derde, vierde en vijfde lid, 16, eerste, tweede en vierde lid, 17 tot en met 29 en 30 tot en met 40, zijn van toepassing bij het geheel of voor een gedeelte vernieuwen van gebouwen. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verleenen van liet voldoen aan een ot meer dezer voor schriften, ouder de door hen te stellen nadere eischen- Art. 46. Het is verboden een gebouw of een gedeelte van een gebouw, laatstelijk niet tot woning bestemd ge weest, als woning in gebruik te nemen of te geven. Dit verbod is niet van toepassing, voor zoover is voldaan aan de in art. 42 vermelde bepalingen en aan de door Burgemeester en Wethouders gestelde nadere eischen. Burgemeester en Wethoudors kunnen van het vol doen aan een of meer dezer bepalingen vrijstelling verleenen, onder de door hen te stellen nadere eischen. Het splitsen van een als woning gebruikte ruimte van een gebouw in meer woningen wordt beschouwd als het als woning in gebruik nemen of geven van In art. 42, eerste lid, wordt tusschen de cijfers 11 en 13 ingelascht .,12" en tusschen de cijfers 13 en 15 „14" X. In art. 46, eerste lid, worden tusschen de woorden „verboden" en „een" ingelascht de woorden „zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wet houders" 206 ■■BfaMfifi dl X-t+mx as „teek- z Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Bijl,no .20. een gebouw, laatstelijk niet tot woning bestemd ge weest. Art. 50. NI. De artikelen 24 tol en met 29, 32, 38 en 39 zijn van toepassing op bestaande gebouwen. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd van hel voldoen aan de eischen, in die artikelen gesteld, vrijstelling te ver leenen. In dat geval gelden de door hen te stellen nadere eischen. Tn art. 50 wordt de aanhef gelezen als volgt „De artikelen 24 tot en met 29, 32 en 38 zijn" enz. Art. 53. Het getal bewoners van een woning mag niet grooter zijn dan io gedeelte van het getal 3D., dat den inhoud aangeeft, welken de tot de woning be- hoorende ter bewoning bestemde vertrekken tezamen hebben. Het getal personen, die gelijktijdig slaapplaatsen gebruiken in eenzelfde vertrek of op zolder, mag niet grooter zijn dan >/n> gedeelte van het getal 3D., dat den inhoud van dit vertrek of den zolder aangeeft. Indien in een alcoof, onmiddellijk met een ander woonvertrek gemeenschap hebbende, slaapplaatsen zijn, mag het getal personen, die gelijktijdig in die alcoof slapen, niet grooter zijn dan '/m gedeelte van het getal 3D., samengesteld uit de inhoudsruimte van de alcoof met de helft der inhoudsruimte van het daarmede gemeenschap hebbende vertrek. Afwijking van deze bepalingen kan door Burge. meester en Wethouders tot wederopzegging worden toegestaan. Voor de berekening van den inhoud van vertrekken en zolders wordt niet in aanmerking genomen de ruimte, welke wordt ingenomen door winkels, waarin eet- of drinkwaren worden verkocht of waarin kwalijk riekende of vuile of besmette voorwerpen worden bewaard, door betimmeringen, schoorsteenen of in- springende hoeken. De ruimte tusschen den wand en het daarvóór aanwezig behangsel, van bedsteden of van in den wand aangebrachte kasten komt daarbij niet in aanmerking, evenmin als de ruimte, door bal ken ingenomen. Twee kinderen, die den leeftijd van twaalf jaren niet hebben bereikt, worden voor dg toepassing van deze bepalingen voor één bewoner gerekend. De inhoud van tevens als woonvertrek dienende werkplaatsen komt slechts voor de helft in aanmer king bij de berekening van den gevorderden inhoud. XII. Aan het slot van het derde lid van art. 53 worden toegevoegd de woorden„wanneer dit vertrek niet zelf reeds als slaapvertrek wordt gebruikt". Art. 82. Bij het inwerkingtreden dezer verordening zijn ver vallen: 1". de verordening op het bouwen en op het inrich ten van woningen en tegen het bouwen van voor de 201 it

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1905 | | pagina 104