MEM OH TE VAN TOELICHTING. Bijlage- tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. gezondheid nadeelige ol voor het leven gevaarlijke woningen, vastgesteld hij Raadsbesluit van 13 Maart 1888 (Gemeenteblad no. (i van 1888) en gewijzigd of aangevuld bij Raadsbesluiten van 8 Maart 1898 (Gemeenteblad no. 7 van 1898), 18 Maart 1899 (Gemeenteblad no. 5 van 1899), 23 Juni 1903 (Gemeenteblad no. 17 van 1903) en 22 December 1903 (Gemeenteblad no. 2 van 1904); 2'. de artikelen 19, 49 2", 51, 57, 58, 59, 00 1" en 2 01 tot en met 04 en 00 1van de verordening, houdende algemeene bepalingen van politie, vastge steld bij Raadsbesluit van 10 November 1896 (Ge meenteblad no. 18 van 1890) en gewijzigd bij Raads besluiten van 28 Mei 1901 (Gerneentsblad no. 0 van 1901), 23 Juli 1901 (Gemeenteblad no. 9 van 1901), 24 December 1901 (Gemeenteblad no. 2 van 1902) en 22 Juli 1902 (Gemeenteblad no. 11 van 1902), van welke verordening de tekst laatstelijk is bekend gemaakt in het Gemeenteblad no. 8 van 1903; 3'. de artikelen 1 tot en met 9 en 44 van de ver ordening tot voorziening tegen en bij brand, vastgesteld bij Raadsbesluit van 11 Mei 1897 (Gemeenteblad no. 17 van 1897, en gewijzigd bij Raadsbesluiten van 23 Mei 1899 (Gemeenteblad no. 9 van 1899), 28 Novem ber 1899 (Gemeenteblad no. 18 van 1899) en 27 De cember 1904 (Gemeenteblad no. 2 van 1905); 4" de verordening op het houden of mesten van varkens binnen de bebouwde kom der gemeente, vast gesteld bij Raadsbesluit van 27 November 1879 (Ge meenteblad no. 24 van 1879) en gewijzigd bij Raads besluit van 16 Augustus 1887 (Gemeenteblad no. 14 van 1887). Xlll. In art. 82 2" vervalt uit den aanhef het cijfer „58". I. De voorgestelde wijziging in de derde alinea van art. 12 strekt ter verduidelijking van bet voorschrift. Rij de bestaande redactie was plaats voor de opvatting, als zouden in het 2e en in het 3e lid van gelijk- soorligc open ruimten sprake zijn. II. In art. 17 was gecne rekening gehouden met het feit dat de hoofdtoegang tot eene woning in sommige gevallen ook kan geschieden door eene tusschen de straat en de woning gelegen localiteit, als winkel e.d. liet voorgestelde nieuwe lid voorziet alsnog in deze leemte. III. J )e toevoeging aan art. 21 vereischt geen nadere toelichting en wordt ingevolge het verlangen van den Inspecteur van de Volksgezondheid zie zijne opmerking bij art. 35 voorgesteld. IV. Bij artikel 30 merkt de Inspecteur o.m. op: De samenstelling en de dikte der beton-of asphalt- laag behoort nader te worden omschreven of te worden gesteld, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders. 208 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. mjl.noSO. Dientengevolge is vóór „beton- of asphaltlaag" in het le lid het woord „vochtkeefende" opgenomen. V. Art. 31. Gok hier is aan den wensch van den Inspecteur gehoor gegeven, die een meer voldoende afscheiding tusschen kelders eenerzijds en woon- of slaapvertrekken anderzijds aanbeveelt. VI. De voorgestelde aanvulling van art. 32 schijnt geen nadere toelichting te behoeven. VII. Aanvulling van art. 37 is noodig gebleken, tengevolge van hot voorschrift van art. 3, le lid sub h der Woningwet. VIII. a. De toevoeging aan art. 46 van de nieuwe alinea strekt ter tegemoetkoming aan het verlangen van den Inspecteur en behoeft niet nader te worden toegelicht. It. De woorden „of woningen met gemeenschappelijken to.egangin het laatste lid van art 46 zijn abusievelijk niet geschrapt, toen in art. 16 de bepaling was opgenomen, dat iedere woning voor ieder gezin tenminste van één toegang aan de straat voorzien moet zijn. IX. De artt. 12 en 14 zijn nader bij het geheel of gedeelteljjk vernieuwen van gebouwen toepasseljjk verklaard, wat art. 12 betreft, ingevolge de wettelijke bepaling, dat ook bij dezen bouw voorschriften betreffende de plaatsing van de gebouwen ten opzichte van den openbaren weg en van elkander moeten worden vastgesteld (art. 3 lid 1 sub a der Wet), en wat art. 14 aangaat, om alsnog mogelijk te maken dat de gebouwen worden opgetrokken, tot de hoogte bij nieuwbouw toegelaten (zie art. 43). X. De nieuwe redactie van het le lid van art. 46 wordt voorgesteld, oin in harmonie te blijven met de terminologie van art. 5 lid 1 der Woningwet. XI. In art. 50 is abusievelijk artikel 39 toepasselijk verklaard op bestaande gebouwen. Na de bij dit artikel in de Raadszitting van 16 Mei gevoerde discussiën is het duidelijk, dat zulks de bedoeling niet kon zijn. XII. De toevoeging aan het derde lid van art. 53 strekt ter verduidelijking van de bedoeling, die bij het ontwerpen van het voorschrift heeft voorgezeten. XIII. Art. 82. Bij nadere overweging is het wenschelijk voorgekomen, alsnog art. 58 der algemeene politie-verordening te behouden, omdat anders geen regeling zou bestaan omtrent het in de rooilijn op richten van muren en schuttingen. Voor het overige hebben de opmerkingen van den Inspecteur, meerendeels punten betreffende, die bij de commissoriale en de openbare behandeling der bouwverordening reeds onder de oogeu zijn gezien, tot het voorstellen van wijzigingen geene aanleiding gegeven. 209

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1905 | | pagina 105