Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Art. 4. Teder houder van honden, bij wien de opschrijving om de ccne ot' andere reden niet mocht hebben plaats gehad, doet daarvan vóór den 15 Februari van het jaar, waarover de belasting loopt, aangifte ter secretarie. Art. 5. Ieder die na afloop van de in artikel 1 dezer ver ordening bedoelde opschrijving in het bezit komt van een of meer honden, die den ouderdom van minstens twee maanden hebben bereikt, doet daarvan binnen vijf dagen aangifte ter secretarie. Art. 6. Tot gelijke aangifte zijn houders van honden ver plicht die, nadat de meerbedoelde opschrijving is ge schied, hunne woonplaats binnen de gemeente komen vestigen en wel binnen een maand na die vestiging. Nieuw. Art. 2. Uit die opschrijving wordt in de maand Februari door Burgemeester en Wethouders het kohier van be lasting opgemaakt, dat vervolgens gedurende acht dagen, bij openbare aankondiging bekend te maken, voor een ieder ter inzage ligt. Art. 3. Het vastgesteld kohier wordt ter invordering in han den van den gemeente-ontvanger gesteld, die binnen 14 dagen daarna de aanslagbiljetten doet uitreiken. De ambtenaar ter secretarie, met de ontvangst der beschrijvingsbiljetten belast, overtuigt zich, dat deze duidelijk en volledig ingevuld en behoorlijk onder teekend zijn. Is dit niet het geval, dan doet hij de opgaven ver beteren of vermeldt op het beschrijvingsbiljet de be komen inlichtingen en bekrachtigt deze met zijne handteekening. /jj, die geen hond houden, vermelden dit in hot beschrij vingsbil jet. Van de inlevering van het beschrijvingsbiljet wordt op verzoek een bewijs afgegeven. Art. 3. Tot rechtstreeksehe aangifte ter Secretarie der ge meente, afdeeling financiën, zijn verplicht 10. vóór 15 Februari du belastingplichtigen, die geen beschrijvingsbiljet hebben ontvangen 2o. binnen 14 dagen na aanvang der belastingplich- tigheid a. zij, die in den loop van het jaar belasting plichtig worden 11. zij, die één of meer honden houden, waarvoor, volgens art. (i van het heftingsbesluit, een verhoogde belasting verschuldigd is geworden. Art. 4. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij den aanslag van de aangifte af te wijken, of ingeval geene aangifte is gedaan, tot ambtshalven aanslag over te gaan, een en ander behoudens de strafvervolging wegens ontduiking of overtreding ter zake van plaat selijke belastingen. Art. 5. Jaarlijks wordt door Burgemeester en Wethouders, voor het eerst in de maand Februari of Maart en verder zooveel noodig, een lijst opgemaakt, bevattende de namen en woonplaatsen (straat en wijknummer) der belastingschuldigen, het getal gehouden wordende hon den, het voor den aanslag betrekkelijke artikel van het heffingsbesluit en het bedrag van den aanslag. Deze lijst wordt na vaststelling aan den gemeente ontvanger gezonden, ter invordering van de daarin uitgetrokken bedragen. Van de toezending geschiedt openbare kennisgeving. Art. 6. De gemeente-ontvanger doet binnen 14 dagen, nadat de lijst bij hem is ontvangen, aan de belastingschul digen een aanslagbiljet uitreiken, waarvoor het for mulier door Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld. POT- Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Art. Art. De in de beide voorafgaande artikelen bedoelde hou ders van honden worden op een of meer aanvullings- kohieren gebracht, waarmede gehandeld wordt over- komstig artt. 2 en 3 dezer verordening. Art. 3. De belasting is vorderbaar in één termijn, verval lende op den dag door Burgemeester en Wethouders te bepalen bij de vaststelling van het kohier. Die dag wordt door den ontvanger in het aanslagbiljet vermeld. Art. 9, le lid. Bij de voldoening der belasting wordt door den ont vanger voor eiken hond kosteloos een metalen kentee- ken uitgereikt, waarop het jaar, waarvoor het wordt uitgereikt, benevens een doorloopend volgnummer, worden uitgedrukt en verder volgens een door Burge meester en Wethouders vast te stellen model. Art. 10. Houders van honden, bedoeld bij art. 3 van het besluit tot het heffen dezer belasting, mogen dezelve niet anders op den openbaren weg laten komen dan begeleid en vastgehouden aan een touw of ketting of vastgemaakt aan het voertuig, dat zij trekken. Art. 11. De eigenaar, bezitter of geleider is verplicht het in art. omschreven kenteeken door icderen hond aan een halsband te doen dragen, op zoodanige wijze vast gemaakt, dat het kenteeken behoorlijk zichtbaar zij. Art. 9, 2e lid. Dit kenteeken wordt ieder jaar bij de betaling der belasting verwisseld. Dat van het vorig jaar blijft van waarde tot op den verschijndag der betaling. Ni ïeuw. Bezwaarschriften tegen den aanslag kunnen worden ingediend bij den Raad, mits binnen 30 dagen na de openbare kennisgeving van het toezenden van de be trekkelijke ljjst van belastingschuldigen aan den gemeen te-on t vanger. liet indienen van ecu bezwaarschrift ontheft den reclamant niet van do verplichting om den aanslag op den bepaalden vervaldag te voldoen. Art. 3. De belasting is vorderbaar in één termijn, verval lende den 30sten dag nadat van de toezending der lijst aan den gemeente-ontvanger openbare kennis is gegeven. De verschijndag wordt in het aanslagbiljet vermeld. Art. 9. Bij de voldoening der belasting wordt door den gemeente-ontvanger voor eiken, hond kosteloos een metalen kenteeken uitgereikt, volgens model, telken jare door Burgemeester en Wethouders vast te stellen en verschillend van kleur, al naar mate voor den hond, ingevolge art. 3 van het heffingsbesluit de volle of slechts gedeeltelijke belasting wordt betaald. Op het kenteeken wordt vermeld het belastingjaar en een doorloopend volgnummer. Op den Isten of 2den dag van iedere maand geeft de gemeente-ontvanger aan Burgemeester en Wethou ders kennis van de in den loop der vorige maand aan ieder belastingplichtige uitgereikte kenteekenen met vermelding van het doorloopend volgnummer. Art. 10. Tot verzekering der belasting zijn de belasting schuldigen verplicht, hunne honden, wanneer deze zich op de openbare straat bevinden, het kenteeken, goed zichtbaar aan een halsband bevestigd, te doen dragen. Voor zoover zij in het vorig jaar in het bezit van zoodanig kenteeken zijn geweest, zijn zij verplicht dit bij de betaling der belasting over het loopende jaar weder in te leveren. Tot zoolang, doch uiterlijk tot den verschijndag voor de betaling van de belasting over het loopende jaar, is het kenteeken van het vorig jaar geldig. Art. 11. Het is verboden het kenteeken aan een ander over te dragen of ten gebruike af te staan, alsmede om een eigen hond te voorzien van een kenteeken, dat niet aan den belastingschuldige door den gemeente ontvanger is uitgereikt. 215 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1905 | | pagina 108