Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Bestaande bepalingen. Art. 2, laatste alinea Hij houdt mede het oppertoezicht op de naleving van de verordeningen omtrent het bouwen en in richten van woningen en die tot voorziening tegen en bij brand, alsmede van de voorwaarden, verbonden aan de vergunningen, verleend krachtens de wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95). Art. 3. Hij regelt de werkzaamheden van den hoofdop zichter, de opzichters en de klerken, behoudens de bijzondere bepalingen, die voor den opzichter van de plantsoenen en voor den opzichter, aangewezen volgens art. 9 der in de 2e alinea van art. 2 dezer instructie vermelde verordening, voor het daar bedoelde toezicht worden vastgesteld. Intusschen ziet hij toe, dat deze opzichters de bijzondere voor hen geldende voorschriften naar belmoren opvolgen. Art. 18. Hij waakt voor het behoud en de bewaring der gemeente-eigendommen en zorgt zooveel mogelijk, dat op de eigendomsrechten der gemeente geen inbreuk worde gemaakt. Indien hem blijkt of hij twijfel koestert, dat het eigendomsrecht der gemeente wordt gekrenkt, geeft hij daarvan kennis aan burgemeester en wethouders. (Jp tjjdstippen, door burgemeester en wethouders te bepalen, of anders in de maand Januari van elk jaar, zendt hij aan hen in een verslag van den toe stand van de gemeentewerken en eigendommen. In diezclfue maand zendt hij aan dat college een rapport in omtrent het gedrag, den ijver en de ge schiktheid van de ambtenaren en werklieden van de gemeentewerken. ONTWERP 11. He Raad der gemeente Leeuwarden Overwegende dat tengevolge van de bij besluit d.d. heden no. vastgestelde verordening, regelende den rang, het getal, de benoeming, de bezoldiging, enz. der ambtenaren en werklieden van de gemeentewer ken, wjjziging van du instructie voor den directeur der gemeentewerken noodzakelijk is geworden Besluit: I. bedoelde instructie, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 October 1895 (Gemeenteblad no. 19), te wijzigen als volgt a. de laatste alinea van art. 2 vervalt; b. art. 3 wordt gelezen Hij pleegt overleg met den gemeentelijken inspec teur voor het woningtoezicht in alle gevallen, waarin bet door dezen raadzaam geoordeeld wordt. Hij regelt de werkzaamheden van den hoofdopzichter, de opzichters, den teekenaar en de klerken aan zijne afdeeling verbonden, behoudens wat den opzichter van de plantsoenen betreft, de bijzondere bepalingen die voor dezen worden vastgesteld. Intusschen ziet hij toe dat deze opzichter de bijzon dere voor hem geldende voorschriften naar belmoren opvolgt. c. na de 2e alinea van art. 18 drie nieuwe alinea's in te lasschen van dezen inhoud De aanvragen of verzoeken inzake de Hinderwet of om bouwvergunning, die hem door burgemeester en wethouders worden toegezonden, stelt hij ter ge wone behandeling in handen van den gemeentelijken inspecteur voor het woningtoezicht, na te hebben nagegaan of daarbij ook algemeene gemeentebelangen zijn betrokken. Blijkt hem dit reeds dadelijk of eerst nadat het rapport van den inspecteur bij hem is ingekomen, dan voegt hjj nevens het rapport van den Inspecteur zijne opmerkingen en voorstellen. Heelt de directeur ter voorschreven zake geen be merkingen, dan vermeldt hij dit door daarvan een voudige aanteekeniug te stellen op het rapport van den inspecteur. II. na deze aangebrachte wijzigingen voormelde instructie opnieuw in haar geheel vast te stellen en van de dagteekening dier vaststelling te voorzien. III. te bepalen, dat de aldus opnieuw vastgestelde Verordening in werking zal treden den 1 October 1905. 236 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. aijl.no. ONTWERP III. De Raad der gemeente Leeuwarden Overwegende dat tengevolge van de bij besluit d.d. heden no. vastgestelde verordening, regelende den rang, het getal, de benoeming, de bezoldiging, enz. der ambtenaren en werklieden van de gemeentewerken, vast stelling eener instructie voor den gemeentelijken in specteur voor het woningtoezicht noodzakelijk is ge worden Besluit: vast te stellen de navolgende INSTRUCTIE voor den gemeentelijken inspec- voor het woningtoezicht. Art. 1 De gemeentelijke inspecteur voor het woningtoe zicht staat onder de onmiddellijke bevelen van burge meester en wethouders. Art. 2. Hij rapporteert burgemeester en wethouders zelf standig omtrent die zaken die bij de verordening, re gelende den rang, het getal, de benoeming, de bezol diging enz. der ambtenaren en werklieden van de gemeentewerken aan zjjne afdeeling zijn opgedragen, met dien verstande, dat hij de aanvragen of verzoeken om vergunning ingevolge de Hinderwet en omtrent bouwvergunningen ontvangt door tusschenkomst van den directeur der gemeentewerken en zjjne daarom trent uitgebrachte rapporten met de betrekkelijke stuk ken inzendt aau den directeur. Art. 3. Hij pleegt overleg met den directeur der gemeente werken in alle gevallen, waarin het duur dezen raadzaam geoordeeld wordt. Art. 4. Hij is verantwoordelijk voor den geregelden en goe den gang van zaken aan zjjne afdeeling. Hij regelt de werkzaamheden van het aan zijn bu reau verbonden personeel, wat den opzichter betrclt, behoudens en in verband met de voor dezen vastge stelde instructie. Hij ziet toe, dat deze de bijzondere voor hem geldende voorschriften naar belmoren op volgt. Art- 5. Het kantoor van den inspecteur voor liet woning toezicht is voor het publiek geopend van 's voormid dags 9 tot 's namiddags 5 uur, uitgezonderd op Zon en algemeene erkende christelijke feestdagen. Zooveel mogelijk moet de inspecteur ten gerieve van het publiek tot 's middags 12 uur aan zijn bu reau aanwezig zijn. 237

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1905 | | pagina 119