J O O Bijlage no. 26. OPRICHTING van den vervolgcursus op gemeenteschool no. 12. I Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905 Ph S bp *0 o bu a o> WERKELIJK BEDRAG volgens de R E K E X I X G. UITGAVEN. Tot toelichting van het'belangrijk verschil tusschen de ramingen het bedrag der werkelijke uitgaven wordt opgemerkt dat het bedrag der uitgetrokken tijdelijke geldleening ter voorziening in eventueele behoefte aan kasgeld ad f 100.000 niet is opgenomen, terwijl gelijk bedrag ad f 100.000 in uitgaaf is geraamd. Met weglating van deze som ad 100.000 zijn, blijkens vorenstaande specificatie, de uitgaven eene som van f 44261.64 beneden de raming gebleven De inkomsten bedragen, blijkens vorenstaande specificatie minder dan de daarvan gemaakte raming, eene som van 41 880.30'/2 De uitgaven bleven beneden de raming Verschil Als waarschijnlijk saldo was geraamd Maakt het saldo der rekening ad Tot nadere toelichting het volgende Verschillende inkomsten bedragen blijkens de daarvan gemaakte specificatie te zamen meer dan de raming terwijl andere, daaronder niet begrepen het niet opgenomen bedrag dor uitgetrokken tijdelijke lee ning ter voorziening in de eventueele behoefte aan kasgeld, bleven beneden de raming te zamen Blijft boven do raming De gezamenlijke uitgaven (daaronder niet be- Igrepen de tijdelijke looning voor kasgeld) leveren oen overschot op van Hierbij hot op do begrooting vermelde waar schijnlijk saldo 144.261.64 ƒ102.381 331/2 52.737.381/2 f 155 118.72 59.815.97 1 696.271/2 58.119.691/2 44.261.64 52.737 381/2 Maakt te zamen het saldo der rekening ad 155.118.72 Hieronder is begrepen voor verschillende werken die in 1904 zijn aangevangen en in 1905 worden voortgezet eene som van f 56.737.38 >/2 wolk beschikbaar gebleven bedrag op het dienstjaar 1905 moet worden 'overgebracht. Opgemaakt naar aanleiding van art. 219 der gemeentewet. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J. TROELSTRA, L. Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. 260 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Bijl.no. 26 Aan den Raad. Mijne heeren Nadat reeds bij uw besluit van den 9en Mei j.l. no. 52 tot hoofd van den vervolgcursus op de school der vierde klassse was benoemd de heer ïb. Boersma, hoofd van laatstgenoemde inrichting, en daarmede de eerste stap was gedaan om tot de verwezenlijking te geraken van het Raadsbesluit van den 25 Februari 1902, waarbij de oprichting van een zoodauigen aansluitenden cursus in beginsel was uitge maakt, zal thans tot de wijziging der betreffende verordeningen en tot vaststelling van een reglement voor dien cursus dienen te worden overgegaan, teneinde den aanvang der lessen met 1 October a.s., datum in ons voorstel van 22 April 1.1. tot aanstelling van den heer Boersma reeds genoemd, te verzekeren. liet is ons, in overeenstemming mede met de Commissie van toezicht en deu districtsschoolopziener, wenschelijk voorgekomen den nieuwen cursus op te zetten als herhalingsschool. Als overigens aan de wet telijke eischen zal zijn voldaan, zal dan een, zij het gering, subsidie van het Rijk kunnen worden ver kregen, terwijl het tevens mogelijk is om naast de verplichte twee vakken van lager onderwijs, andere op te nemen, die, hoewel in art. 2 der wet niet genoemd, op het programma van een cursus voor handel en administratii bezwaarlijk kunnen ontbreken. Als gevolg daarvan wordt wijziging van art. 10 der verordening tot regeling van het openbaar lager onderwijs in de gemeente (gemeenteblad 1904 no. 6) en in verband daarmede van de artikelen 11, 12, 13 en 14 voorgesteld. In art. 14, 2e lid, worden de woorden „voor zoover mogelijk" ingelascht omdat het Burgemeester en Wethouders voor de vakken die niet onder het lager onderwijs vallenwel niet mogelijk zal zijn onder het personeel der lagere scholen steeds geschikte leerkrachten te vinden. Hoewel de nieuwe cursus als herhalingsschool zal te boek staan, is hij in aard van de gewone herhalingsscholen toch zeer onderscheiden en daarom komt het wenschelijk voor het hoofd door den Raad te doen benoemen. Overeenkomstig liet gevoelen van de Commissie van toezicht op het lager onderwijs komt een schoolgeld van ƒ20.(voor minvermogenden 10.niet te hoog voor, waar hier voor jongelieden, door wie een handels- of administratieve werkkring, wordt begeerd, de gelegenheid wordt geopend om zich voor het vak hunner keuze voor te bereiden, terwijl eveneens en in denzelfden gedachtengang als waarin gelijke bezoldiging bij de Burgeravondschool is vastgesteld, eene belooning voor het onderwijzend personeel naar ƒ60.— per lesuur billijk mag boeten. De voorgestelde wijzigingen der verordeningen tot het heffen en op de invordering van schoolgelden voor het openbaar lager onderwijs in de gemeente Leeuwarden (gemeenteblad 1904 no. 23) en der verordening tot regeling der jaarwedden en der verdere inkomsten van het onderwijzend personeel aan de scholen van openbaar lager onderwijs te Leeuwarden(gemeenteblad no. 13 van 1904) vereischen mitsdien geen verdere toelichting. Dit is evenmin, naar het ons voorkomt, het geval met het ontwerp-reglement, waarin de nieuwe cursus nader is uitgewerkt. Gin dezelfde reden als die er toe leidden om als regel het schoolgeld op 20.te stellen, wordt liiel'in art. 8 voorgesteld, dat de leerlingen zich zeiven de leermiddelen aanschaffen. Afwijking van dien regel moet evenwel mogelijk zijn. De wijzigingen eindelijk ontworpen in de artt. 4 en 6 der verordening ter uitvoering van de verordening tot regeling van het openbaar lager onderwijs in de gemeente Leeuwarden (gemeenteblad 1904 no. 14) en art. 16 der verordening, regelende de samenstelling, inrichting en bevoegdheid van de Commissie van toezicht op het lager onderwijs (gemeenteblad 1904 no. 20) zijn een gevolg van de bovenstaande uiteenzettingen. Terwijl wij op de gewone wijze de ingevolge art. 17 der wet tot regeling van het lager onderwijs in gewonnen berichten van den districts-schoolopzieuer en de hoofden der scholen voor U ter visie leggen, hebben wij de eer Y op grond van liet vorenstaande voor te stellen te besluiten tot a. wijziging van de verordening tot regeling van het openbaar lager onderwijs in de gemeente (ge meenteblad 1904 no. 6); h. wijziging der verordeningen tot het heffen en op de invordering van schoolgelden voor het open- 261

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1905 | | pagina 131