Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. door hen niet erkend, de post behoort naar hunne meening als sluitpost daar te blijven bestaan. Omtrent het laatste punt wordt verwezen naar hunne toelichting- bij volgno. 129 en zij voegen daar nog aan toe, dat het buizennet op vele plaatsen in verkankerden toestand verkeert, waarin evenwel met den meesten spoed ver andering en verbetering zal worden gebracht. Volgno. 142. Een lid van de 2e sectie bespreekt de manier van straatvegen alhier. Er wordt met de machinale straatbezem geveegd zonder dat vooraf de straat met water besproeid is en dit veroorzaakt groote stofwolken van het straatvuil die overal binnendringen en door inademing van het straatpubliek gevaarlijk zijn voor het opnemen van allerlei ziektekiemen. Daarom zou het zeer wenschelijk zijn dat, na besproeiing van de straat met het straatvegen werd aangevangen. Rapporteurs verzoeken Burgemeester en Wethouders om te overwegen of aan dezen wehsch kan worden voldaan. Volgno. 143. In de Ie en 3e sectie wordt opnieuw gewezen op de te lage loonen van sommige werk lieden bij de gemeente-reinigingsdienst. Hiertegen is aangevoerd dat deze werklieden buiten hun vast loon diverse emolumenten genieten. Rapporteurs brengen den wensch om de laagstbezoldigdcn te verhoogen bij Burgemeester en Wethouders over en vragen nadere opheldering omtrent een tonnenverver die een week loon van f 4.geniet. Volgno. 144. Inlichting werd gevraagd in de le sectie hoever de Commissie is gevorderd met het onderzoek naar de verplaatsing van het aschland, of misschien die commissie ook „staakt". In de 3e sectie betuigt een lid zijne tevredenheid dat Burgemeester en Wethouders niet hebben over genomen een bedrag van 8500.voor het maken van een ierput, wijl dit de verplaatsing van het aschland nog meer in den weg had gestaan. Volgno. 150. In beide sectiën le en 2e werd gesproken over eene vaste commissie voor de veemarkt. Er bestaat echter verschil van meening of deze com missie uit of buiten den Raad zal bestaan. Ook is er geen eenheid of deze commissie van voorlichting en advies noodig is. Door de tegenstanders van zoodanige commissie werd aangevoerd dat alles thans goed gaat en een commissie bestaande uit kooplieden van de markt niet altijd onbevooroordeeld is. leder ziet op zijn eigen positie en voordeel, terwijl de markt meester, die thans aan het hoofd staat, ondergeschikt zou worden gemaakt. Aangezien ook over dit onderwerp geen eenheid bij rapporteurs bestaat, brengen zij de opmerkingen bij Burgemeester en Wethouders aan zonder meer. Volgno. 151. Bij dezen post wordt door een lid der 2e sectie opgemerkt dat ziek vee niet meer moest toegelaten worden op de veemarkt. Niet alleen dat het onze veemarkt, die thans de grootste in Neder land kan worden genoemd, ten zeerste ontsiert, maar ook uit een hygiënisch oogpunt beschouwd moet geen ziek vee in de onmiddellijke nabijheid van gezond vee gebracht worden. Herinnerende aan de circulaire van de Friesche Maatschappij van landbouw brengen rapporteurs de naar hunne mcening gegronde opmerking aan Burge meester en Wethouders over. Volgno. 157. In de 2e sectie werd door meer dan één lid gesproken over de alarmeering bij brand, die op ver afgelegen afstanden somwijlen zoo aanhoudend en hinderlijk is, terwijl op andere plaatsen en wel meer in de nabijheid van het brandpunt weinig of geen alarm wordt gemaakt. Enkele voorbeelden werden daarbij aangehaald waaruit blijkt dat in de wijze van alarmeering geen stelsel bestaat en de wensch uitgesproken dat hierin eenige verbetering- wórde gebracht. In de 3e sectie werd over hetzelfde onderwerp de vraag gedaan, hoe het gaat met de uitvoering van de verordening tegen brandgevaar tot dusver is daarvan niet veel gemerkt. Andere leden verklaren er wel van te hebben gehoord, o.a. zijn in de Harmonie reeds verschillende verbeteringen aangebracht. Volgno. 150. In de le sectie is beweerd dat de begrooting- van het onderhoud van gemeente-eigen dommen te wijdloopig was en daardoor niet in dui delijkheid won. In de eerste plaats wordt het gewoon onderhoud van een aantal gebouwen te zamen begroot op eene som van 740.— en daarna worden diezelfde gebouwen op nieuw genoemd en afzonderlijk voor niet dndeiijlc te noemen herstellingen voorgedragen met de sommen voor vermoedelijk onderhoud afzon derlijk achter ieder genoemd gebouw. Dit toch kon eenvoudiger en zou vooral voor on- deskundigen duidelijker zijn. Rapporteurs deelen die meening en spreken de wenschelijkheid uit om bij latere begrootingen hierop te willen letten. Volgno. 1(10. Een lid der le sectie verklaart zich tegen het verleenen van vergunning voor den verkoop van sterken drank in gemeente-eigendommen met name de herberg „de Bleek" en den Prinsentuin. Rapporteurs herinneren dat het verleenen van ver gunning in gemeente-eigendommen meer dan eens in den Raad is besproken. Zij onthouden zich van hunne eigen opinie in dezen uit te spreken ook omdat naar hunne meening zulks niet behoort tot de competentie van den Raad. Volgno. 168. Meerder toezicht en keurmeesters van vleesch en viseh niet alleen, maar in 't algemeen voor alle voedingsartikelen werd in alle sectiën ge vraagd. In de 3e sectie gaf een lid te kennen dat de gezondheidscommissie nog steeds met onderzoek bezig is. In de maand ücto oer zal deze zaak opnieuw door de commissie worden behandeld en daarna advies worden uitgebracht. Rapporteurs meenen niet beter te kunnen doen dan èn de gezondheids-commissie èn Burgemeester en We tb ouders dringend te verzoeken met Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Bijl MO, 28. eenigen spoed te willen bevorderen dat eene betere regeling van toezicht op voedingsartikelen in werking wordt gesteld. Volgno. 177. In de 2e sectie werd nogmaals aan geroerd het bestaan van drinkfonteinen, met dringend verzoek geen golden meer disponibel te stellen en op de begrooting te brengen voor drinkfonteinen. Volgno. 178. Leden van de le en 2e sectie brachten eenige opmerkingen omtrent politiezaken in het midden. In de le werd de vaste en geregelde route's van de agenten 3e klas minder gewenscht geacht in het belang van de openbare veiligheid. Dat agenten één maal in de 15 dagen één vrijen Zondag hebben voor liet waarnemen hunner godsdienstplichten door hen die daaraan behoefte gevoelen is te weinig werd be weerd. Ook zijn er te weinig agenten bij de straat, vooral in de kermis, gedurende welken tijd de dienst te zwaar is op het kermisterrein, terwijl voor den langeren diensttijd geen salaris wordt vergoed. Bovendien heeft spreker vernomen dat de behandeling van de politie agenten slecht genoemd kan worden. Dat de kleeding van politieagenten steeds aan een en dezelfde leverancier in deze stad wordt opgedragen is de grief van een ander lid in die sectie. Er zijn meer leveranciers die ook wel eens begunstigd willen worden, vooral met leverantiën die uit de gemeentekas worden betaald en onbillijk wordt genoemd de bestellingen steeds aan dezelfde firma op te dragen. In de 2e sectie werd nogmaals gewezen op het misbruik dat van de banken in de plantsoenen wordt gemaakt 't zijn plaatsen en gelegenheden voor onze delijkheid. Trouwens ook andere plaatsen worden daarvoor gezocht, vooral in het plantsoen bij do Sophialaan en bij en om de beurs. Eenig meerder politietoezicht hierop zou wel gewenscht zjjn. Een grief voor vele bewoners aan de buitengrachten is het liggen en overwinteren van schipperij met hun rook en linnendrogerij om niet te spreken van erger dingen vlak voor de ramen van die bewoners. Andere leden spreken over het in- en uitrijden van nauwe straten door vrachtkarren en ook wielrijders. Men vroeg daaromtrent aanvulling van liet besluit tot uitvoering van Art. 82 der verordening houdende algemeene bepalingen van politie voor de gemeente Leeuwarden, gemeenteblad no. 19 van 1902. Ook werd evenals in de le sectie gewezen op algemeen onvoldoend politietoezicht zonder dit te wijten aan de politie zelf. Al deze opmerkingen en grieven nopen Rapporteurs zulks onder de bizondere aandacht van Burgemeester en Wethouders en den Burgemeester als hoofd der politic te bicngen, met verzoek zoo mogelijk en waar noodig verbeteringen voor te stellen, of in te voeren. Volgno. 188. Bij dezen post, subsidie aan de stads armenkamer, werd in de le sectie de wenschelijkheid uitgesproken ook toelagen te verstrekken aari de Yereenigiugen voor drankbestrijding en kamer van arbeid. Daarvoor zouden 2 nieuwe posten op de begrooting moeten voorkomen. Volgno. 200. Inde le sectie werd nogmaals gewezen op de overbodigheid van de middelbare school voor meisjes. Het nut van het voortbestaan dezer inrich ting van onderwijs is naar het oordeel van dien spreker aan twijfel onderhevigslechts 3 meisjes volgen tegenwoordig de lessen van de hoogste klas, tot op zekere hoogte een bewijs dat maar weinig ouders er belang in zien dat hunne kinderen dit onderwijs tot den einde volgen. Eene uitgaaf van 19391,is niet in evenredigheid aan het practisch nut van deze school. Rapporteurs onthouden zich van het uitspreken van een oordeel over deze zaak. Volgno. 201Een lid der 3e sectie is van oordeel dat de oproeping en benoeming van een leeraar in het lijnteekenen aan de burger-avondschool in strijd is met de desbetreffende verordening die het juiste getal leeraren aangeeft. Hij meent dat zulks eene ongemotiveerde overschrijding van het getal leeraren betreft. Hiertegen werd aangevoerd dat de omstan digheden tot deze oproeping aanleiding hebben ge geven. Rapporteurs stellen de vraag of, indien deze op merking juist is, het niet wenschelijk is vooraf nog de verordening te wijzigen. Volgno. 203. Door een lid in de 3e sectie werd gevraagd of het niet van belang, en gewenscht zou zjjn dat alle sollicitanten naar eene betrekking als ambtenaar voor de gemeente Leeuwarden bij hunne sollicitatiestukken een geneeskundig attest overleggen. De voorzitter dezer sectio meent dat dit moeilijk is te vragen, omdat bij voordrachten niet bekend is wie benoemd zal worden en bij aanbevelingen er somtijds benoemingen plaats vinden geheel buiten de aanbeveling om. In de 2e sectie werd de aandacht gevestigd op school no. 2 waar de ventilatie slecht, de plaats dei- privaten ongelegen, althans niet friseh en waar boven dien hoegenaamd geen gelegenheid of ruimte is om de kinderen eens te laten luchten. Nog meerdere grieven werden omtrent deze school te berde gebracht waarvan rapporteurs vermeenen geene melding te moeten maken. Volgno. 218. Voor voeding en kleeding- verstrekt door de gemeente aan behoeftige schoolkinderen wenscht een lid der le sectie een hooger bedrag op de be grooting uitgetrokken te zien. Rapporteurs zouden dit gaarne bij Burgemeester en Wethouders willen aanbevelen indien het noodig zou blijken te zijn. Zoolang de uitgetrokken som ad 300.op do begrooting- heeft gestaau is dat bedrag nog nimmer overschreden. Voor zoo ver hun bekend is er gelukkig nog nooit voedsel op school gevraagd. Ging men het bedrag verhoogen zonder dat daaraan behoefte was, dan zou het bijna eene uitnoodiging aan de ouders gelijken om door de kinderen meer te laten vragen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1905 | | pagina 146