72
Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905.
Dat het evenwel de begeerte Uwer vergadering is, tot amotie van het perceel-van Aspercn en
straataanleg aldaar over te gaan, mag als vaststaande worden aangenomen en is genoegzaam gebleken uit
de eenstemmigheid waarmede- en de overweging waaronder destijds tot den aankoop is besloten en
aangezien daarover thans wel geen verschil van gevoelen zal kunnen ontstaan en mede omdat het ook
overigens wenscheljjk wordt geoordeeld het onbewoonde pand niet langer aan de baldadigheid onzer jeugd
bloot te stellen, meenen wij dat gedeelte van de voorstellen van de Commissie en den Directeur te
moeten overnemen, doch ze tegelijk daartoe te beperken.
De straataanleg aanvankelijk tot eene lengte van 60 M. uit den Grachtswal, terwijl de resteerende
15 M. voorloopig voor berging van afkomenden grond moet worden gereserveerd, zal kunnen geschie
den gelijk door den Directeur op de teekcningen wordt aangeduid de straat, met de trottoirs 12 M.
breed, loopt vlak langs de noordelijk gelegen perceelen, doch ten Zuiden blijft een terrein van 9.40 M.
diepte over, waarvan nog 1.50 M. voor stoep zal kunnen worden overgehouden; aan de Noordzijde zullen
hoornen worden geplant. Het aldus gunstig gelegen komende bouwterrein eindelijk, waarnaar vele gading
mag worden verwacht, zal tegen f 8.50 den M kunnen worden uitgegeven.
Op twee punten kunnen wij evenwel niet met des Directeurs voorstellen medegaan. In de eerste plaats
wordt door hem gewenscht van blok XXIV dadelijk het meest Westelijke gedeelte tot een lengte van
8 M. te reserveeren. ten einde daarop later te stichten de woning van den brugwachter der Oosterbrug.
Wij zien de noodzakelijkheid hiervan niet in, omdat, welke verkeersweg in de toekomst hier ook moge
ontstaan, toch in het scheepvaartverkeer door de stadsgracht en dus in de wijze van bediening der brug,
die voorshands zal kunnen blijven uitbesteed, wel geen verandering zal ontstaan. Bovendien bezit de
gemeente in de buurt een huis, thans bewoond door den wachter van de le Kanaalbrug, dat later altijd
nog zoo noodig, als voor dezen laatstgenoemde op den duur een woning aan het Kanaal zal worden
aangewezen, voor den man van de Oosterbrug zal kunnen worden bestemd.
In de tweede plaats wenscht de Directeur de straat met Ben Ahin keien aan te leggen. Ook dit
komt ons minder noodzakelijk voor. Men overschatte toch niet den omvang, dien het verkeer op den
duur door de nieuwe straat zal nemen; het verkeer per as althans, zal, tengevolge van de nauwe straten
die de directe verbinding met de binnenstad vormen, zeker niet dadelijk zóó toenemen, dat een dergelijk
kostbaar plaveisel hier gerechtvaardigd schijnt. W ij meenen derhalve, dat aanvankelijk hier zeer goed
met gewone waalklinkers zal kunnen worden volstaan. De kosten van den straataanleg worden aldus,
blijkens bijgaande begroeting, op 5875 geschat.
Resumeerende hebben wij op grond van het bovenstaande de eer U voor te stellen te besluiten
lo. tot verkoop op af braak van bet, perceel Grachtswal 1U3/105, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
sectie G no. 8196 met machtiging aan ons college, dien verkoop bij openbare inschrijving te doen geschieden
op de voorwaarden, die ons geraden zullen voorkomen
2o. Burgemeester en ethouders te machtigen tot de openbare aanbesteding, op voorwaarden nader
door ons vast te stellen, van het aanleggen op de wijze als op bijgaande teekeuing is aangegeven van een
straat op genoemd perceel met inbegrip van trottoirs, lang 75 M., breed 12 M., te plaveien met waal
klinkers en aan de Noordzijde met booinen te beplanten;
d°. de ten Zuiden van die straat gelegen 9.40 M. breede strook grond te bestemmen voor bouwterrein
en te dien einde de hierbijgaande situatiekaart goed te keuren en vast te stellen;
4o. vast te stellen de mede hierbij gevoegde bepalingen betredende de uitgifte van bouwterreinen,
gelegen aan de Zuidzijde van de ij brand de Geeststraat, voorzoover deze is of zal worden aangelegd op
het teirein, vroeger behooreude aan de erven wijlen II. van Asperen alhier, met de bijbehoorende
Ijjst, aanwijzende den minimumprijs van het bouwblok
een en ander behoudens onze nadere financieelc voorstellen ten aanzien der begrooting.
25 jan.
LKËUWakmsn, -u 1905.
8 Jbebr.
Burgemeester en Wethouders
ZIM MERMAN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905.
BEPALINGEN betreffende de Uitgifte van
Bouwterreinen, gelegen aan de Zuid
zijde van de Wijbrand de Geeststraat
voorzoover deze is of zal worden
aangelegd op het terrein, vroeger be-
hoorende aan de erven wijlen'H. van
Asperen aihier en toebehoorende aan
de gemeente Leeuwarden.
Art. 1.
Omschrijving.
De uit te geven bouwterreinen zijn gelegen aan de
Zuidzijde van de Wijbrand de Geeststraat, voorzoover
deze is of zal worden aangelegd op het terrein vroeger
belioorende aan de erven wijlen H. van Asperen alhier
en zijn op de bij deze nadere bepalingen behoorende
situatie-kaart in roode arcure aangewezen en genaamd:
Blok XXIV.
Art. 2.
Wijze van verkoop.
De in liet vorig artikel omschreven terreinen worden
uitgegeven in koop of in altijddurende erfpacht.
De koopsom van de terreinen is aangegeven in eene
bij deze bepalingen behoorende lijst.
Wordt een terrein in altijddurende erfpacht uitge
geven, dan bedraagt de jaarlijksche erfpacht 4£ pCt.
der in de lijst aangegeven koopsom.
Art. 3.
Diepte der terreinen.
Op dit blok moet steeds de volle diepte gekocht
of in erfpacht genomen worden.
Onder diepte wordt verstaan, de loodreche afstand
tusschen voor- en achterzijde.
Art. 4.
Overdracht van onderhoud enz.
De met de eigenaren van naastliggende gebouwen
of erven gemeene grenzen moeten worden geëerbie
digd en de eventueel met deze massaal te onderhou-
den muren, schuttingen of dergelijke, bekend of on
bekend, zonder nadere omschrijving worden overge
nomen.
Art. 5.
Overname van murenhoornen of heesters.
De na amotie van huis en toebehooren op het
terrein of onderdeel daarvan achter te blijven muren,
boomen, heesters of deelen daarvan gaan dadelijk bij
den verkoop, voor zoover gemeente-eigendom, over op
den eventueelen kooper van het terrein waarop zij
voorkomen, zullende de waarde dezer goederen voor
de registratierechten geschat worden eene waarde te
hebben van 3 pCt. der kosten van den grond, maar
behoeft daarvoor aan de gemeente niets extra te wor
den betaald.
Art. 6.
Van de terreinen.
De uit te geven terreinen worden ter weerszijden
begrensd door lijnen, loodrecht getrokken op de as
van den aangrenzenden weg.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd van deze
bepaling af te wijken of afwijkingen toe te staan.
Art. 7.
Aanvragen.
Gegadigden zullen eene op zegel geschreven en
door hen onderteekende aanvrage, ingericht naar het
wlaarvoor tegen betaling der kosten van het zegel aan
de secretarie der gemeente verkrijgbaar formulier,
moeten bezorgen in eene daarvoor bestemde ter se
cretarie aanwezige bus, welke eiken Zaterdag des na
middags te drie ure in eene openbare vergadering van
Burgemeester en Wethouders zal worden "geopend.
De aanvrage moet vermelden de koopsom, ook al
wenscht men het terrein te bekomen in altijddurende
erfpacht.
In de aanvrage zal moeten worden opgegeven de
aard en bestemming van hetgeen op het terrein zal
worden aangelegd en gebouwd, waarvan zonder toe
stemming van Burgemeester en Wethouders niet mag
worden afgeweken.
Art. 8.
Meerdere aanvragen om hetzelfde stuk.
Indien bij het openen van de bus blijkt, dat twee
of meer aanvragen eenzelfde terrein of een gedeelte van
eenzelfde terrein betreffen, zal aan de aanvragers, op nader
door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen dag
en uur, gelegenheid gegeven worden, om, ten over
staan van hun college, tegen elkander op te bieden,
door verhooging der koopsom per centiare.
Wordt door geen der aanvragers de door hem ge
boden som verhoogd, dan wordt door het lot beslist,
aan wien van hen het gevraagde terrein provisioneel
zal worden toegewezen.
De aanvrager, die in dergelijk geval liet doorhem
begeerde terrein niet in zijn geheel kan bekomen,
wordt, desverlangd, van zijn bod ontslagen.
Art. 9.
Ecentueele weigering.
De gevraagde terreinen zullen door Burgemeester en
Wethouders aan de aanvragers of in het geval van
art. 7 aan den hoogsten bieder of den door het lot
aangewezen aanvrager provisioueel worden toegewezen,
tenzij het college van oordeel is
3