Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. a. dut de uitgifte van een aangevraagd terrein nadeelig is voor ecne goede bebouwing van het geheele terrein, of b. dat de aard of bestemming der te stichten ge bouwen gevaar of hinder voor de eventueel omwonen den of nadeel aan de overige terreinen kan veroorzaken. Art. 10. Borgen. Indien Burgemeester en Wethouders het noodig achten, dat vóór de provisioneele toewijzing door den aanvrager eene schriftelijke verklaring wordtovergelegd van een of meer bij hen als genoegzaam solvabel bekend staande personen, waarbij deze zich voor den aanvrager stellen tot hoofdelijke borgen voor de richtige naleving der bij eventueele toewijzing op hem rustende verplichtingen, zal daaraan door den aanvrager on middellijk moeten worden voldaan. Art. 11. Verklaring koog of rfpacht. De aanvrager, aan wien een terrein provisioneel is toegewezen, moet, indien hij het terrein in altijd durende erfpacht wcnscht aan te nemen, hiervan bin nen acht dagen, nadat de toewijzing te zijner kennis is gebracht, ter secretarie der gemeente bij eene op zegel gestelde verklaring doen blijken. Wordt die verklaring niet binnen den gestelden termijn ingezonden, dan wordt de provisioneele ver krijger geacht het terrein in koop te willen aannemen. Art. 12. Waarborg. De provisioneele verkrijger* moet binnen tweemaal 24 uren, nadat hij van de provisioneele toewijzing kennis heeft gekregen, of, wat het gedeelte betreft, dat (10 M. of meer uit den Grachtswal gelegen is, nadat hij bovendien van Burgemeester en Wethouders bericht heeft gekregen, dat met de bebouwing kan worden aangevangen, ten kantore van den Gemeente- Ontvanger als waarborg storten 5 pCt. van de koopsom. Deze waarborgsom wordt teruggegeven, wanneer aan de bepalingen der artt. 20 tot en met 30, voor zooverre van den kooper, erfpachter of hunne recht verkrijgenden afhankelijk, is voldaan. Art. 13. Betalingstermijnen. Indien het terrein in koop wordt verlangd, moet dc koopsom ten kantore van den Gemeente-Ontvanger worden betaald in één termijn binnen twee maanden na de verteekening der koopactc. Burgemeester en Wethouders kunnen, mits dc aanvrage hiertoe geschiedt binnen 8 dagen, nadat het terrein provisioneel is toegewezen, toestaan, dat de koopprijs in twee termij nen wordt voldaan, in welk geval de helft bij de verteekening der koopactc en de wederhelft uiterlijk zes maanden daarna zal moeten worden betaald. Van dc wederhelft zal door den kooper eene rente moeten worden vergoed naar vier ten honderd in het jaar, ingaande twee maanden na de verteekening der koopacte en loop zullende houden tot de koopsom geheel is voldaan. Indien de kooper in het aanzuiveren van den eer sten termijn van betaling nalatig is, is de volle koop som met de hiervoren bepaalde rente, die alsdan over de volle koopsom verschuldigd is, dadelijk vorderbaar. Art. 14. Erfpacht. Op het uitgeven in erfpacht zijn, behalve de hierna volgende bepalingen, mede van toepassing de artt. 707 783 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzon dering van art. 770, 2e alinea, met dien verstande, dat het terrein in altijddurende erfpacht wordt uit gegeven. liet jaarlijksche bedrag der erfpacht is verschul digd van den dag af, waarop de acte van erfpacht door partijen is verteekend. Het moet jaarlijks in één termijn vóór of op 31 December aan den gemeente-ontvanger worden betaald, het eerste jaar tot een bedrag, berekend van af de dagteekening der acte tot het einde des jaars. Alle belastingen, die op den in erfpacht uitgegeven grond of op de daarop gestichte gebouwen mochten liggen of gelegd worden, zijn voor rekening van den erfpachter. Art. 15. Acte. De acte van koop of erfpacht moet worden opge maakt binnen twee maanden na den termijn, vermeld in de eerste alinea van artikel 11. Art. 10. Aanvaarding. Het terrein kan worden aanvaard, zoodra de in het vorig artikel bedoelde acte is verteekend of, wat het gedeelte betreft dat GO M. of meer uit den Grachts wal gelegen is, nadat hij bovendien van Burgemeester en Wethouders bericht heeft gekregen, dat met de bebouwing kan worden aangevangen. Van dat tijdstip af gaan de hoed, noed en het on derhoud vau het terrein over op den verkrijger. Art. 17. Levering. De verkrijger moet het terrein ontvangen zoo goed en kwaad als hot moge wezen, naar de grootte, die 4 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. aijl no.<±. het in de acte is verklaard te hebben en in den toe stand, waarin het is bij de verteekening der acte met alle daaraan verbonden bekende of onbekende gebre ken, lusten, lasten, actiën, heerschende en lijdende erfdienstbaarheden, massaliteiten, bezwaren van on derhoudsrechten en verplichtingen en wat van dien 1 aard meer moge zijn, zonder dat de verkrijger eenig verhaal zal kunnen uitoefenen tegen de gemeente, die geene andere vrijwaring belooft, dan voor den eigen dom of het volle genot van het terrein, indien de verkrijger daarin mocht worden gestoord. Art. 18. Waarborg voor de gemeente. Tot waarborg voor de onbetaalde kooppenningen en renten wordt door de gemeente het recht van eerste hypotheek op hot afgestane terrein voorbehouden, met onherroepelijke volmacht om bij gebreke van behoor lijke voldoening van kooppenningen en rente op de aangewezen tijdstippen, het terrein niet alle daarop gestichte gebouwen of getimmerten in het openbaar volgens de plaatselijke gebruiken te doen verkoopen, ten einde uit de opbrengst zoowel de koopsom als de renten en kosten te verhalen. Zoolang de koopsom niet volledig is voldaan, zal de kooper het terrein, bebouwd of onbebouwd, niet anders dan met schriftelijke toestemming van Burge meester en Wethouders mogen verhuren en zal, ingeval van willigen verkoop, geene zuivering van hypothecaire inschrijvingen, ten voordeole van de gemeente genomen, kunnen worden gevorderd. Art. 19. Kosten. Alle kosten op den verkoop of de uitgifte in erf pacht, die der hypotheekstelling en inschrijving daar onder begrepen, komen ten laste van den verkrijger. De kosten van uitmeting van het terrein door een landmeter van het kadaster komen echter teil laste der gemeente. Art. 20. Overdracht bouwbepuliugen. De kooper of erfpachter en alle volgende rechtver krijgenden zijn gehouden de verplichting, voortvloei ende uit art. G, laatste lid, zoomede de bepalingen van art. 19 tot en met 30 na te leven en die bij overdracht hunner rechten in de acte van overdracht op te nemen. De gemeente heeft het recht om, wegens het niet naleven dezer bepalingen, eene boete op te leggen ten bedrage van dc koopsom of twintigmaal de jaarlijksche erfpachtssoni, zoomede om de ontbinding van den koop of de vervallen-verklaring van het erfpachtsrecht te vorderen. Art. 21. 1 Igeineene bouwbepaling. De koopers of erfpachters zijn, behalve tot naleving der wetten en verordeningen op het bouwen en inrichten van woningen, mede gehouden te dier zake de bepalin gen in acht te nemen, vermeld in de volgende artikelen. Art. 22. Termijn voor het bouwen. Binnen twee jaren na de dagteekening der acte van koop of erfpacht of, wat het gedeelte betreft, dat 60 M. of meer uit den Grachtswal gelegen is, binnen twee jaren, nadat de kooper of erfpachter van Burge meester eu Wethouders bericht heeft gekregen, dat met de bebouwing kan worden aangevangen, moet de bebouwing van de daarbij omschreven pcrceelen, met inachtneming van het bepaalde bij artikel 7 laatste lid, zijn voltooid. De eigenaar of erfpachter verbeurt, onverminderd de bevoegdheid om het bejiaalde bij art. 20, 2e lid, toe te passen, voor iedere maand vertraging eene boete van 5 pCt. van de koopsom of het bedrag van één jaar erfpacht. Art. 23. Rooilijn. De rooilijn voor de te stichten gebouwen is voor dit blok vastgesteld, zooals op de situatiekaart met roodo stippellijnen is aangewezen. De ingeschreven getallen duiden den afstand aan tusschen den kant van den weg en de rooilijn. Burgemeester en Wethouders kunnen afwijkingen van het in dit artikel bepaalde toestaan. Art. 24. IJzeren hekken. Voor zoover de tusschen rooilijn en weg gelegen ruimte t.50 meter diepte heeft, moet zij als stoep worden aangelegd en onderhouden en mogen hierop geen hekken worden geplaatst. Burgemeester en Wethouders kunnen afwijking-van het in dit artikel bepaalde toestaan. Art. 25. Gevel hoogte. De gevelhoogte der op dit blok te stichten gebouwen moet ten minste bedragenacht nader. 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1905 | | pagina 38