Bijlage no. 5.
Bijlage tot liet verslag van de handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden, 1905 liijl.no. 5.
RAPPORT der Raadscommissie betrekkelijk
eene nadere regeling der jaarwedden
van den Burgemeester en den Secretaris
der Gemeente Leeuwarden.
gemeenten, geenszins hoog te noemen (c.f. 's Baads
Handelingen 1883 blz. 8486 en bijlage no. 15 met
de daarbij gevoegde lijst). Vergelijkt men dit cijfer
van ƒ3500. - met de jaarwedden, die thans voor den
Burgemeester in andere gemeenten van eenigszins ge
lijken omvang en gelijk belang zijn uitgetrokken (zie
den hierbij gevoegden staat), dan blijkt, dat die
titularis alhier niet in bepaald ongunstigen toestand
verkeert. Echter dient hierbij te worden opgemerkt,
dat zeer zeker liet bevolkingscijfer in deze niet uit
sluitend beslist over den omvang der werkzaamheden
en het gewicht der verantwoordelijkheid; deze toch
I worden in sterke mate door plaatselijke omstandigheden
Bij Uw besluit van 24 Januari 1.1. uitgenoodigd om en invloeden beheerscht. Wel is waar is in 1897,
den Baad te adviseeren omtrent de bij hem ingekomen naar aanleiding van art. 10 der wet van 24 Mei 1897
missive van Gedeputeerde Staten van Friesland d.d.St.bl. no. 156 tot regeling der (inancieële verhouding
29 December 1904, no. 74, 2e afdeeling, rakend de tusscheu het Bijk en de gemeente, door Burgemeester
verhooging der jaarwedden van den Burgemeester eni en Wethouders aan Uwen Baad geadviseerd om in
den Secretaris dezer gemeente en volgens welk schrijven de jaarwedde van den Burgemeester geene verandering
Aan den Raad der gemeente Leeuwarden.
bij dat College het voornemen bestaat die jaarwedden
resp. op 4500.en op 3500.— vast te stellen
(artt. 73 en 104 der Gemeentewet), hebben wij de
eer het navolgende te doen strekken.
Al pleiten de argumenten, ten voordeele van ver
te brengen en is dienovereenkomstig besloten (c.f.
's Baads Handelingen 1897 blz. 119 en 130 en 1898
blz. 11), doch sedert zijn weder eenige jaren verloopen
gedurende welke, speciaal door het tot stand komen
van verscheidene sociale wetten, de werkzaamheden
hooging der bestaande jaarwedden in ovengenoemde van den Burgemeester als Bijksagent zeer zijn toe
missive aangevoerd, tastbaar bijna uitsluitend voor een genomen en welke bemoeiingen in de eerstvolgende
verhooging dier bezoldigingen in de zoo uitgestrekte jaren zeker nog uitgebreid zullen worden.
plattelandsgemeenten in deze provincie, toch verdienen
enkele algemeene motieven, die daarvoor zijn aange
voerd, ook Uwe volle aandacht.
De taak toch van Burgemeester en Gemeen te-Secre-
Eene zeer bijzondere omstandigheid, die het ons,
naast den omvang van zijnen arbeid en zijne ver
antwoordelijkheid, wenschelijk doet voorkomen do
wedde van den Burgemeester iets te verhoogen is o.a.
taris neemt, door de talrijke en belangrijke en laat uog gelegen in het feit, dat Leeuwarden de provinciale
ons erkennen dikwijls iu de praktijk zeer omslachtige hoofdstad is, waardoor onze stad een zeer bijzondere
wetten, die in de laatste jaren in het Staatsblad
verschijnen, steeds in omvang toe.
Nevens de uit het ambt van Burgemeester steeds
voortvloeiende moeite, zorgen en groote verantwoorde-
lij kheid, die, als van minder materieelen aard, niet op
geld waardeerbaar zijn, heeft des Burgemeesters nood
zakelijke medewerking ter uitvoering van de algemeene
regelen voor liet Bijk, deze ambtenaar heel wat werk
verschaft en dit staat in de naaste toekomst nog ver
meerderd te worden. Ofschoon wij nu het toekennen
van eene jaarwedde, die den Burgemeester in staat j zeer zijn vermeerderd;
positie onder hare zusteren in deze provincie inneemt
en met andere oorzaken den Burgemeester tot allerlei
uitgaven noopt, die met de eere-zijde van het ambt
in verband staan.
Met het oog op een en ander en meer bepaaldelijk
overwegende
lo. dat de jaarwedde van den Burgemeester ge
durende ruim twintig jaar geen verandering heeft
ondergaan;
2o. dat sedert de laatste jaren diens werkzaamheden
zoude stellen om daarvan behoorlijk te bestaan, (al
lieten de gemeentefinanciën zulks toe), in liet belang
en 3o. dat 's rijks tegemoetkoming in deze post van
uitgaaf, bedoeld in art. 10 van ovengenoemde wet
van zijn prestige ongeraden zouden achten, zoo kan van 1897, opdat salaris van geen invloed is geweest,
doch steeds in de gemeentekas is gevloeid, (Volg-
men toch deze betrekking ook niet als een zuiver
eere-ambt beschouwen, iets tweeslachtigs zal derhalve
dit ambt wel blijven aankleven.
De jaarwedde nu van den Burgemeester van
Leeuwarden, die in 1870 bedroeg ƒ1800.—, in 1873
ƒ2200.en in 1878 ƒ2500.is bij koninklijk
besluit van 2 November 1883 no. 22 op ƒ3500.
gebracht, dat cijfer was ook toen, vergeleken met de
nummer 43 der gemeente-bcgrooting voor 1904), zoo
zijn wij van oordeel, dat het billijk is, thans die
tegemoetkoming van art. 10 voormeld, aan den Bur
gemeester van Leeuwarden ten goede te doen komen,
en dat diens jaarwedde op 4000.behoort te worden
vastgesteld.
Aangaande de jaarwedde van den Gemeente-Secre-
jaarwedden in andere met Leeuwarden te vergelijken taris denken wij anders. Deze betrekking kan o.a.
79