Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Het eerste lid is ook ten deze van toepassing. Blijkt uit het nader procesverbaal dat er geene een stemmigheid is verkregen, dan geldt de schatting der huurwaarde volgens de meerderheid, en zoo alle drie schatters in gevoelen verschillen, de schatting die noch de hoogste noch de laagste is. Art. 2, 2e lid, invorderings-verordening. Op vertoon van het gekwiteerde aanslagbillet ter Secre tarie der gemeente wordt, voor zoover het eene nieuwe vergunning betreft, het in art. 32 der Drankwet bedoelde, door den gemeente-secretaris gewaarmerkte afschrift der vergunnings-akte door Burgemeester en Wethouders afgegeven. Art. 8. Indien door den belanghebbende bij den gemeenteraad tegen den aanslag in het vergunningsrecht bezwaren worden ingebracht, wordt de huurwaarde herschat door twee deskundigen, waarvan één bij het bezwaarschrift door den belanghebbende kan worden aangewezen en één wordt aangewezen van de zijde van den Raad door den Voorzitter. Maakt de belanghebbende van de bevoegdheid tot aanwijzing van een deskundige geen gebruik, dan wordt de herschatting verricht door twee door den Raad benoemde herschatters. Door den belanghebbende kan niet een der schatters, die de eerste schatting hebben verricht, als deskundige worden aangewezen. De in het vorige lid bedoelde twee herschatters worden jaarlijks in de maand Maart voor het volgend vergunnings jaar benoemd. De Raad ontvangt daartoe van Burge meester en Wethouders eene aanbeveling van twee dubbel tallen. De volgens art. 3 door Burgemeester en Wethouders benoemde deskundigen zijn niet benoembaar tot herschatters. De herschatters gaan binnen 8 dagen, nadat zij van de opdracht kennisgeving hebben ontvangen, tot de schatting over, maken van hun bevinding ter plaatse proces-verbaal op, en zenden dit onverwijld aan den Voorzitter van den Raad in. Indien hieruit blijkt, dat de herschatters over het be drag der huurwaarde in gevoelen verschillen, wordt door den Burgemeester een derde deskundige aangewezen, die met de beide herschatters binnen 8 dagen na de daartoe ontvangen opdracht de herschatting verricht. Een schatter die tot de eerste schatting heeft meegewerkt, kan niet als derde deskundige worden aangewezen. Het vorige lid is ook ten deze van toepassing. De Raad is bevoegd van de ingevolge de beide vorige alinea's vastgestelde bevindingen af te wijken. Art. 8, lid 6 en 7 onveranderd. gemeester en Wethouders een derde deskundige aange wezen deze en de beide schatters maken binnen acht dagen na de daartoe ontvangen opdracht van hunne be vinding ter plaatse procesverbaal op en zenden dit als hun advies onverwijld aan Burgemeester en Wethouders in. Blijkt uit het nader procesverbaal, dat er geene eenstem migheid is verkregen, dan geldt als hun advies de schatting der huurwaarde volgens de meerderheid, en zoo alle drie schatters in gevoelen verschillen, de schatting die noch de hoogste noch de laagste is. III. Wordt ingelascht een nieuw Art. 8 van dezen inhoud: Op vertoon van het aanslagbillet ter Secretarie der gemeente wordt, voor zoover het eene nieuwe vergunning betreft, het in art. 32 der Drankwet bedoelde, door den Gemeente-Secretaris gewaarmerkte afschrift der vergunnings akte door Burgemeester en Wethouders afgegeven. IV. Art. 8, lid 1, 2, 3, 4 en 5 wordt vervangen door art. 9 van dezen inhoud Indien door den belanghebbende bij den gemeenteraad tegen den aanslag in het vergunningsrecht bezwaren worden ingebracht, wordt de huurwaarde herschat door twee deskundigen, waarvan één bij het bezwaarschrift door den belanghebbende kan worden aangewezen en één wordt aangewezen van de zijde van den Raad dooi den Voorzitter. Maakt de belanghebbende van de be voegdheid tot aanwijzing van een deskundige geen gebruik, dan wordt de herschatting verricht door twee door den Raad benoemde herschatters. Door den belanghebbende kan niet een der schatters, die de eerste schatting hebben verricht, als deskundige worden aangewezen. De in het vorige lid bedoelde twee herschatters worden jaarlijks in de maanMaart voor het volgend vergunnings jaar benoemd. De Raad ontvangt daartoe van Burge meester en Wethouders eene aanbeveling van twee dubbel tallen. De volgens art. 3 door Burgemeester en Wet houders benoemde schatters zijn niet benoembaar tot herschatters. De herschatters gaan binnen 8 dagen, nadat zij van de opdracht kennisgeving hebben ontvangen, tot de schatting over, maken van hunne bevinding ter plaatse proces-ver baal op en zenden dit onverwijld als hun advies aan den Voorzitter van den Raad in, die het ten fine van prae- advies aan den Raad, ten spoedigste bij Burgemeester en Wethouders ter tafel brengt. Indien uit het proces-verbaal blijkt, dat de herschatters over het bedrag der huurwaarde in gevoelen verschillen, wordt door den Burgemeester een derde deskundige aan gewezen, die met de beide herschatters binnen 8 dagen na de daartoe ontvangen opdracht de herschatting verricht. Een schatter, die tot de eerste schatting heeft meegewerkt, kan niet als derde deskundige worden aangewezen. Het vorige lid is ook ten deze van toepassing. V. Art. 8, lid 6 en 7 wordt Art. 10. De artt. 5 en 6 zijn op de in het vorig artikel bedoelde herschatters en deskundige toepasselijk, met dien verstande dat de belooning in de eerste alinea van art. 5 genoemd voor de schattingen volgens het vorig artikel wordt bepaald op 2.en die van den door den belanghebbende aan gewezen herschatter voor diens rekening blijft, indien de Raad den aanslag niet vermindert. De bezwaarschriften en de betrekkelijke processen-verbaal worden met het prae-advies van Burgemeester en Wet houders zoodra mogelijk aan den Raad overgelegd. 86 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Bijl. No. 8. Art. 9. Art. 9 vervalt. Het doen van eene overschrijving eener akte van eene vergunning, als bedoeld in art. 26 der Drankwet, wordt ten aanzien van deze verordening en van die op de invor dering met het verleenen eener nieuwe vergunning gelijk gesteld. VI. Worden ingelascht de artt. 11 en 12 van dezen inhoud: Art. 11. De Raad beslist na ontvangst der in het laatste lid van het vorig artikel bedoelde stukken zoo spoedig mogelijk en deelt zijne beslissing terstond aan den belanghebbende mede. Indien de Raad den aanslag vermindert, wordt het te veel betaalde binnen eene maand aan den belanghebbende teruggegeven. Indien de Raad den aanslag verhoogt, doen Burge meester en Wethouders den belanghebbende onverwijld een aanslagbillet voor het meerdere bedrag uitreiken. Het bedrag der verhooging moet vóór het eind van het ver gunningsjaar worden betaald. Bij gebreke van tijdige betaling vervalt de vergunning met den aanvang van het eerstvolgende vergunningsjaar. Het laatste lid van art. 7 is ten deze van toepassing. Art. 12. Indien de vergunninghouder bij schriftelijke, door hem onderteekende verklaring afstand doet van de vergunning, worden van het betaalde vergunningsrecht op verzoek aan den vergunninghouder zooveel vierden teruggegeven, als het aantal kwartalen bedraagt, waarin van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt. Gelijke teruggave geschiedt aan de rechtverkrijgenden, indien de vergunninghouder overlijdt, en het bedrijf niet ingevolge art. 24, tweede lid, der Drankwet, wordt voortgezet, alsmede indien het besluit, waarbij de vergunning is verleend, door de Koningin is vernietigd. VII. Art. 10. Deze verordening treedt in werking met den len Maart 1905; met welk tijdstip vervalt de verordening op de heffiing van het recht wegens vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein, vastgesteld den 27 October 1885 (Gemeenteblad no. 27 van 1885). Art. 10 wordt gelezen Art. 13. Deze verordening treedt in werking met den len Mei 1905, met welk tijdstip vervalt de verordening op de heffing van het recht wegens vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein, vastgesteld den 27 October 1885 (Gemeenteblad no. 27 van 1885). Invorderings-verordening. VIII. Art. 2 wordt gelezen De betaling van het recht, alsmede van de in art. 11 van het heffingsbesluit bedoelde verhooging, geschiedt in één termijn ten kantore van den gemeente-ontvanger, tegen kwitantie op het aanslagbillet. Van de ontvangst van het recht of van de verhooging wordt door den Ontvanger onmiddellijk aan Burgemeester en Wethouders kennis gegeven. IX. Art. 2, le lid. De betaling van het recht geschiedt in één termijn ten kantore van den gemeente-ontvanger, tegen kwitantie op het aanslagbillet. 2e lid, zie voorgesteld art 8 der heffingsverordening. 3e lid. Van de ontvangst van het recht wordt door den Ont vanger onmiddellijk aan Burgemeester en Wethouders kennis gegeven. Art. 3. Deze verordening treedt in werking met den 1 Maart Deze verordening treedt in werking met den 1 Mei 1905, met welk tijdstip vervalt de verordening op de 1905, met welk tijdstip vervalt de verordening op de invordering van het gemeentelijk vergunningsrecht voor invordering van het gemeentelijk vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein vastgesteld den verkoop van sterken drank in het klein, vastgesteld den 27 October 1885 (gemeenteblad no. 27 van 1885). den 27 October 1885 (gemeenteblad no. 27 van 1885). Leeuwarden, den 15 Maart 1905. Burgemeester en Wethouders ZIMMERMAN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. 87 Art. 3 wordt gelezen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1905 | | pagina 44