104 105 Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. of te stellen ten aanzien van plaats, afmetingen, richting, hoogte en overdracht aan de gemeente en in overeenstemming met de voorschriften, in het vol gend artikel vervat. Bij de vergunningsaanvrage moet worden overge legd een plan van aanleg van de straat met de noo- dige teekeningen van plattegronden en doorsneden, aangevende de werken, in het volgend artikel ge noemd, en vervaardigd, wat de situatie betreftdoor een gediplomeerd landmeter op een schaal van 1 a 500. De lengteprofielen worden op een schaal van 1 a 500, de dwarsprofielen op een schaal van 1 op 50 vervaardigd. Bij elke beschikking op aanvragen als bedoeld in het derde lid van dit artikelwordt een termijn ge steld, waarbinnen de ontworpen stratenaanleg moet zijn voltooid. Deze termijn kan door den Raad wor den verlengd. Onverminderd de bevoegdheid van den Raad om bij het niet-inachtnemen van den gestelden termijn of het niet opvolgen van één of meer der overige voorschriften, de samenstelling of overdracht betref fende, de beschikking voor vervallen te verklaren, is het verboden om, zoolang de ontworpen straten aanleg niet is voltooid, de gestichte gebouwen in gebruik te nemen. Art. 4. Aan te leggen openbare straten moeten zoodanig aangelegd en zoover doorgetrokken worden, dat ver binding met bestaande straten over de volle breedte plaats heeft en met later aan te leggen straten plaats kan hebben. De aan te leggen openbare straten worden onder scheiden in a. verkeersstraten met ten minste 11 Meter breedte, verdeeld in 6 Meter voor rijweg en 2.50 Meter ter weerszijden voor trottoirs met rollagen b. eerste soort woonstraten van ten minste 10 Meter breedteverdeeld in 5 Meter voor rijweg en 2.50 Meter ter weerszijden voor trottoirs met rollagen c. tweede soort woonstraten van ten minste 5 Meter breedte, geheel als rijweg met rollagen ter weerszijden bestraat d. derde soort woonstraten van ten minste 2.50 Meter hreedte, geheel als voetpad met goten en rol lagen ter weerszijden bestraat. Verkeersstraten zijn die straten, welke de Raad in het rechtstreeksch belang acht van de gemeente. Eerste soort ivoonstraten zijn die straten, welke de Raad niet in het rechtstreeksch belang acht der ge meente, maar waarlangs gebouwen mogen worden gesticht hooger dan 7 Meter. Tweede soort woonstraten zijn die straten, welke de Raad niet in het rechtstreeksch belang acht der ge meente en waarlangs geen gebouwen mogen worden gesticht hooger dan 7 Meter. Bijlage tot het verslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Bij no. M. Derde soort woonstraten zijn die straten, welke eene lengte hebben van ten hoogste 65 Meter, op beide einden aansluiten aan verkeersstraten of eerste- of tweede soort woonstraten en waarlangs geen gebou wen mogen worden gesticht hooger dan 7 Meter. Alle straten moeten tot eene kruinshoogte van ten minste 1.10 Meter boven Friesch zomerpeil met zand, drogen grond of sintels worden opgehoogd ten genoe gen van Burgemeester en Wethouders. Zij moeten in een zandbed van ten minste 25 cM. dikte en in overeenstemming met de volgende bepa lingen behoorlijk geplaveid worden ten genoegen van Burgemeester en Wethouders. Alle trottoirs en voetpaden moeten over de geheele breedte en de geheele lengte worden bestraat met beste Friesche bakklinkers, tenzij daarop boomen worden geplant, in welk geval om iederen boom ten minste 1 M2. onbestraat moet blijven. De rollagen moeten worden gemaakt van klinkertmop of waalstraatklinkers. De rijwegen moeten worden bestraat met beste waal straatklinkers, of met ander even deugdelijk materiaal, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders. Alle straten moeten gerioleerd worden en voorzien worden van de noodigo putten met ijzeren deksels en van ijzeren kolken met stankafsluitingen en roos ters, een en ander volgens door Burgemeester en Wethouders voor elke straat te geven voorschriften. Burgemeester en Wethouders dragen zooveel mogelijk zorg, dat vóór de verharding, in aan te leggen straten die naar hun oordeel daarvoor in de termen vallen, op tijdige aanvrage hoofdbuizen voor gas- en water leiding worden gelegd. Burgemeester en Wethouders kunnen voor den aanleg en de inrichting van openbare straten, in af wijking of aanvulling van het in dit artikel bepaalde, nadere eischen stellen. Art. 5. De rioleering in nieuw aangelegde openbare straten moet door en ten koste van de aanleggers dier straten, onder toezicht van of vanwege Burgemeester en Wet houders en op door dezen aan te geven wijze, aan een gemeenteriool of aan een openbaar water worden aangesloten. Slooten, aanwezig in of langs deze straten, of in of langs bouwterreinen, moeten door de aanleggers dier straten gedempt en, zoo noodig, gerioleerd worden. Zoolang do straten nog niet aan de gemeente zijn overgedragen, zijn de eigenaren daarvan verplicht om alle daarbij behoorende werken ten genoegen van Burge meester en Wethouders in goeden staat te onderhouden en op de eerste aanmaning van dezen en binnen den daarvoor te bepalen termijn, te herstellen. Zij zijn mede verplicht om de lantarens die zich in deze nog niet aan de gemeente overgedragen straten bevinden, ton genoegen van Burgemeester en Wet-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1905 | | pagina 53