117
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 1905.
zamen een oppervlakte hebben van tenminste '/5 van
de oppervlakte van het vertrek.
Voor woningen met meer dan twee vertrekken,
waarvan ten minste twee woonvertrekken aan de ge
stelde eischen voldoen, kan door Burgemeester en
Wethouders voor de overige vertrekken van deze
bepaling vrijstelling worden verleend.
Boven, naast of in de toegangsdeur van elke woning
moet een lichtraam worden aangebracht.
De afscheiding van bedsteden van de overige ka
merruimte moet zóó worden gemaakt, dat voldoende
luchtverversching mogelijk zij.
De bedsteden mogen geene mindere hoogte hebben
dan de hoogte van het vertrek, waarin zij zijn aan
gebracht.
De zolder en de zijwanden van de bedsteden moeten
van vlak geschaafd, geverfd of gewit houtwerk gemaakt
of bepleisterd zijn.
Yentileering van bedsteden kan door Burgemeester
en Wethouders worden voorgeschreven.
De in het eerste lid bedoelde lichtramen, of althans
een gedeelte daarvan moeten beneden of boven zoo
danig kunnen worden geopend, dat de opening ten
minste 0.25 M'. in den dag bedraagt. Bij kleine
woningen of woningen met gemeenschappelijken toe
gang is dit mede van toepassing op het lichtraam
boven, naast of in de toegangsdeur.
Art. 41.
Gebouwen, gesticht onder de werking dezer veror
dening, moeten blijven voldoen aan de voorwaarden,
waaronder de vergunning werd verleend en verder
aan de voorschriften, in dit hoofdstuk vervat.
HOOFSTUK II.
Voorschriften voor het geheel of voor een gedeelte
vernieuwen van gebouwen.
Art. 42.
De artikelen 2, 7, 8 (met uitzondering van het eerste
lid), 10, 11, 13, 15, derde, vierde en vijfde lid, 16 tot en
met 29 en 30 tot en met 40, zijn van toepassing bij het
geheel of voor een gedeelte vernieuwen van gebouwen.
Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling
verleenen van het voldoen aan een of meer dezer voor
schriften, onder de door hen te stellen nadere eischen.
Art. 43.
Bij vernieuwing of herstelling van bestaande ge
bouwen mogen deze worden opgetrokken tot de hoogte,
welke zij vroeger hadden. Het te vernieuwen of te
herstellen gebouw mag echter niet eerder worden
afgebroken dan na voorafgaande kennisgeving van
het voornemen daartoe aan Burgemeester en Wethou
ders en nadat deze de hoogte van dat gebouw hebben
doen meten.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Jlijl110. 14.
Art. 44.
Bij het geheel of, ter beoordeeling van Burgemeester
en Wethouders, grootendeels vernieuwen van wonin
gen, moeten deze
a. eene oppervlakte, gemeten binnen de buiten
muren, hebben van 30 M2. Deze oppervlakte kan
ook worden verkregen door samenvoeging van op
verschillende verdiepingen gelegen onderdeelen eener
woning, niet behoorende tot meer dan ééne woning,
mits deze onderdeelen onmiddellijk boven elkander lig
gen en door voldoende trappen met elkander zijn
verbonden
b. ten minste één woonvertrek hebben met eene
oppervlakte van ten minste 16 M2. De hoogte der
woonvertrekken mag, gemeten tusschen vloer en onder
kant plafond of, bij het ontbreken van plafond, tus
schen vloer en bovenkant balklaag, niet minder bedra
gen dan 3 Meter. De zolderverdieping moet, indien
en voor zoover zij ter bewoning of tot slaapplaats
dient, aan de dakzijde behoorlijk beschoten zijn en,
voorzoover zij bij de vereischte woning oppervlakte
in rekening wordt gebracht, over die oppervlakte ten
minste 2.50 Meter hoogte hebben.
Burgemeester en Wethouders kunnen van het in dit
artikel bepaalde vrijstelling verleenen. In dat geval
gelden de door hen te stellen nadere eischen.
Art. 45.
Bij gedeeltelijke \ernieuwing van een gebouw zijn
de voorschriften alleen van toepassing op het te
vernieuwen gedeelte.
HOOFDSTUK III.
Voorschriften voor het als woning ingebruik nemen
van gebouwen of gedeelten van gebouwen.
Art. 46.
Het is verboden een gebouw of een gedeelte van
een gebouw, laatstelijk niet tot woning bestemd ge
weest, als woning in gebruik te nemen of te geven.
Dit verbod is niet van toepassing, voor zoover is
voldaan aan de in art. 42 vermelde bepalingen en
aan de door Burgemeester en Wethouders gestelde
nadere eischen.
Burgemeester en Wethouders kunnen van het vol
doen aan een of meer dezer bepalingen vrijstelling
verleenen, onder de door hen te stellen nadere eischen.
Het splitsen van een als woning gebruikte ruimte
van een gebouw in meer woningen wordt beschouwd
als het als woning in gebruik nemen of geven van
een gebouw, laatstelijk niet tot woning bestemd
geweest.
HOOFSTUK TV.
Voorschriften voor bij het inwerkingtreden dezer
verordening bestaande woningen en
particuliere straten.
Art. 47.
Bij of in elke woning of eenig ander door Burge-