Bijl. no. 14. Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. meester en Wethouders aan te wijzen gebouw moet een privaat aanwezig zijn, dat voldoet aan de onder art. 18 dezer verordening gestelde eischen en ten dienste van de bewoners van niet meer dan twee woningen wordt gebezigd. Burgemeester en Wethouders kunnen tot wederop zegging vrijstelling van deze bepaling verleenen. In dat geval gelden de door lien te stellen nadere eischen. Art. 48. Hot is verboden tusschen twee openbare straten, die beide, of waarvan een van beide aan particulieren behooren, eene versperring te plaatsen of te hebben, die het doorgaand verkeer over die twee straten geheel of gedeeltelijk belemmert. Dit verbod is niet van toepassing voor zoover gehandeld wordt met vergunning van Burgemeester en Wethouders, en de daarbij gestelde eischen worden in acht genomen. Art. 49. Elke woning of eenig ander door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen gebouw moet zijn voorzien van een middel van watervoorziening, overeenkomstig art. 19 of art. 20. Art. 50. De artikelen 24 tot en met 29, 32, 38 en 39 zijn van toepassing op bestaande gebouwen. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd van het voldoen aan de eischen, in die artikelen gesteld, vrijstelling te ver leenen. In dat geval gelden de door hen te stellen nadere eischen. Art. 51. Elk woonvertrek moet zijn voorzien van een of meer lichtramen, rechtstreeks met de buitenlucht in gemeenschap staande, die alleen of te zamen een oppervlakte van ten minste V- van het kameroppervlak hebben. Deze lichtramen moeten geheel of gedeeltelijk zóó danig kunnen worden geopenddat de opening tenminste 0.25 Ms. in den dag bedraagt. Voor woningen met meer dan één vertrek, waarvan tenminste één woonvertrek aan de gestelde eischen voldoet, kan door Burgemeester en Wethouders van het voldoen aan het in dit artikel bepaalde vrijstelling worden verleend voor de verdere vertrekken. Alsdan gelden de door hen te stellen nadere eischen. Art. 52. De bestaande woningen of andere gebouwen en de toegangswegen moeten door de eigenaars daarvan in goeden toestand, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, worden onderhouden, zoodat zij geen gevaar opleveren voor de gezondheid of veiligheid der bewoners of voor het openbaar verkeer. 118 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den Gemoenteraad van Leeuwarden, 1905. HOOFDSTUK V. Voorschriften nopens behoorlijke bewoning. Art. 53. Het getal bewoners van een woning mag niet grooter zijn dan '/to gedeelte van het getal M3., dat den inhoud aangeeft, welken de tot de woning be- hoorende ter bewoning bestemde vertrekken tezamen hebben. Het getal personen, die gelijktijdig slaapplaatsen gebruiken in eenzelfde vertrek of op zolder, mag niet grooter zijn dan >/io gedeelte van het getal M3., dat den inhoud van dit vertrek of den zolder aangeeft. Indien in een alcoof, onmiddellijk met een ander woonvertrek gemeenschap hebbende, slaapplaatsen zijn, mag het getal personen, die gelijktijdig in die alcoof slapen, niet grooter zijn dan Vio gedeelte van het getal M3., samengesteld uit de inhoudsruimte van de alcoof met de helft der inhoudsruimte van het daarmede gemeenschap hebbende vertrek. Afwijking van deze bepalingen kan door Burge meester en Wethouders tot wederopzegging worden toegestaan. Voor de berekening van den inhoud van vertrekken en zolders wordt niet in aanmerking genomen de ruimte, welke wordt ingenomen door winkels, waarin eet- of drinkwaren worden verkocht of waarin kwalijk riekende of vuile of besmette voorwerpen worden bewaard, door betimmeringen, schoorsteenen of in springende hoeken. De ruimte tusschen den wand en het daarvóór aanwezig behangsel, van bedsteden of van in den wand aangebrachte kasten komt daarbij niet in aanmerking, evenmin als de ruimte, door bal ken ingenomen. Twee kinderen, die den leeftijd van twaalf jaren niet hebben bereikt, worden voor de toepassing van deze bepalingen voor één bewoner gerekend. De inhoud van tevens als woonvertrek dienende werkplaatsen komt slechts voor de helft in aanmer king bij de berekening van den gevorderden inhoud. Art. 54. Indien een woning in hooge mate is verontreinigd, is de hoofdbewoner of de eigenaar verplicht, die woning, na aanschrijving van Burgemeester en Wet houders, binnen den daarbij bepaalden termijn behoor lijk te reinigen of te doen reinigen. Art. 55. Indien een woning met wand- of ander ongedierte is besmet, is 1°. de eigenaar verplicht, die woning na aanschrij ving van Burgemeester en Wethouders, binnen den daarbij gestelden termijn, op de wijze door hen te bepalen, te zuiveren of te doen zuiveren 119

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1905 | | pagina 60