Bijl. no. 14. Bijlage tot het verslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Art. 65. Het is verboden een gebouw geheel of gedeeltelijk af of uit te breken, zonder voorafgaande kennisgeving aan Burgemeester en Wethouders en anders dan met inachtneming van de eischen door hen in het belang der veiligheid of ter voorkoming van hinder te stellen. De beschikking van Burgemeester en Wethouders wordt genomen binnen veertien dagen na ontvangst van de daartoe strekkende kennisgeving. HOOFDSTUK YII. Voorschrift, bedoeld in art. 703 Burgerlijk Wetboek, Art. 66. Hij, die in de nabijheid, hetzij van een gemeenen. hetzij van een niet-gemeenen muur een der inrich tingen, bedoeld bij art. 703 van het Burgerlijk Wet boek, maakt, is verplicht, een tusschenruimte van ten minste 0.20 Meter te laten of te maken. Het is verboden deze tusschenruimte af te sluiten of op eenigerlei wijze aan te vullen, onverminderd het bepaalde bij een door Burgemeester en Wethouders krachtens de Hinderwet verleende vergunning. Deze laatste bepaling geldt niet voor schoorsteenen van woonvertrekken en keukens. HOOFDSTUK VIII. Algemeene bepalingen. Art. 67. Kennisgevingen en vergunningsaanvragen, bedoeld in de Woningwet en in deze verordening, moeten schriftelijk worden ingediend. De kennisgeving, bedoeld bij art. 65, moet bevatten een nauwkeurige opgave van de ligging, de belending, de kadastrale aanduiding en het straatnummer van het betrokken gebouw. In het geval van oprichten of geheel of gedeelte lijk vernieuwen van een of meer gebouwen moet de vergunningsaanvrage, behalve de bovengemelde op gaven, vermelden de bestemming van het bouwwerk en vergezeld gaan van de, ter beoordeeling van den bouw, noodige situatie-teekeningen, plattegronden en doorsneden op een duidelijke schaal en ten genoegen van Burgemeester en Wethouders uitgevoerd, aan duidende a. de fundeering, met aanduiding van het materiaal van het trasraam en de hoogte der benedenvloeren ten opzichte van den buitengrond; b. de indeeling van het gebouw met erf en de hoogte der verdiepingen; c. de dikte der muren en de doorbreking daarvan door deur, venster en andere openingen; d. de plaats en de afmetingen in den dag van do lichtramen en de deurkozijnen, zoomede de oppervlakte 122 Bijlagé tot het verslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. der door beweegbare ramen in geopenden toestand te verkrijgen luchtopening e. den horizontalen afstand en de afmetingen der balken, alsmede de wijze van verankering; f. de wijze van bekapping en dakbedekking; g. den aanleg en de plaatsing van stookplaatsen en rookgeleidingen; h. de plaats van trappen, portalen en privaten, met ingeschreven maten i. de middelen tot afvoer van spoelwater naar een riool of een openbaar water; k. de wijze van voorziening in de behoefte aan drink- en werkwater. De teekeningen worden ingezonden in tweevoud en onderteekend door hem. die de kennisgeving doet of de vergunning vraagt. Art. 68. De goedgekeurde teekeningen en de gewaarmerkte afschriften van vergunningen moeten te allen tijde op het werk aanwezig zijn en op eerste aanvraag worden vertoond aan degenen, die met de zorg voor de na leving van de bepalingen der Woningwet en van deze verordening zijn belast. Art. 69. De vergunning, bedoeld in art. 5 litt. b der Woning wet, wordt alléén verleend, nadat aan Burgemeester en Wethouders na onderzoek is gebleken, dat art. 46 van deze verordening is nageleefd. De uit de Woningwet en deze verordening voort vloeiende vergunningen en beschikkingen vervallen, indien niet binnen zes maanden na de dagteekening der vergunningen of beschikkingen een aanvang met de werkzaamheden gemaakt of verlenging gevraagd en verkregen is. Zij vervallen onmiddellijk bij het niet voldoen aan de gestelde eischen en na twee jaren na haar dagtee kening, indien het werk niet vóór dien tijd is gereed gekomen. Indien de vergunning of beschikking betrekking heeft op meer dan één gebouw of op meer dan één woning, geldt deze bepaling voor elk gebouw of elke woning afzonderlijk. Art. 70. Van de besluiten van Burgemeester en Wethouders waarbij a. eene vergunning, als bedoeld in art. 5 der Woningwet, hetzij voorwaardelijk is verleend, hetzij is geweigerd b. nadere eischen, als bedoeld in art. 6 der Woning wet, krachtens deze verordening zijn gesteld; kan de aanvrager der vergunning, of hij, aan wien de nadere eischen zijn gesteld, binnen dertig dagen nadat hem van het besluit van Burgemeester en Wethouders

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1905 | | pagina 62