126
127
Biilage tot het verslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 1905.
aangevuld bij Raadsbesluiten van 8 Maart 1898
(Gemeenteblad no. 7 van 1898), 18 Maart 1899
(Gemeenteblad no. 5 van 1899), 28 Juni 1903 (Ge-
meenteblad no. 17 van 1908) en 22 December 1903
(Gemeenteblad no. 2 van 1904)
2°. de artikelen 19, 49 2°, 51, 57, 58, 59, 60 1"
en 2°, 61 toten met 64 en 66 1° van de verordening,
houdende algemeene bepalingen van politie, vastgesteld
bij Raadsbesluit van 10 November 1896 (Gemeenteblad
no. 18 van 1896) en gewijzigd bij Raadsbesluiten van
28 Mei 1901 (Gemeenteblad no. 6 van 1901), 23 Juli
1901 (Gemeenteblad no. 9 van 1901), 24 December
1901 (Gemeenteblad no. 2 van 1902) en 22 Juli 1902
(Gemeenteblad no. 11 van 1902), van welke verorde
ning de tekst laatstelijk is bekend gemaakt in het
Gemeenteblad no. 8 van 1903
3°. de artikelen 1 tot en met 9 en 44 van de
verordening tot voorziening tegen en bij brand, vast
gesteld bij Raadsbesluit van 11 Mei 1897 (Gemeente
blad no. 17 van 1897) en gewijzigd bij Raadsbesluiten
van 23 Mei 1899 (Gemeenteblad no. 9 van 1899), 28
November 1899 (Gemeenteblad no. 18 van 1899) en
27 December 1904 (Gemeenteblad no. 2 van 1905);
4°. de verordening op het houden of mesten van
varkens binnen de bebouwde kom der gemeente, vast
gesteld bij Raadsbesluit van 27 November 1879 (Ge
meenteblad no. 24 van 1879) en gewijzigd bij Raads
besluit van 16 Augustus 1887 (Gemeenteblad no. 14
van 1887).
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Bijl. no. 14.
Litt. c.
Memorie van Toelichting.
Hot hiernevensgaande ontwerp eener bouw- en woningverordening is opgemaakt inge
volge art. 1 der Woningwet, terwijl de verdeeling der hoofdstukken en artikelen in over
eenstemming is met de artikelen 1 en 3 dier wet.
Het ontwerp bevat verderal of niet onveranderdin verschillende bestaande ver
ordeningen verspreide bepalingen met betrekking tot voorziening tegen en bij brandgevaar
met betrekking tot afscheiding van en werkzaamheden op of in de openbare straat en andere.
Deze bepalingen hebben door jarenlange toepassing hare bruikbaarheid bewezen.
Op deze wijze is een geheel verkregen, dat door eene overzichtelijke rangschikking
van do onderwerpen die bij elkaar behooren, do toepassing zal vergemakkelijken.
Overigens is uitgegaan van het beginsel, dat het te veel in details omschrijven en
regelen de bruikbaarheid van de verordening vermindert, zoodat er de voorkeur aan gegeven
ishet uitvoerend gezag eene ruimere bevoegdheid te latenwat de noodzakelijkheid met
zich brengt bij de toepassing der verordening van de voorlichting van technisch ontwikkelden
gebruik te maken.
Konden dus voor de bepalingen met betrekking tot den bouw of de vernieuwing van
gebouwen de reeds bestaande verordeningen worden gebruiktvoor zoover noodig aangevuld
met het oog op de eischen der Woningwet, bij het samenstellen van de voorschriften ten
aanzien van bestaande gebouwen moest eerst een overzicht verkregen worden van den toe
stand, waarin een groot gedeelte van de gebouwen en wel speciaal de kloinere woningen
in de gemeente Leeuwarden verkeeren.
Het voor dit doel uitgevoerd woningonderzoek, waarvan het verslag in druk is ver
schenen bevat voldoende gegevens en naar aanleiding daarvan zijn de hoofdstukken IV en
V ontworpen of de artikelen van vorige hoofdstukken toepasselijk verklaard.
Hoofdstukken VI en YII bevatten bepalingen, die geen verband houden met de Woningwet,
terwijl de hoofdstukken VIII, IX en X algemeene bepalingen, strafbepalingen en slotbe
palingen inhouden, die zich gedeeltelijk op die wet baseeren.
Voor zoover noodig volgt hieronder de nadere toelichting der artikelen.
Art. 1. De Gezondheidscommissie wilde als definitie van „rooilijn" lezenDe lijn
waarvan bij het bouwen of veranderen zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders
niet mag worden afgeweken. De voorgestelde definitie komt evenwel juister voor, doch in art.
7 is het verbod van achter de rooilijn te bouwen opgenomen, behoudens dispensatie van
Burgemeester en Wethouders.
Artt. 2—4. Deze artikelen beoogen de vroeger zooveel toegepaste stelsellooze be
bouwing en stadsuitbreiding te voorkomen en te verkrijgen, dat de uitbreiding uit een
hygiënisch- en welstandsoogpunt voldoet aan de nieuwere eischen.
De benamingen „verkeer- en woonstraten" zullen de omschrijving van de bestemming
der ontworpen straten vereenvoudigen.
Het in dit art. opnemen van een in den laatsten tijd wel meer gebruikt wordende
straat van 2.50 M. breedte zal het bouwen van goedkoope woningen waarschijnlijk in de hand
werken.
Door de voorwaarde, dat deze straatjes niet langer mogen zijn dan 65 M. en aan
weerszijden op ruimere straten moeten uitkomen, wordt tegemoet gekomen aan 't bezwaar, dat
eene breedte van 2'/j M. voor 't verkeer allicht minder voldoende is. Het voorschrift van
aansluiting aan beide zijden aan ruimere straten is wenschelijk om te voorkomen, dat dood-
loopende sloppen ontstaan en, in verband met de plaatsen der brandkranen, voor de brand
weer niet goed bereikbare gebouwen gesticht worden.