Bijlage No. 18.
Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905.
der Gezondheidscommissie, gegeven bij missive van 13 April 1.1., aan adressanten in antwoord op hun
adres te kennen geven
I. dat op hetgeen door hen sub lo en 2o wordt verzocht bevestigend wordt geantwoord, doch op hunne
verdere verzoeken afwijzend moet worden beschikt.
II. dat aan de Vereeniging, beoogende de exploitatie eener bad-en zweminrichting door middel van water
uit de Wielen, zoodra zjj definitief is tot stand gekomen en met de exploitatie van het volksbassin is
aangevangen, tot wederopzegging een subsidie zal worden toegekend van ƒ2000.per jaar, onder voor
waarde
dat zij verplicht is dit bassin voor on- en minvermogenden open te stellen, tengevolge van welke ver
plichting de statuten der op te richten vereeniging en de tarieven voor genoemd bassin aan de goedkeu
ring van Burgemeester en Wethouders zullen zijn onderworpen
dat jaarlijks de begrooting voor en de rekening en verantwoording van de exploitatie der gansche
onderneming aan Burgemeester en Wethouders zullen worden overgelegd.
Leeuwarden, 15 April 1905.
Burgemeester en Wethouders
ZIMMERMAN, Bunjemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
132
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Bijl .no. 16.
AMENDEMENTEN van de heeren Troelstra
en Hijlkema op het ontwerp- bouw
en woningverordening.
De ondergeteekenden hebben de eer de hier volgende amendementen in te dienen op de ontwerp-
bouw verordening.
I.
Art. 14° te lezen als volgt
rooilijnde lijn waarlangs volgens de bepalingen
dezer verordening gebouwd moet worden.
TOELICHTING.
Volgens de ontwerp-verordening, wordt onder de uitdrukking: rooilijnverstaan de lijn, die bij het
bouwen of veranderen naar de zijde der straat zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders niet
mag worden overschreden.
Deze omschrijving is minder juist.
In het ontwerp komt geene bepaling voor, dat naar de zijde der straat van de rooiljjn mag worden
afgeweken, ook niet met vergunning van Burgemeester en Wethouders.
Art. 7 regelt het vaststellen der rooilijn; van de rooilijn nu mag worden afgeweken met vergunning
van Burgemeester en Wethouders voor zoo eer men eerder van de straat af wil bouwen.
Bovendien heeft met de definitie, wat een rooilijn is, niets te maken een bepaling, dat men niet altijd
langs die lijn behoeft te,bouwen.
De voorgestelde lezing is naar onze meening een verbetering.
II.
Art. 4. De zinsneden beginnende met„De aan
„te leggen openbare straten" tot de alinea, beginnende
met: „Alle straten moeten tot eene kruinshoogte van",
te vervangen door de volgende bepalingen
De aan te leggen openbare straten worden ouder
scheiden in
a. straten le klasse, waartoe behooren de straten
waarvan de afstand tusschen de rooilijnen 14 meter
ot meer bedraagt, de breedte voor rijweg ten minste
6 meter en die van het trottoir met rollagen ten
weerszijden, ten minste 2.50 meter;
li. .straten 2e klasse, waartoe behooren de straten,
waarvan de afstand tusschen de rooilijnen 13 meter
of meer bedraagt, de breedte voor den rijweg ten
minste 5 meter en die van het trottoir met rollagen
ten minste 2.50 meter;
c. straten 3e klasse, waartoe behooren de straten,
waarvan de afstand tusschen de rooilijnen 10 meters
of meer bedraagt en een breedte van ten miuste 5
meter geheel als rijweg met rollagen ter weerszijden
is bestraat;
d. straten 4e klasse, waartoe behooren de straten,
Waarvan de atstand tusschen de rooilijnen 10 meter
of meer bedraagt en ten minste 2.50 meter breedte
geheel als voetpad met goten en rollagen ter weers
zijden is bestraat.
De straten der 4e klasse mogen geen grootere lengte
hebben dan 65 nieter en moeten op beide einden
aansluiten aan straten le, 2e of 3e klasse.
133