VERORDENING tot het heffen van een n 101000 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. hoofdelijken omslag naar het inko men ten behoeve der gemeente Leeu warden, van den 2en April 1901. goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 23 September 1901no. 11, ge wijzigd bij raadsbesluit van den 27 October 1903 en goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 31 De cember d. a. v., no. 76. Art. 1. Ten behoeve der gemeente wordt jaarlijks een hoofdelijke omslag naar het inkomen geheven tot een bedrag van ten hoogste f 260.000. Dit bedrag kan echter, tengevolge van het opmaken van sup- pletoire kohieren, met ton hoogste 8 percent worden overschreden. Art. 2. Jaarlijks bij de vaststelling van de begrooting der inkomsten en uitgaven der gemeente voor het vol gend dienstjaar bepaalt de raad, hoeveel ten honderd van het totaal bedrag der cijfers van aanslag over dat dienstjaar tot het vinden van de benoodigde som zal worden geheven.*) Indien bij de vaststelling van het primitief kohier blijkt, dat het totaal der aanslagen meer dan 2 per cent hooger is dan het bij de begrooting geraamde onzuiver bedrag, bepaalt de raad, hoeveel percent van iederen aanslag zal worden ingevorderd, met dien verstande, dat daardoor hot totaal bedrag der belas ting op gemeld kohier uitgetrokken, niet daalt bene den het onzuiver bedrag in de begrooting geiaamd, noch dit bedrag met meer dan 2 percent overtreft. Het aldus vastgestelde percentage wordt mede toe gepast op de aanslagen voorkomende op de supple* toire kohieren. Art. 3. Belastingplichtig is ieder, die tijdens het belasting jaar in do gemeente zijn hoofdverblijf heeft of valt onder art. 245, 2S, 3*, en 4S der gemeentewet, voor zoover zijn jaarlijksch inkomen meer dan ƒ450 bedraagt en voorts wat het tijdvak van aanslag betreft met inachtneming der daarvoor bij gemeld wetsartikel bepaalde regelen. Minderjarigen zijn niet belastingplichtig dan voor hetgeen zij trekken uit eigen kapitaal, vruchtgebruik, lijfrente, pensioen of voor hetgeen zij zelfverdienen. Art. 4. Iedere belastingplichtige wordt ambtshalve naar zijn vermoedelijk zuiver inkomen gerangschikt in eene der klassen van de volgende tabel liet bedrag ten honderd voor 1905 is 3,6 van de cijfers in artikel 5 vermeld. le klasse van boven f 450 tot Bil met 500 2e 1 n 71 500 7 7 7 550 3e 7 71 550 ff 71 17 *7 600 4e *1 y 71 600 11 11 7 7 700 5e 7 7) 700 77 7 7 800 6e 7 r> n 71 800 77 11 77 900 7e ii li »1 900 11 7, 11 17 1000 8e ,f ff 1000 f. f. 71 71 1200 9e 71 1200 71 71 1400 10e 17 *i 11 1400 71 17 7 7 J600 11e r> 77 11 11 1600 71 71 71 77 1900 12e 7 n Tf 7) 1900 7f 71 17 71 2200 13e 7 n 77 2200 n 71 7 7 2500 14e ff f. 71 2500 7f 7 7 7 2800 15e y .f 2800 71 ff 7 3200 16e y f, 11 3200 71 71 71 3600 17e 7 n 11 7, 3600 n 1 1 71 4000 18e 7 1 11 4000 7 «1 1 7 4500 19e n r 77 71 4500 17 f, 7 7 5000 20e 71 n *7 7) 5000 77 71 71 71 5500 21e f 71 17 H 5500 11 71 71 1 6000 22e *1 7 11 7 6000 *7 •1 7 6750 28e M '1 6750 71 7, 7 7 7500 24e 1 71 '1 7500 •7 *1 7 7 8250 25e 1 7) 77 77 8250 71 71 7 7 9000 26e f 7 *1 9000 f 7 1 *1 10000 27e f. 77 11 IOUOO *1 7 7 11000 28e 7 «f 1 *7 11000 *1 1 7 7 1 2000 29e 7 7 ff 12000 *1 '1 7 7 13000 30e 7 •7 7 13000 7 •1 1 14000 31 e *1 *7 7 •1 14000 ff '7 7 15000 32e 7 ff '1 15000 77 1 7 7 16000 33e *7 f. •1 '1 16000 17 *7 7 7 17000 34e 7 77 17000 71 1 11 *7 18000 35e «7 ff 1 18000 7) •7 7 7 19000 36e n *7 1 19000 1? •1 11 7 20060 37e 7 *7 •1 20000 .f *1 7 7 22000 88e i) 71 •7 22000 11 47 7 7 24000 39e f, Ti 24000 •f 17 71 26000 40e n Tl •1 71 26000 17 *1 71 17 28000 41e n 11 "1 f. 28000 77 71 7 71 30000 42e y •1 30000 71 11 '1 *1 32000 4 3e 7 7 n 32000 '1 *7 7 34000 44e 7 1 «f 1 34000 f 1 7 7 36000 4oe •i 36000 •1 .f 7 7 38000 46e 7 7 1 38000 4, •1 7 7 40000 47e '1 '1 7 *1 40000 *1 *7 7 7 48000 48e 11 'i 43000 '1 •1 '7 *1 46(100 49e 1 - »i 46000 71 77 7 7 49000 50e «f 1) «1 •1 49000 77 7) 7 "1 52000 5ie .f n 7) 71 52000 •7 7, '5 *7 55000 52e 7 ii 71 7 55000 71 71 7 7 58000 53e i •1 •7 58000 71 1) 7 7 6100O 54e i ii 1 •1 61OO0 •1 7 7 7 65000 55e "i i •1 1 65000 71 1 7 7 69000 56e i 11 «f *1 69000 1 7 7 73000 57e f •0 71 71 73000 7, «7 t 7 77000 58e 7) n 7) 7> 77000 n 7? 7 7 81000 - K ta r v Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Bijl. no. 18. 59e klasse van boven f 81000 tot en met 85000 85000 89000 93000 97000 hoven de f 106,000.- 89000 93000 97000 101000 106000 vormt eene j 60e 61e 62e 63e 64e Elke 5000,- hoogere klasse. Het middencijfer van elke klasse, verminderd met eene sum van 450. vunnt het belastbaar inko men. Art. 5. De aanslag geschiedt naar de volgende verhouding- cijfers voor de le klasse naar het cijfer 2e 3e 4 e 6e 7e 8e 9e 10e He 12e 13e 14e v 15 e 16e 17e 18e 19e 20e 21e 22e 23e 24 e 25e 26e 27e 28e 29e 30e 31e 32e 33e 34e 35e 36e 37e 38e i 39e 40e 4le 42e 43e 44e )i 25 77 132 219 339 464 594 796 1076 1366 1741 2206 2686 3181 3776 4476 5176 5964 6839 7714 8589 9682 10995 12307 13620 15151 16901 18651 20401 22151 23901 25651 27401 29151 30901 32651 35276 38776 42276 45776 49276 52776 56276 59776 voor de 45e klasse naar het cijfer 63276 66776 71151 76401 81652 86901 92151 97401 102651 108776 115776 122776 129776 136776 143776 150776 157776 164776 171776 179651 46e 47e 48o 49e 50e 51o 52e 53e 54e j) 5oo 56b 57e 58e 59e 60e 61e 62e 63e 64e 11 11 11 11 77 11 11 11 11 Het cijfer voor de 65e en volgende klassen wordt gevonden door het cijfer van iedere voorgaande klasse te verhoogen met 8750. Art. 6. Onder het inkomen, waarnaar de klassiticatie ge schiedt is bij hoofden van echtvereenigingen begrepen het inkomen der huwelijksgemeenschap en ook In t eigen inkomen der vrouw indien deze binnen de gemeente haar hoofdverblijf houdt of er verblijft en geene scheiding van goederen heeft plaats gehad. Art. 7. Voor de berekening van het inkomen worden in aanmerking genomen 1". alle inkomsten en voordeelen en alle genot voortspruitende uit onroerende goéderen, effecten of andere schuldvorderingen, uitstaande kapitalen, be zoldigingen, traktementen, salarissen, toelagen, pen sioenen, wachtgelden, lijf- eir andere renten, jaar lij ksche uitkeeringen uit weduweufondsen, wegens levensverzekering en dergelijke overeenkomsten of uit welken anderen hoofde ook, alsmede uitkeeringen door meerderjarigen genoten van bloed- of aan ver wanten. 2". emolumenten van ambten en betrekkingen, belooningen voor tijdelijke diensten, de zuivere win sten en voordeelen uitberoepen, bedrijven en neringen, de inkomsten uit tantiemes, dividenden van aandeden in vennootschappen, reederijen, maatschappijen en coöperatieve vereenigingen, alsmede weekloonon en daghuren en alle verdere wisselvallige inkomsten. De inkomsten enz. sub 1" worden berekend naar hun jaarlijksch bedrag, die sub 2 naar het gemiddelde over de drie laatst voorafgaande jaren, of zoo deze maatstaf wegens kortoren duur van het genot der inkomsten niet kan worden toegepast, naar dien korte 1-15

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1905 | | pagina 73