Bijlage tot het verslag van de handelingen Seheiding van gewone en buitengewone ontvangsten en uitgaven is noodig, omdat de begrooting een zoo getrouw mogelijk beeld van den financieelen toestand van de gemeente moet geven. Wel weet dat lid dat art. 206 der gemeentewet bepaalt dat de begrooting moet worden ingericht naar de voorschriften van Gedeputeerde Staten, doch hjj vertrouwt dat het verzamelen van de buitengewone uitgaven onder één hoofdstuk niet zal strijden met die voorschriften. Mochten er geene wettelijke bezwaren bestaan dan zouden rapporteurs bovenstaande inrichting der be grooting wel bij Burgemeester en Wethouders willen aanbevelen. 2e sectie. Een lid raadt Burgemeester en Wethouders aan tot voorzichtigheid met de finantiën en vindt het een ongepasten toestand, dat het saldo van de gasfa briek in de gewone ontvangsten vloeit. Volgens dat lid moet dat saldo worden aangewend voor buitengewone aflossing. Dat de buitengewone aflossing van de gasfabriek onder de bui tengewone uitgaven gebracht wordt geeft geen practisch verschil, maar is principieel foutief. Dat lid gaf in overweging de aflossing ouder Hoofd stuk VIII te plaatsen. Ook deze opmerking wordt onder de aandacht van Burgemeester en Wethouders gebracht. Een ander lid behoudt zich voor in openbare ver gadering algemeene beschouwingen te houden. UITGAVEN. De behandeling van de onderdeden der begrooting gaf in de sectiën aanleiding tot de volgende opmer kingen. No. 81. Door een der leden van de 2e sectie wordt in overweging gegeven de drie commiezen-chefs van de af'deelingen algemeene zaken, militie en finan tiën inplaats van ƒ1400,ƒ1600,traktement toe te kennen. Dit wordt door een ander lid ondersteund voor zoover den chef der afdceling finantiën betreft. Rapporteurs, in aanmerking nemende de reeds door Burgemeester en Wethouders voorgestelde verhoogin gen, stellen voor, den chef der afdeeling finantiën over 1007 een salaris toe te kennen van ƒ1500,en de overige afdeelingschefs te doen toekomen het door Burgemeester en Wethouders voorgestelde salaris. Hoofdstuk 1, Afdeeling II. In de le en 2e sectie werd voorgesteld overeenkomstig art. 58 der gemeen tewet te besluiten tot toekenning aan de leden van den Raad van presentiegeld. Een lid der 2e sectie stelde 00,per jaar voor. Een lid der derde sectie bepleitte ook tegemoetkoming aan de leden voor gemaakte kosten en gedane ver schotten. den gemeenteraad van Leeuwarden, 1906. Rapporteurs kunnen wel met het geopperde denk beeld van toekenning van presentiegeld medegaan. No. 87. Bij dit no. wenscht een der leden van de le sectie dat deze post wordt verhoogd het cijfer laat hij gaarne aan Burgemeester en Wethou ders over. Meerdere publiciteit en openbaarheid door drukken van ingekomen stukken adviezen enz. acht hij noo dig en geeft ook den leden van den Raad meerder gemak en beter gelegenheid tot bestudeering dan de tot nu toe gevolgde gewoonte om de stukken hoe uitgebreid ook slechts een paar dagen voor de vergadering ter visie te leggen. Hier tegenover wordt gewezen op het klein getal abonné's op de handelingen, waaruit zeker geen groote belangstelling blijkt. Een lid der 2e sectie klaagt over de late toezen ding van het jaarverslag. Rapporteurs zouden gaarne medegaan met het denk beeld van vervroegde ter-visie-legging der te behan delen stukken en toezending van het jaarverslag. No. 89. Door meer dan een lid in de 2e sectie werd geklaagd over het zeer onvoldoende raadsver- slag. Zij zouden willen voorstellen 2 stenografen aan te stellen. Rapporteurs zouden ook gaarne een meer woorde lijk verslag wenschondoch meenen dat de kosten van het aanstellen van minstens 2 stenografen niet zouden opwegen tegen de voordeelen vati de meer woor delijke opname van het gesprokene. Rapporteurs brengen het bovenstaande over aan Burgemeester en Wethouders. No. 109. In de 2e sectie werd gevraagd of voor bureaukosten niet wat veel werd aangevraagd. Rapporteurs geven Burgemeester en Wethouders in overweging de uitgaven voor vervanging van een klerk te brengen onder volgno. 82 der uitgaven. No. 119. Een lid der 2e sectie stelde de vraag of er onderhoudplichtigeu van den Dokkumer trekweg zijn aangewezen en gevonden en of die weg nu, voor zoover Leeuwarden betreft, in voldoenden staat kan worden gebracht ten koste van die onderhoudplich- tigen. Deze vraag brengen Rapporteurs bij dezen over aan Burgemeester en Wethouders. No. 120. Een lid van de le sectie vestigt de aan dacht op het rijden met paard en wagen over het Wilhelminapleinwaardoor de bestrating vernield de boomen beschadigd en de veiligheid bedreigd wordt. De meerderheid der leden van die sectie is het daarmede eens en zou gaarne zien, dat bij het bestaan van een verbod daaromtrent, zulk eene bepaling streng werd gehandhaafd en bij het niet bestaan van dus- Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1906Bijl.no.6. danig verbod daarstelling van zoodanige bepaling werd in de raadszitting van 14 Augustus 1906 en willen zij de beslissing gaarne aan den Raad overlaten. Proefneming met reuklooze olie-urinoirs meentegebouwen vond in de sectiën en ook bij porteurs bijna algemeene instemming. in ge- rap- voorgesteld. In de 2e sectie werd de vraag geopperd of de tijd niet was aangebroken om de Kleine Kerkstraat geheel te voorzien van een riool, en een ander lid zou gaarne aan het stratenplan toegevoegd zien de Korfmakers- straat. Een der leden van de 3e sectie wenscht meer zit banken in de plantsoenen, welk denkbeeld ondersteu ning vindt. No. 121. Door een der leden van de Be sectie wordt de opmerking gemaakt dat, waar het nu reeds circa U j, jaar geleden is, dat het gedeelte wal aan het Noord- vliet, gelegen tegenover de woningen van den aanne mer Brouwer, door de gemeente werd overgenomen, het inderdaad tijd wordt aan den bestaanden toestand aldaar een einde te maken. Rapporteurs wenschen de aandacht van Burgemeester en Wethouders over de opmerking in de 2e sectie en Wethouders op bovenstaande opmerking te vestigen, gemaakt, dat 's nachts te veel lantaarns worden uit- Door de meerderheid der leden van de le sectie gedraaid, en die gedaan in de Be sectie, dat de Wes- werd demping van het Pieterseliewaltje hoogst noodig tersingel niet voldoende wordt verlicht, in 't bijzonder geacht en was men de meening toegedaan dat reeds de entree bij de pont. op deze begrooting daarvoor eene som moest worden uitgetrokken vooral nu door de omwonende eigenaren 2\<>. 182. Een lid der le sectie en een lid der 2e circa 2000.- tot tegemoetkoming in de kosten is sectie meenen dat de salarissen der doodgravers te laag toegezegd. zij" gesteld. Een der leden wees op het weinige belang dat de Rapporteurs, hoewel bekend met het door enkele gemeente bij de demping heeft; slechts een 20tal wo- leden daartegen aangevoerde n.l. dat die ambtenaren ningen zouden van den verbeterden toestand protiteereu No. 120. Door een lid der le sectie is gevraagd of eene electrische tijdregeling niet is te verkiezen boven den bestaanden toestand; hij meent dat bet aan brengen en de kosten der toestellen ƒ5000.zullen eischen, wat voor de gemeente boven de betere regeling nog financieele besparing zal geven. Hiertegen werd aangevoerd dat het onderhoud der electrische toestellen niet is gerekend en dat zal vrij zeker wel meer dan de vermeende financieele voordeelen wegnemen. Rapporteurs hebben hieraan niets toe te voegen. No. 129. Rapporteurs brengen bij Burgemeester en daarvoor konden zijns inziens niet zulke groote sommen worden besteed. Anderen meenden dat het belang der demping werd onderschat en dat het aantal omwonenden belangrijk meer bedraagt dan werd voorgesteld. Een voorstel om alsnog voor dat doel 5UUÜ, op de begrooting te brengen werd teruggenomen, omdat vooruitloopen op eene beslissing van den Raad op een, op deze zaak betrekking hebbend adres, niet geweuscht werd geacht. Bij meerderheid van stemmen werd besloten dat als wensch van deze sectie zal worden uitgesproken, dat de behandeling van het betrekkelijk adres tegelijk met de behandeling der begroeting moge plaats hebben. Rapporteurs refereeren zich aan de beslissing van den Raad. No. 123. Een lid der 2e sectie acht demping der sloot ten noorden van de broodfabriek „de Hoop" wenschelijk. No. 124. In de le en 2e sectie kwam het urine- loozingsvraagstuk voor den dag, n.l. loozing op riool of niet. Het voor en tegen werd van beide zijden besproken en verdedigd. vrije woning hebben en bijverdiensten maken, wenschen gaarne dat die salarissen worden verhoogd, en wel het salaris van den oudsten met 25.en dat van den jongsten met 5U.per jaar. No. 141. Door een lid der le sectie wordt de aandacht gevestigd op het lage loon der klerken. )ok meent dat lid dat, waar de uitgaven worden be zwaard met uitbetaalde pensioenen, onder de inkom sten der gasfabriek moesten voorkomen de premies die voor pensioenen door liet personeel worden bijgedragen. Hierop werd geantwoord dat voor een volgende begrooting daarop zou worden gelet. De sectie vond alsnu geen bezwaar om de begroo ting op dit punt onveranderd te laten. Een lid der 2e sectie vroeg of onder het vermelde salaris de verdiensten voor overuren zijn begrepen. Mocht dit zoo zijn, dan achtte dat lid het gewenscht zulks zooveel mogelijk te memoreeren. Tevens werd door een lid geklaagd over den slechten druk op de leidingen en gevraagd, of de buitenleidin gen hieraan schuld konden hebben. Andere leden hadden gehoopt, dat het gebruik van watergas de toestand zou verbeteren. Bijna algemeen werd gewezen op de salarisver- hooging van den opzichter, terwijl de boekhouder na Rapporteurs meenen met de mcdedeeling alleen te 38 dienstjaren bij de gemeente het hem toegekende kunnen volstaan. Deze zaak toch is ampel besproken maximum nog niet had ontvangen. 235 I

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1906 | | pagina 118