10 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. S 3 B J2P o Hoofdstuk n. Afdeeling Y en VI. OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN. Ontvangen BEDRAG i- in 1904. GERAAMD BEDR. voor 1905. 190f Art. 1. Art. 1. AFDEELING V. Belasting op tooneelver tooning en en andere openbare vermakelijkheden. Opbrengst der belasting op tooneel vertooningen enz. Ofschoon de opbrengst over 1904 eenigszins hooger is dan het geraamde bedrag, heeft men ge meend gelijk bedrag als voor 1905 te moeten uit trekken. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 27 Maart 1888, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 3 Mei d.a.v., zooals dit is gewijzigd bij raads besluiten van 28 Januari 1890 en 10 December 1895, laatstelijk goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 22 Januari 1896, no. 9. Totaal der Vde afdeeling AFDEELING VI. Rechten, loonen en andere gelden, bedoeld in art. 238 der gemeentewet. Opbrengst van leges geheven ter secretarie In aanmerking nemende de opbrengst over 1904 en de wijziging der betrekkelijke verordening waar door de ontvangst vermoedelijk zal vermeerderen, heeft men gemeend eene ronde som van ƒ1750.te kunnen ramen. De heffing geschiedt ingevolge raadsbesluit van 8 Augustus 1899, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 25 October 1899 no, 29, ge wijzigd bij raadsbesluit van 25 April 1905, welke wijziging is goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 6 Juni d.a.v., no. 68. Opbrengst van bruggelden De opbrengst van bruggelden, die bij gaardering worden geïnd, was over 1904 als volgt Harlingervaartsbrug3015.10 Noorderbrug 885.80 Prins Hendrikbrug1865. Wirdumerpoortsbrug1542.60 Vrouwenpoortsbrug692.70 Verwersbrug179.70 le Kanaalbrug2234.10 2e 2172.50 Samen 12587.50 In aanmerking nemende, dat wegens den lagen waterstand in 1904 de opbrengsten buitengewoon laag waren, heeft men gemeend de volgende som men te kunnen ramen als de Boomsbrug tot Mei 1909 cht 182 Vlietsterbrug r Ophaalbrug 1909 20. Blauwebrug 1909 10. Poppebrug tijdelijk gegund voor 5. Harlingervaartsbrug bij gaardering 3500. Noorderbrug 1050. Prins Hendrikbrug 2000. Wirdumerpoortsbrug 1650. Vrouwenpoortsbrug 700.— Verwersbrug 283. le Kanaalbrug 2300. „2e 2300.- Totaal 14000. De heffing geschiedt, wat betreft de doorvaarts- gelden van de Boomsbrug, de Vlietsterbrug, de Ophaalbrug, de Poppebrug en de Blauwebrug, krach tens raadsbesluit van 8 December 1903, goedge keurd bij Koninklijk besluit van 15 Februari 1904, no. 46, van de Harlingervaartsbrug, de Noorderbrug, de Prins Henderikbrug, de Wirdumerpoortsbrug, de Vrouwenpoortsbrug en de Verwersbrug, krachtens raadsbesluit van 10 Februari 1903, goedgekeurd Transporteeren 387 387 1545 12804 14349 13è 13è 27è 50 77è 300 3oo; 1450 14000 15450 300 300 1750 14000 15750 6 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. Bijl. No. 1. p Hoofdstuk 2 II. a Afdeeling -f VL Ontvangen OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN. BEDRAG in 1904. GERAAMD BEDRAG voor 1905. 1906. Transport bij Koninklijk besluit van den 9 Maart 1903, no. 14 (tot 12 Mei 1908), en van de beide Kanaalbruggen krachtens raadsbesluit van 14 Februari 1905, goed gekeurd bij Koninklijk besluit van 17 Juni 1905, no. 40 tot 1 .Juli 1908). Art. 3. Opbrengst van veergelden De opkomsten van het pontveer bij het zieken huis zijn tot Mei 1906 verpacht voor 650, die van het pontveer bij de Schoolstraat tot Mei 1906 voor ƒ1.— en die van het pontveer bij den Wester singel tot Mei 1906 voor 50 per jaar. Aan den pachter van het pontveer bij het zieken huis is bij raadsbesluit van den 9 Juni 1903 eene vermindering van pacht toegestaan van 100. per jaar in verband met het maken van een voet brug over de gracht OosterkadeGrachtswal. Er op rekenende, dat bij eene nieuwe verpachting de opbrengst niet minder zal bedragen, is gelijk bedrag geraamd als voor 1905. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 22 November 1898, goedgekeurd bij Koninklijk be sluit van 12 Januari 1899, gewijzigd bij raadsbesluit van 31 Mei 1904, welke wijziging is goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 22 Juli 1904, no. 28. 4. Opbrengst van de waagrechten De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 28 Juni 1904, no. 13, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 1 Augustus 1904, no. 64. De opbrengst van de waagrechten was over 1903 2914.175 en over 1904 2590.10, alzoo gemiddeld over de laatste twee jaren 2752.14. Met het oog hierop heeft men gemeend ongeveer het gemid deld bedrag der opbrengst over de laatste twee jaren te kunnen ramen. Opbrengst van de beursrechten In aanmerking nemende, dat door heffing van rechten voor het gebruik der telefooncellen de in komsten vermeerderen, heeft men gemeend eene ronde som van f 3900.te kunnen ramen. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 28 Juli 1903, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 2 September 1903, no. 130, gewijzigd bij raads besluit van 8 November 1904, welke wijziging is goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 19 December 1904, no. 57. Opbrengst van de marktgelden Het marktgeld wegens het plaatsen van kramen, disschen en andere voorwerpen voor het verkoopen van goederen en het plaatsen van tenten enz. is van 1 Januari 1903 tot 1 Januari 1906 verpacht voor 1952.per jaar. Ingevolge de bepalingen van het contract wordt, ingeval van verhuring van standplaatsen op het Wilhelminaplein gedurende de jaarmarkt, aan den pachter eene vermindering van pacht toegekend, berekend naar de van dat plein onttrokken opper vlakte. Over de laatste jaren bedraagt de bedoelde vermindering gemiddeld ongeveer 250 per jaar, zoodat de zuivere opbrengst van de pacht is ge raamd op 1702.of in rond cijfer 1700, hierbij is aangenomen dat bij eene nieuwe verpachting de opbrengst niet minder zal bedragen. De veemarktgelden hebben opgebracht in 1904 le halfjaar11167.04 2e 14731.79 Samen 25898.83 Over het le halfjaar 1905 was de opbrengst 11672.01, alzoo 504.97 meer dan over hetzelfde tijdvak van 1904. Transporteeren 14349 583 2590 3788 77é 50 15450 600 15750 600 2700 20 27602 13 3700 27400 2700 3900 28000 48913 70è 49850 - 50950 i

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1906 | | pagina 4