Bjjlage tot: liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1906.
wordt aangevoerd en van de regeling in de andere
bovenaangehaalde gemeenten, komt liet in liet belang
van de stabiliteit van het onderwijs gewenscht voor
de opklimming tot de maximum-wedde gemakkelijker
te maken en de periodieke verhooging voortaan om de
4 jaar te doen geschieden, zoodat do grens na 16 jaar
in plaats van thans na 20 jaar zal zijn bereikt.
Volgens gemaakte berekening zal, wordt deze nieuwe
regeling dadelijk op de thans in functie zijnde titularis
sen toegepast, het bedrag der salarissen met/1150.
stijgen terwijl jaarlijks op eene som van gemiddeld
ƒ1568.boven hetgeen nu aan wedden wordt uit
gekeerd, te rekenen valt.
Ook in de vergoeding voor de huishuren zouden
wij met de commissie de gehuwde onderwijzers van
bijstand tegemoet willen komen omdat het van al-
gemeene bekendheid is, dat te Leeuwarden de huur
prijzen hoog zijn, al mag hier ter plaatse nog wel
eens in herinnering worden gebracht dat deze tege
moetkoming in de Raadsvergadering van 12 April
1904 dus pas twee jaren geleden met algemeene
stemmen en zonder discussie op 75 werd bepaald.
Een juisten maatstaf voor de verhooging van die
vergoeding heeft naar ons oordeel de commissie ge
vonden door haar voor elk kind beneden den 18-
jarigen leeftijd met ƒ10.— per jaar te verhoogen.
Een meerdere uitgaaf van 5130.per jaar zal
volgens de bijgevoegde tabel voor 't eerste jaar hier
mede gemoeid zijn. Aan uiteenloopende schomme
lingen zal dit cijfer wel niet bloot staan.
Gelijk ook door de commissie wordt medegedeeld
is de beweringdat de onderwijzeressen, die tevens
handwerkles geven, per week 2 uur les meer hebben
dan hare mannelijke collega's, een uitvloeisel van de
meeningals zou hier sprake moeten zijn van over
uren. Deze opvattingreeds in het algemeen een
verkeerde, daar bij den ambtenaar, in het volle besef
zijner plichtenimmers geen sprake mag zijn van
overwerk of overuren, is zulks in caeu te meer, daar
het aantal lesuren, dat gegeven wordt door de onder
wijzeressen die tevens de handwerken voor hare
rekening hebben, het normale is. Dat anderen minder
uren hebben is voor dezen een voordeel, dat evenwel
niet mag leiden tot eene aanspraak van bedoelde
onderwijzeressen op hoogere bezoldiging.
Ingekomen is ten slotte nog een adhaesiebetuigiug
met het onderwerpelijke" adres van de afdeeling Leeu
warden van het Ned."^Onderwijzersgenootschap, waar
bij behalve de boven besproken puntenhoogere
belooning voor het geven van herhalingsonderwijs
wordt gevraagd. Deze bedraagt thans ƒ125.per
cursus van ten hoogste 192 lesuren en voor het
hoofd ƒ175.(school 12resp. 60.— per wekelijksch
lesuur en ƒ500.Wij vinden voor het verhoo
gen van deze cijfers geene termen. 14e onderwijzer,
die eene benoeming bij het herhalingsonderwijs aan
vaardt heeft de belooning daarvoor zuiver als bij
verdienste, waarmede hij geacht kan worden genoegen
te nementot de aanvaarding dezer benoeming toch
is hij geenszins verplicht.
Wij hebben op grond van het voorafgaande de eer
U voor te stellen te besluiten
1. aan de besturen der plaatselijke afdeelingen
van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers en
van liet Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap in
antwoord op hunne adressen mede te deelendat op
hetgeen daarbij is verzochtis gelet
2. tot wijziging der verordening tot regeling der
jaarwedden en der verdere inkomsten van het onder
wijzend personeel aan de scholen van openbaar lager
onderwijs (gemeenteblad 1904 no. lil), gelijk deze
nader is gewijzigd en daartoe te nemen het besluit,
dat in ontwerp hiernevens gaat.
Leeuwarden, 7 April 1906.
ZIM M EI 1 MANBurgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
OntwerP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende dat het wenschclijk is den termijn te
Verkorten, waarbinnen door de onderwijzers van bij
stand aan de Openbare lagere scholen der le, 2e en
ile klassedie de hoofdakte bezitten de maximum-
jaarwedde aan hunne betrekking verbondenkan
Worden bereiktalsmede de tegemoetkoming in de
Woninghuur voor alle openbare onderwjjzers te ver
hoogen
Gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
98
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1906. rf vjl. no
Besluit
1. art. 3, 2e lid b der verordening tot regeling
der jaarwedden en der verdere inkomsten van het
onderwijzend personeel aan de scholen van openbaar
lager onderwijs te Leeuwarden (gemeenteblad 1904
no. 13)gelijk deze nader is gewijzigd te lezen als
volgt
b. indien zij de hoofdacte bezitten bij een diensttijd
van minder dan vier jaren700.
van vier en meer, doch minder dan acht
jaren- 750.
van acht en meer, doch minder dan twaalf
jaren- 800.
van twaalf en meerdoch minder dan
zestien jaren- 900.
van zestien en meer jaren1000.
II. art. 4 van voornoemde verordening te lezen
als volgt
Elk der mannelijke onderwijzers, bedoeld in artikel
3genietindien liij gehuwdof weduwnaar met
minderjarige kinderen isen den leeftijd van acht
en twintig jaren bereikt heefteene tegemoetkoming
in de huishuur ten bedrage van ƒ75.
Dit bedrag wordt met ƒ10.verhoogd voor elk
zijner minderjarige kinderen beneden de achttien jaar,
dat tot zijn gezin behoort.
III. te bepalen dat
a. deze wijzigingen in werking zullen treden den
Ion September 1906.
b. behoudens het bepaalde bij het tweede lid van
art. 7 van voornoemde verordening, de op 1 Sept.
1906 bij het openbaar lager onderwijs te Leeuwarden
iii dienst zijnde onderwijzers van bijstand met ingang
van dien datum in het genot zullen worden gesteld
van de jaarwedden berekend volgens het hierboven
sub 1 bepaalde.
l)e Raad voornoemd
è9