Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1906,
Art. 4.
Art. 4.
Het onderwijs wordt gegeven gedurende twaalf
uren per week.
De regeling der schooluren wordt op voorstel van
den Directeur, de Commissie van Toezicht gehoord,
door Burgemeester en Wethouders vastgesteld.
Het onderwijs wordt gegeven gedurende zeventien
uren per week.
De regeling der schooluren wordt op voorstel van
den Directeur, de Commissie van Toezicht gehoord,
door Burgemeester en Wethouders vastgesteld.
Art. 5.
Art. 5.
Het onderwijs wordt over het getal wekelijksche
lesuren verdeeld als volgt
a. EERSTE KLASSE
Rechtlijnig teekenen
Hand teekenen
Rekenen
Wiskunde
Nederlandsche taal
b. TWEEDE KLASSE:
Rechtlijnig teekenen toegepast
op het ambacht
Handteekenen toegepast op het ambacht
Rekenen en Wiskunde
Nederlandsche taal
Met inachtneming van het bovenstaande wordt jaar
lijks in de maand Mei door den Directeur in overleg
met de leeraren een programma der lessen voor het
schooljaar met een lijst van de te gebruiken leerboe
ken ontworpen, welke telkens vóór 15 Juli door de
Commissie van Toezicht worden vastgesteld en aan
de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders
worden onderworpen.
4
2
2
2
o
4
2
4
o
Het onderwijs wordt over het getal wekelijksche
lesuren verdeeld als volgt
a. EERSTE KLASSE
Rechtlijnig teekenen 5 uren
Handteekenen 4
Natuurkunde 1 uur
Rekenen 4 uren
Nederlandsche taal 8
b. TWEEDE KLASSE:
Lijn- en handteekenen, toegepast op het
vak van den leerling 7
1 landteekenen 2
Kennis van bouwstoffen 1 uur
Natuurkunde 1
Werktuigkunde en werktuigkennis 1
Rekenen en wiskunde 2 uren
Nederlandsche taal 2
Boekhouden 1 uur
c. DERDE KLASSE:
Handteekenen 2 uren
Lijn- en handteekenen, toegepast op het
vak van den leerling 7
Kennis van bouwstoffen 1 uur
Natuurkunde, werktuigkunde en
werktuigkennis 2 uren
Rekenen en wiskunde 2
Nederlandsche taal 2
Boekhouden 1 uur
Met inachtneming van liet bovenstaande wordt jaar
lijks in de maand Mei door den Directeur in overleg
met de leeraren een programma der lessen voor het
volgens schooljaar met een lijst van de te gebruiken leer
boeken ontworpen, welke telkens vóór 15 Juli door de
Commissie van Toezicht worden vastgesteld en aan de
goedkeuring van Burgemeester en Wethouders wor
den onderworpen.
Art. 6.
Het onderwijs wordt kosteloos gegeven.
De leermiddelen worden door de gemeente verstrekt
met uitzondering van die, welke door de leerlingen
ook te huis worden gebruikt.
Boeken bestemd om te huis te worden gebruikt,
kunnen evenwel aan onvermogenden, op voordracht
van den Directeur, door de Commissie van Toezicht
kosteloos in gebruik worden gegeven.
Art. 6.
Met uitzondering van het benoodigde teekenpapier
worden de leermiddelen door de leerlingen, voor
zoover zij niet tot de onvermogenden belmoren, zelve
bekostigd.
Burgemeester en Wethouders beoordeelen of een
leerling gerekend moet worden tot dc onvermogenden
te belmoren.
Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1906. Bijl, no. 19.
Art. 7.
Om tot dc burgeravondschool te worden toegelaten
moeten de leerlingen don twaalfjarigen leeftijd hebben
volbracht en, hetzij in het bezit zijn van eeno ver
klaring, afgegeven door het hoofd van eeno der open
bare lagere scholen in de gemeente, dat zij het zesde
leerjaar dier school met vrucht hebben doorloopen,
hetzij bij een onder voorzitterschap van een lid der
Commissie van Toezicht door den Directeur en een
of meer der leeraren in te stellen onderzoek, blijk
geven het onderwijs aan de burgeravondschool te
kunnen volgen.
(Art. 7 is aldus gewijzigdomdat de verklaring dat
het zesde leerjaar der ba/ere school met vracht door
loopen isin onze verordeningen onbekend is.)
Art. 8.
De toelating van leerlingen heeft plaats bij het be
gin van het schooljaar.
In buitengewone gevallen ter beoordeeling van de
Commissie van Toezicht in overleg met den Directeur
kan zij ook tusschentijds geschioden.
De gewone inschrijving van leeidingen heeft plaats
in de tweede helft der maand Augustus.
Zij wordt, met vermelding van den datum van het
in art. 7 bedoelde onderzoek, door den Directeur tijdig
in een of' meer nieuwsbladen aangekondigd.
Artt. 9—18 zijn onveranderd-.
Art. 7.
Om tot de burgeravondschool te worden toegelaten
moeten de leerlingen den twaalfjarigen leeftijd hebben
volbracht en, hetzij belmoren tot hen op wie de eerste
drie alinea's van art. 10 der verordening tot regeling
van het openbaar lager onderwijs (gemeenteblad 1904
no. 14), gelijk deze nader is gewijzigd, toepasselijk is,
hetzij bij een onder voorzitterschap van een lid der
Commissie van Toezicht door den Directeur en een
of' meer der leeraren in te stellen onderzoek, blijk
geven het onderwijs aan de burgeravondschool te kun
nen volgen.
Art. 8.
De toelating van leerlingen heeft plaats bij het be
gin van het schooljaar.
In buitengewone gevallen ter beoordeeling van de
Commissie van Toezicht in overleg met den Directeur
kan zij ook tusschentijds geschieden.
De gewone inschrijving van leerlingen heeft plaats
in de tweede helft der maand September..
Zij wordt, met vermelding van den datum van het
in art. 7 bedoelde onderzoek, door den Directeur
tijdig in een of meer nieuwsbladen aangekondigd.
Art. 9.
De leerlingen zijn verplicht getrouw de lessen bij
te wonen. Zjj moeten gehoorzamen aan de voorschrif
ten van orde en tucht. Indien zjj de orde storen
moeten zij zich op bevel van den 1 eeraar verwijderen.
De Directeur is bevoegd leerlingen, die zich aan
wangedrag schuldig maken tijdelijk, doch voor niet
langer dan eene week, van de school weg te zenden.
II ij geeft hiervan dadelijk kennis aan de Commissie
van Toezicht.
Art. 10.
Wegens voortdurend plichtverzuim, herhaald onor
delijk gedrag gedurende de lessen en wegens weder-
keerende ongehoorzaamheid aan de reglementaire be
palingen, kan aan een leerling, op voorstel van den
Directeur, het verder bijwonen der lessen door de
Commissie van Toezicht ontzegd worden.
Van het verwijderen der leerlingen van de school,
zoowel voor eenigen tijd als voor altijd, wordt on
middellijk door den Directeur, met opgaaf'der redenen,
kennis gegeven aan de ouders of voogden der leer
lingen.
Art. 11.
Aan leerlingen, wier gezondheidstoestand hinderlijk
voor den geregelden gang van het onderwijs of scha-
175