Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1906.
deljjk voor de medeleerlingen wordt geacht, kan door
Burgemeester en Wethouders, op voorstel van den
Directeur en 11a ingewonnen advies van de Commissie
van Toezicht, de toegang tot de school worden ont
zegd.
Art. 12.
Aan de school wordt jaarlijks, tegen het einde van
den cursus, een openbaar examen van de leerlingen
gehouden.
liet examen wordt afgenomen, onder leiding van
een lid der Commissie van Toezicht als voorzitter,
door den Directeur en de leeraren.
Aa afloop van dit examen worden de leerlingen,
die daartoe bekwaam geoordeeld zijn, tot eene hoogere
klasse bevorderd.
Art. 14.
De leerlingen, welke den geheelen cursus aan de
burgeravondschool hebben doorloopen en eervol wor
den ontslagen, kunnen op hun verzoek tot het bijwonen
der lessen in sommige vakken worden toegelaten.
Art. 13.
Zij, die tengevolge van een examen het getuig
schrift, genoemd in artikel 55 van de wet, houdende
regeling van het Middelbaar Onderwijs, wenschen te
verkrijgen, worden daartoe in de gelegenheid gesteld.
Art. 14
De leerlingen, welke den geheelen cursus aan de
burgeravondschool hebben doorloopen en eervol wor
den ontslagen en zij, die met dezen in ontwikkeling
overeenkomen, ter beoordeeling van de Commissie van
Toezicht in' overleg met den Directeur, kunnen op
hun verzoek tot het bijwonen der lessen in sommige
vakken worden toegelaten.
Artt. 1529 zijn onveranderd
Art. 15.
Het onderwijs is opgedragen aan den Directeur en
aan een getal leeraren, geëvenredigd aan de behoef
ten van het onderwijs.
Art. 16.
De Directeur woont, zoo dikwijls hij het noodig
acht, de lessen bij.
Art. 17.
He Directeur roept de leet'ateti of eehigen hutiüeï
bjjeen, zoo dikwijls hij het noodig acht of de Com*
missie van Toezicht het verlangt.
Art. 18.
De Directeur dient de Commissie van bericht en
raad en woont op haar verzoek hare vergaderingen bij.
Hij doet jaarlijks voor 1 Februari uitvoerig verslag
van den toestand der school en van het onderwijs in
het afgeloopen jaar.
Hij doet haar de voorstellen, welke hij in het be
lang der school en van het onderwijs noodig acht.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1906. Bijl. no. 19
Art. 19.
Wanneer de Directeur zich voor één dag verwij
dert, verwittigt hij de Commissie van Toezicht. Voor
eene afwezigheid van meer dan één dag behoeft hij
hare vergunning.
Art. 20.
Bij den aanvang van den cursus wijst de Commis
sie van Toezicht een plaatsvervanger van den Direc
teur aan.
Art. 21.
De leeraren gedragen zich in de zaken, de inrich
ting en het onderwijs betreffende, naar de beslissing
van den Directeur, behoudens beroep op de Commis
sie van Toezicht.
Art. 22.
De leeraren dienen den Directeur van bericht en
raad. Zij geven hem, zoo dikwijls hij het noodig acht,
schriftelijk verslag van den toestand van het hun op
gedragen onderwijs, van de vorderingen en het gedrag
der leerlingen, van den toestand der aan hunne zorg
toevertrouwde verzamelingen of hulpmiddelen ten
gebruike bij het onderwijs.
Zij doen aan hem de voorstellen, welke zij in het
belang van het onderwijs en de school wenschelijk
achten en wonen de vergaderingen bij, waartoe zij
door hem worden opgeroepen.
Art. 23.
Een leeraar, verhinderd onderwijs te geven, ver
wittigt daarvan onverwijld den Directeur met opgave
van redenen.
Art. 24.
Voor de afwezigheid van een leeraar gedurende
langer dan drie dagen wordt het verlof van de Com
missie van Toezicht, door tusschenkomst van den
Directeur aan te vragen, vereischt.
Art. 25.
Het aan de leeraren, op verzoek te verleenen eervol
ontslag gaat, buitengewone omstandigheden uitgezon
derd, niet eerder in dan twee maanden na den dag,
waarop het verzoek om ontslag is ingekomen.
Art. 26.
Jaarlijks voor 1 Juni wordt door den Directeur
eene in onderdeden gesplitste begrooting van de uit
gaven voor de burgeravondschool opgemaakt en met
eene memorie van toelichting aan de Commissie van
Toezicht ter goedkeuring ingezonden, die deze vóór
1 Juli aan Burgemeester en Wethouders indient.
177