Bijlage tot het verslag van do handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907.
toen de bouwgrond-exploitatie aan het Kanaal werd
opgezet, verkoop regel geworden.
Met de bleekerij ligt de zaak anders aan, want
deze is in den loop der jaren grootendeels vrij van
schuld gekomen, althans wordt hier, waar tot dus
ver huur werd gemaakt, bij uitgifte in erfpacht,
ten opzichte van de geldelijke gevolgen het systeem
niet ingrijpend gewijzigd.
Is er dus alleszins reden, of liever, kan geen
bezwaar worden aangevoerd, om het hier aanvan
kelijk met erfpacht te wagen, dan spreekt wel van
zelf, dat de voorwaarden, waaronder het recht zal
worden gegeven, van dien aard moeten zijn, dat zij
voor erfpachter en geldschieter beiden aannemelijk
zijn.
Een beknopt overzicht van die voorwaarden,
waarbij als model de Schiedamsche en Amsterdamsche
bepalingen gebruikt en die, wat het juridische ge
deelte aangaat, in nader overleg met den rechts
kundigen raadsman der gemeente ontworpen zijn,
moge hier volgen.
De duur van het reclit is 75 jaren (art. 12).
De waarde van den grond, die tot grondslag van
de berekening van den canon strekt, wordt na 50
jaren sinds do eerste uitgifte en vervolgens om de
25 jaar herzien (art. 17).
Splitsing van het recht, indien dit in handen
van meerdere rechthebbenden gekomen is, is mo
gelijk (art. 20).
Wanneer de gemeente op gronden van algemeen
nut, ter beoordeeling van den Baad, het terrein
weer tot zich wenscht te nemen, vergoedt zij de
waarde van den opstal, in den eigendom waar
van zij is getreden, en geeft bovendien een
schadeloosstelling van 10 der waarde (artt. 22
en 23).
De bestaande erfpachter heeft bij eindiging van
het recht door verloop van den termijn, waarvoor
het is uitgegeven, onder zekere voorwaarden de
voorkeur voor hetzelfde terrein boven andere aan
vragers (art. 26).
Eindigt het recht door verloop van den tijd
zonder dat het door den bestaanden erfpachter
wordt verlengd of door vervallen-verklaring, die bij
wijze van straf kan geschieden in de gevallen bij
art. 24 voorzien, dan treedt de gemeente in den
eigendom van den opstal en vergoedt de waarde
(art. 28), tenzij, wat de vervallenverklaring betreft,
Burgemeester en Wethouders er do voorkeur aan
geven het recht met den opstal voor den overblij-
venden duur óf te veilen óf ondershands uit te geven,
in welk geval eene nadere regeling voor do ver
goeding van de opstalwaarde getroffen wordt (art. 29).
Aan de hypothecaire schuldcischers van den erf
pachter worden, buiten de bevoegdheden van het
Burgerlijk Wetboek, verschillende rechten toege
kend, voorzoover zij n.l. van hun optreden aan
Burgemeester en Wethouders hebben doen blijken.
De orfpachtsakte zal het beding bevatten, dat zij
die rechten kunnen doen gelden (art. 1353 B.W.,
art. 9 der voorwaarden).
Zij kunnen zich in hun belang laten hooren bij
voorstellen van Burgemeester en Wethouders tot
beëindiging van het erfpachtsrecht op gronden van
algemeen nnt en bij vervallen-verklaring (art. 25)
en verzuimen van den erfpachter, waardoor zijn
recht gevaar loopt, herstellen (art. 30).
De gemeente treedt bij het eindigen van het
recht als tusschenpersoon op teneinde de hypothecaire
schuldeischers langs minnelijken weg te voldoen
uit de bedragen, die aan den erfpachter toekomen
en die zij onder zich heeft (artt. 3133).
Van onderscheidene beslissingen van Burgemeester
en Wethouders is beroep op den Raad of op des
kundigen (art. 36) toegekend.
De voorwaarden zijn overigens op dezelfde wijze
ingericht, als die welke geldende zijn voor de
kanaalterreinen. In de artt. 116 zijn, behoudens
de noodige wijzigingen ook met het oog op de
voorschriften dor Bouwverordening, de daarvoor
vatbare bepalingen overgenomen en het ligt in de
bedoeling, evenals ginds, den aanvrager zich door de
onderteekening van zijn aanvraagbillet te doen
verbinden die voorwaarden na te leven. Aan het
slot is do in art. 2 bedoelde lijst opgenomen, waarin
de waarde der onderscheidene bouwblokken is aange
duid tot het bedrag als waartoo reeds den 27 Decem
ber 1906 was besloten, behoudens eene nadere onder
verdeeling der blokken A en C.
De opzet der exploitatie diene echter ook zoo te
geschieden dat de gemeente er financieel bij gebaat
is. Als uitvloeisel van dat beginsel is de canon,
dien wij eerst op 4 °/0 hadden willen stellen, op
4 Va van de waarde van den grond aangenomen
en dit in verband met den huidigen stand der
geldmarkt, die de plaatsing van eene leening
ii pari beneden 4 °/0 in do naaste toekomst wel
niet zal toelaten.
Bij de gedetailleerde door den Directeur dei-
Gemeentewerken na het raadsbesluit van 27 Decem
ber 1906 opgemaakte ramingen, kan de opbrengst
thans gesteld worden op 47,584.terwijl, in
verband met verbetering van omliggende bestrating,
waarop aanvankelijk niet was gerekend, do kosten
van straataanleg c. a. op 21,580.zijn begroot.
Buiten rekening is hier en bij de navolgende
becijfering der opbrengst uit de erfpacht eveneens
gelaten de prijsreductie bij afneming van grootere
complexen terrein. De netto opbrengst zal dus
26,004.bedragen. Indien wordt aangenomen
dat het geheele complex in 5 jaren in koop zou
zijn uitgegeven, dan moet, om de dadelijke ver
koopwaarde te bepalen, bij eene rente naar 4 0
236
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den
dit bedrag worden verminderd met ƒ2600.
Vermeerderd met renteverlies tijdens den aanleg en
onvoorziene uitgaven zou dit dan kunnen worden
gesteld op ƒ3004.zoodat de netto opbrengst,indien
tot verkoop word overgegegaan, 23,000.zou zijn.
Werd in dat geval dit bedrag aangewend tot amorti
satie onzer 3L/2 percents-leening, dan werd eene rente
besparing verkregen van ƒ805.Bij uitgifte in erf
pacht dient dus jaarlijks oen ongeveer gelijk bedrag
in de gewone middelen te vloeien, zullen do hiermede
te behalen voordeelen met die bij verkoop gelijk
staan. Daartoe worde eene leening van 29,000.
a 4 0 0 aangegaan, waarvan rond 22,000.— voor
straataanleg enz. en 7000.als bedrijfskapitaal.
De aflossing geschiedt als volgtde eerste 10 jaar
nihil, volgende 10 jaar iy4 °/0, daarna telkens
5 jaar resp. I1/,, l3/4, 2y4, 23/4, 3x/4 en 4 0 en
ten slotte 2 jaar 5 Gesloten in 1907, zal zij
dan in 1958 zijn gedelgd. Tegenover de uitgaven
der hiervoren bedoelde vorgoeding voor rente
besparing en van rente en aflossing, staan de in
komsten uit de erfpacht en van de rento van het
als kasgeld te beleggen restant der leening, groot
7000.Indien nu de vergoeding voor rente
besparing, bestemd om jaarlijks in de gewone
ontvangsten te vloeien, op 730.en de rente
van kasgeld op 3 wordt gesteld en wordt aan
genomen, dat in 10 jaar geleidelijk al de grond
zal zijn uitgegeven, dan zal, als telken jare het te
kort op de exploitatie uit het kasgeld wordt gedekt,
blijkens den overgelegden (niet gedrukten) staat,
in 1958 de gemeente haar schuld hebben geamor
tiseerd en jaarlijks aan erfpachtsrento 2141.28
ontvangen, welk bedrag voor de thans verkregen
huur van 400.en later voor de som voor rente
besparing ad 730.in de plaats treedt.
Van het uit te geven terrein is, naast de hier
voren geschetste eventueele voordeelen, op den
duur dus een aanzienlijke blijvende bate voor de
gemeentekas te boeken, zonder dat, gelijk uit den
staat blijkt, het tegenwoordig geslacht ten koste
van het nageslacht boven mate wordt belast.
Gemiddeld 21 2 jaar lang 4 0 i> van 26004 2600.40.
gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. Ftijl. 110.
Ten slotte zij nog opgemerkt dat het bestuur der
Coöperatieve Bouwvereeniging, welker eerste aan
vraag om bouwgrond op of in do omgeving van
het terrein der Linnenbleekerij den stoot tot
het besluit van 27 December 1906 heeft gegeven,
bij adres van 19 Januari 1.1. de bouwblokken C en
D in koop heeft gevraagd, doch nader bij schrijven
van 29 April 1.1. aan Burgemeester en Wethouders
heeft medegedeeld dat de vereeniging ontbonden
is en het adres dus als niet gedaan moet worden
beschouwd.
Op grond van al het vorenstaande hebben wij
de eer U voor te stellen te besluiten
a. tot straataanleg op de terreinen der voor
malige „Linnenbleekerij" aan den Hoekstersingel
en verbetering der bestrating in de omgeving
daarvan, op do wijze als op de overgolegde teeke-
ning is aangeduid en volgens de daarvan door den
Directeur der Gemeentewerken opgemaakte be
grooting
b. de aldus gevormde bouwblokken als bouw
terrein in erfpacht uit te geven en daartoe te nemen
het in ontwerp hiernevens gevoegde besluit
c. als rooilijnen voor de op die bouwblokken
te stichten gebouwen vast te stellen de op meer
gemelde teekening getrokken roode lijnon
d. Burgemeester en Wethouders te machtigen
tot de openbare aanbesteding van de sub a bedoelde
werken, blijvende aan hen de beoordeoling in hoe
verre daartoe dadelijk of, naar gelang der omstan
digheden, geleidelijk zal worden overgegaan
e. ten aanzien van het adres van 19 Januari 1.1.
van het bestuur dei voormalige Coöperatieve Bouw
vereeniging „Helpt Elkander", over te gaan tot
de orde van den dag.
Leeuwarden, 1 Juni 1907.
Burgemeester en Wethouders ran Leeuwarden
ZIMMERMAN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.