Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907.
doelde bus wordt bezorgd, de opgegeven waarde
kunnen worden verhoogd. De bus wordt ten tijde
en op de wijze als in het eerste lid van artikel 5
is aangegeven, geopend. Wordt door geen der
aanvragers de door hem opgegeven waarde ver
hoogd, dan wordt door het lot beslist, aan wien
van hen het gevraagde terrein provisioneel zal worden
toegewezen.
2. Blijken twee of meer aanvragen gedeeltelijk
hetzelfde terrein te betreffen, dan blijft het ter
beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, welke
aanvrage provisioneel zal woi'den toegewezen, ten
zij zij mochten verkiezen te handelen zooals in het
vorige lid is aangegeven.
8. De aanvrager, die in dergelijk geval het
door hem begeerde terrein niet in zijn geheel kan
bekomen, wordt desverlangd van zijn bod ont
slagen.
Art. 7.
Toewijzing en eventueele weigering.
1. De gevraagde terreinen zullen, behoudens het
bepaalde bij art. 26, door Burgemeester en Wet
houders in het geval van art. 5 aan de aanvragers
of bij aanvragenvan hetzelfde terrein tegen ver
schillende waarde aan de hoogste aanvragers en in
het geval van art. 6 aan den hoogsten bieder, den
door het lot of den door Burgemeester en Wethou
ders aangewezen aanvrager provisioneel worden
toegewezen.
2. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd
de gevraagde terreinen te weigeren indien zij van
oordeel zijn
a. dat de uitgifte van een aangevraagd terrein
nadeelig is voor een goede bebouwing van het
geheele terrein, of
h. dat de aard of bestemming der te stichten
gebouwen gevaar of hinder voor de eventueel om
wonenden of nadeel aan de overige terreinen kan
veroorzaken, of
c. dat het gemeentebelang de weigering ge
raden maakt op grond van vroegere handelingen
van den aanvrager die tot eene vervallenverklaring
van het orfpachtsrecht aanleiding hebben gegeven.
Art. 8.
Waarborg.
1. De provisioneele verkrijger moet binnen
tweemaal 24 uren nadat hij van de provisioneele
toewijzing kennis heeft gekregen, ten kantore van
den gemeente-ontvanger als waarborg storten 5 pCt.
van de waarde van den grond, die tot grondslag
van den canon strekt.
2. Uit deze waarborgsom worden voor zoover
mogelijk in de eerste plaats de beloopen boeten
verhaald. Zij wordt in dat geval op eerste aan
maning van Burgemeester en Wethouders tot het
oorspronkelijk bedrag aangevuld en zal worden
240
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. Bijl- 110. 20.
teruggegeven, wanneer aan de bepalingen van art.
16, voor zooverre van den erfpachter of zijne recht
verkrijgenden afhankelijk, is voldaan.
Art. 9.
Akte.
1. De akte van erfpacht moet notarieel worden
verleden binnen een maand na de in artikel 7 be
doelde provisioneele toewijzing.
2. Zij zal het beding bevatten dat de inge
schreven hypothecaire schuldeischers, die ingevolge
het bepaalde bij art. 84 van hun optreden hebben
kennis gegeven, de rechten kunnen doen gelden
die hun in deze bepalingen zijn toegekend.
Art. 10.
Aanvaarding.
1. Het terrein wordt aanvaard, zoodra de in het
vorig artikel bedoelde akte is verteekend, tenzij Burge
meester en Wethouders bij de provisioneele toewij
zing een ander tijdstip aanwijzen.
2. Indien daartoe bij de aanvrage het verzoek
wordt gedaan, kan de erfpachter, na daartoe bekomen
vergunning van Burgemeester en Wethouders, het
terrein echter terstond na de toewijzing, in art. 7
bedoeld, in gebruik nemen tegen vergoeding van
1/2 pet. van de waarde, die tot grondslag van den
canon strekt, voor elke maand of gedeelte daarvan,
die hij het terrein vóór de verteekening der akte
in gebruik neemt.
3. Bij de verteekening der akte of bij vroegere
ingebruikneming gaan de hoed, noed en het onder
houd van het terrein over op den erfpachter.
Art. 11.
Levering.
De erfpachter moet het terrein ontvangen zoo
goed en kwaad als het moge wezen, naar de grootte,
die het in de akte is verklaard te hebben en in den
toestand, waarin het is bij de verteekening dei-
akte met alle daaraan verbonden bekende of onbe
kende gebreken, lusten, lasten, actiën, heerschende
en lijdende erfdienstbaarheden, massaliteiten, bezwa
ren van onderhoudsrechten en verplichtingen en wat
van dien aard meer moge zijn, zonder dat de erf
pachter eenig verhaal zal kunnen uitoefenen tegen
de gemeente, die geen andere vrijwaring belooft,
dan voor het volle genot van het terrein, indien
de erfpachter daarin mocht worden gestoord.
Art. 12.
Duur van het erfpachtsrecht.
De uitgifte geschiedt, voor zoover daaromtrent
hieronder geen andere bepalingen zijn gesteld, voor
een tijdvak van 75 achtereenvolgende jaren en onder
de navolgende bepalingen.