Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907.
openbare registers overgeschreven voor ieder door
splitsing te ontstaan deel, voor den overblijvenden
duur van het recht, overigens voor zoover mogelijk
op de bestaande voorwaarden, behoudens de ge
volgen der splitsing en de in verband met do
splitsing noodzakelijk geachte voorwaardon.
Art. 21.
Eindiging van het erfpachtsrecht.
1. Onverminderd het bepaalde bij art. 765 sub
30 j» art. 783 van het Burgerlijk Wetboek
eindigt het erfpachtsrecht:
a. door beëindiging op gronden van algemeen
nut;
h. door vervallen-verklaring
c. door verloop van den termijn, waarvoor het
is uitgegeven.
2. Behoudens het geval, bedoeld bij artikel 29,
zoo spoedig mogelijk in het geval sub b en één
jaar voor het verloop in het geval sub c van het
vorige lid bedoeld, wordt het betreffende terrein
wederom opgenomen in de in art. 2 bedoelde lijst.
3. Indien bij de eindiging van het recht, hot,
ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders
gewenscht is van gemeentewege den grond en de
gebouwen te doen ontruimen, zal daartoe door
middel van de grosse der akte van uitgifte kunnen
worden overgegaan.
Art. 22.
Eindiging van het recht op gronden
van algemeen nut.
1. De Gemeenteraad kan het eindigen van het
recht voor het geheel of een gedeelte van het
terrein, tegen schadevergoeding, op gronden van
algemeen nut, te zijner beoordeeling, voor een in
het besluit bepaald omschreven doel uitspreken. In
dat geval treedt de gemeente in den eigendom
van den opstal.
2. Zou, naar het oordeel van den Gemeente
raad, bij de eindiging van het recht een gedeelte
overblijven, dat in verband met de bestemming-
van het terrein niet wel meer te gebruiken zou
zijn, dan zal de Gemeenteraad, indien de erfpach
ter dit verklaart te verlangen, de eindiging van
het recht voor het geheele terrein uitspreken.
3. Het recht eindigt, ook voordat de schadever
goeding is bepaald of betaald, tenzij een ander
tijdstip bij het besluit is bepaald, terstond nadat
het raadsbesluit, waarbij de eindiging van het
recht werd uitgesproken, is genomen.
4. Eon nieuwe akte wordt opgemaakt voor het
gedeelte niet in de eindiging begrepen. Het
4e lid van art. 20 is voor zoover mogelijk en be
houdens het volgende lid van dit artikel ten dezo
van toepassing.
246
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. Bijl. HO. 20.
5. Alle kosten die een gevolg zijn van de ein
diging van het recht op gronden van algemeen nut
komen voor rekening van de gemeente.
Art. 23.
'Schadevergoeding bij eindiging op gronden
van algemeen nut.
1. De schadevergoeding, bedoeld in het le lid
van het vorig artikel, bestaat uit de vergoeding
van de waarde van den opstal in don toestand,
waarin die zich ten tijde van de eindiging bevindt,
vermeerderd met 10 0 (J der waarde. Deze waarde
wordt, ingeval van verschil, bepaald door des
kundigen.
2. Bij de berekening van de vergoeding, be
doeld in het le lid, wordt niet gelet op nieuwe
gebouwen of getimmerten of op veranderingen ge
maakt of aangebracht na de kennisgeving van
Burgemeester en Wethouders aan den erfpachter,
dat aan den Raad de beëindiging van het recht op
gronden van algemeen nut zal worden voorgesteld.
3. Bij eindiging voor een gedeelte van het
recht wordt bij de berekening van de vergoeding,
bedoeld in het le lid van dit artikel, acht gegeven
op de onevenredig mindere waarde van het over
blijvende gedeelte als noodzakelijk gevolg van de
eindiging.
4. Den erfpachter wordt als schadevergoeding,
bedoeld in het le lid van het vorig artikel, uitbe
taald het bedrag, bepaald overeenkomstig het le lid
van dit artikel, evenwel onder aftrek van hetgeen de
erfpachter, blijkens vaststolling door Burgemeester
en Wethouders, nog aan de gemeente schuldig is.
5. Alvorens eenige uitbetaling kan plaats hebben,
moeten, voor zoover niet door Burgemeester en
Wethouders aan den erfpachter kennis is gegeven,
dat dit niet wordt verlangd
a. de grond en de gebouwen ontruimd en ter
vrije beschikking van de gemeente zijn gesteld
b. van het geëindigd zijn van het erfpachtsrecht
de vereischte aanteekening zijn gedaan in de open
bare registers onder verwijzing naar het betrekke
lijke raadsbesluit.
Art. 24.
I er ra Hen-verklaring van het recht.
1. Onverminderd de te beloopen boeten, kan
de gemeenteraad met ingang van den bij het be
sluit te noemen datum, de vervallen-verklaring
van het recht uitspreken in de volgende gevallen:
a. ingeval, na het uiterste tijdstip ingevolge
art. 13 voor de betaling geldende, nog niet volledig
is betaald, hetgeen de erfpachter, blijkens vast
stelling door Burgemeester en Wethouders, krach
tens dat artikel aan de gemeente verschuldigd is
b. ingeval niet zijn nageleefd de voorschriften
van de artt. 15, le lid, 16 a, f en 18;
247