Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907.
besluit, waarbij do eindiging van het recht op gronden
van algemeen nut of waarbij vervallenverklaring is
uitgesproken, of door verloop van den termijn,
zonder dat vernieuwing plaats vindt, komen in
afwijking van het bepaalde bij artt. 23, 4e lid, 28,
4e lid en 29, 3e lid, de vergoeding, bedoeld in het
le lid van art. 22, die bedoeld in het le lid van
art. 28 en de netto opbrengst bedoeld in het 3e lid
van art. 29 toe en, na voldoening van dezen, het
overschot aan den erfpachter, zonder dat de dooi
den erfpachter beloopen boete van hetgeen den
hypothecaire schuldeischers volgens het in dit lid
bepaalde toekomt, zal worden afgetrokken.
2. Het resteerende wordt aan den erfpachter onder
aftrek der beloopen boeten uitbetaald. Zoover die
boeten het overschot overtreffen, blijft de erfpachter
voor de betaling dier boeten aansprakelijk.
3. Zijn partijen overeenkomstig het 4e lid van
art. 33 naar den rechter verwezen of wordt volgens
die bepaling een rechterlijke beslissing door de
gemeente afgewacht of uitgelokt, dan blijft het
bedrag, waarover strijd loopt, in afwachting van
de beslissing in rechte, bij de gemeente berusten,
en heeft na die beslissing de uitbetaling volgens
de vorige leden van hetgeen alsdan aan de inge
schreven hypothecaire schuldeischers of den erfpach
ter blijkt toe te komen, plaats.
4. De bedragen, die ingevolge het 4e lid van
art. 23, het 4e lid van art. 28 en het 3e lid van
art. 29 aan den erfpachter moeten worden uitbe
taald, worden verminderd met de kosten, die de
gemeente ter zake, bedoeld in het vorig lid heeft
gemaakt, volgens vaststelling door Burgemeester en
Wethouders, en de proceskosten, die te haren laste
mochten zijn gebracht.
De vorderingen der ingeschreven hypothecaire
schuldeischers, bedoeld in het le lid, zullen zich
ook rütstrekken over de kosten van hun proces met
den erfpachter die te hunnen laste zijn gekomen.
Art. 33.
Bepaling van het bedrag, dat de ingeschreven hypo
thecaire schuldeischers ten tijde der eindiging
te vorderen hebben.
1. Om te komen tot de bepaling van de bedragen,
die ieder der ingeschreven hypothecaire schuld
eischers, op het het tijdstip der eindiging te vorde
ren heeft, geldt hetgeen in de volgende leden van
dit artikel is bepaald.
2. De ingeschreven hypothecaire schuldeischers
zoowel als de erfpachter geven ieder voor zich het
verschuldigde binnen ééne maand nadat het bedrag
der vergoeding of der opbrengst bedoeld in het le
lid van art. 31 te hunner kennis is gebracht, aan
Burgemeester en Wethouders op, waartoe, desver-
langd, aan hen ter vaststelling van het bedrag,
behoorlijk inzage wordt gegeven van en vertoond
252
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. Hifi. 710. 20.
worden alle betrekkelijke boeken en bescheiden
en mondeling of schriftelijk door de schuldeischers
alle inlichtingen worden gegeven, die hun ten dienste
staan, desgewenscht in persoonlijke wederzijdsche
tegenwoordigheid.
3. Heeft de ingeschreven hypothecaire schuld-
eischer naar het oordeel van Burgemeester en Wet
houders, niet aan alle verplichtingen uit dit artikel
voortvloeiende voldaan, dan kunnen dezen het bedrag
naar beste weten vaststellen.
4. Burgemeester en Wethouders kunnen den
erfpachter, met wien en de ingeschreven hypothe
caire schuldeischers met wie geene overeenstemming-
wordt verkregen, naar den rechter verwijzen en in
alle gevallen, de bepaling van het bedrag door den
rechter afwachten of die uitlokken.
Art. 34.
Hypothecaire schuldeischers.
Waar hypothecaire schuldeischers aan de voor
gaande artikelen in verband met het bepaalde bij
art. 9, 2e lid, rechten ontleenen, zijn slechts die
schuldeischers gerechtigd, die bij de vestiging der
hypotheek van hun optreden aan Burgemeester en
Wethouders en te hunnen genoege hebben doen
blijken.
Art. 35.
Waardebepaling
1. Waar in de voorgaande artikelen gesproken
wordt van de waarde van den grond, wordt daaronder
uitsluitend verstaan de courante verkoopwaarde van
den grond, zonder inbegrip van den opstal.
2. Waar gesproken wordt van de waarde van
den opstal, wordt daaronder uitsluitend verstaan de
courante verkoopwaarde van den opstal, zonder
inbegrip van de waarde van den grond of van het
in den opstal uitgeoefend wordend bedrijf.
3. Bij de schatting van de courante verkoop
waarde van den grond wordt het volgende in het
oog gehouden.
Tot grondslag worden genomen de prijzen bij
verkoop uit de hand of bij veiling onder normale
omstandigheden in den laatsten tijd, van gronden
in de omgeving, gelijkwaardige of ongelijkwaardige,
in het laatste geval met inachtneming der aan
te nemen verhouding.
In plaats van verkoop van gronden kan ook die
van grond en opstal als één geheel worden be
schouwd; dan wordt berekend het gedeelte dat
geacht moet worden voor den grond daarin te zijn
begrepen.
Evenwel zijn zij, die de schatting hebben te
verrichten, vrij in de keuze van de gegevens, waarop
naar hun oordeel, de zuiverste schatting kan worden
gegrondzij kunnen zelfs, daartoe gronden vindende,
ook zonder eenige van de bedoelde gegevens tot
253