Bijlage no. 35.
GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERWiJSREGELING
met omliggende gemeenten.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907.
Bij deze beschouwing is uitgegaan van de ver
onderstelling, dat de Baad voor vererfpachting der
terreinen niet te vinden is.
Het kwam vele leden gewenscht voor, over te
gaan tot de instelling van een commissie van voor
bereiding voor de financiën.
In navolging der gemeente Arnhem wilde men
het gebruik van loodhoudende verven bij de uit
voering van gemeentewerken verbieden.
Aan het verslag betreffende de begrootingsposten
valt nog het volgende toe te voegen
Volgno. 82. In de eerste sectie werd de wen-
schelijkheid uitgesproken over te gaan tot de ont
werping van een ambtenarenreglement.
Volgno. 88. Naast het verzoek om alle prae-
adviezen te doen drukken, werd in de le sectie
opgemerkt dat nu reeds meerdere prae-adviezen
worden afgedrukt tusschen den tekst van 's Raads
Handelingen. Met ongeveer gelijke kosten zouden
deze als Bijlagen kunnen zijn verstrekt, tot groot
gerief der raadsleden.
Volgno. 121. Gewezen werd op het besluit der
Provinciale Staten van Friesland, waarbij aan een
gemeente 75 subsidie werd verleend in de kosten
van herstel van een gedeelte van den Dokkumer
trekweg. In verband hiermee werd gevraagd of
het geen overweging zou verdienen den steun der
provincie te verzoeken voor de verbetering van een
deel van dien trekweg in de onmiddellijke nabij
heid der stad.
Volgno. 124. Voorgesteld werd dezen post te ver-
hoogen met f 104.waardoor de mogelijkheid
geopend zou zijn om een minimumloon van f 10.
uit te keeren. Een aanvangsuur voor de werk
zaamheden der tuinlieden, in den zomer op 5
uur gesteld, werd te vroeg geacht.
Volgno. 129. Burgemeester en Wethouders werd
dank gebracht voor de verschuiving van het aan
vangsuur der werkzaamheden aan den stadstimmer-
winkel van 5 naar 6.
Voorgesteld werd den post te verhoogen met
208.— om reden als bij volgnummer 124 en met
f 13.voor verhooging van loon van den timmer
man-metselaar.
Volgno. 142. De salarieering van den lsten en 2en
klerk, welke ieder 25 dienstjaren hebben, werd te
laag geacht. Een loon van f 10.voor het zware
stokerswerk evenzoo. In verband met- de opmer
king onder volgno. 124 werd voorgesteld den post
met f 52.te verhoogen.
Volgno. 144. Gevraagd werd gelijkstelling van
loon voor alle tonnenbezorgers en bakkenledigers.
Een vaste werkdag voor de tonnenbezorgers.
Voorgestelde verhooging in verband met het
minimumloon f 3406.Emolumenten voor de
gemeente.
Volgno. 169. In verband met de gewijzigde
samenstelling van den Raad wenschten meerdere
leden, Burgemeester en Wethouders uit te noodigen
voorstellen in te dienen betreffende de oprichting
van een gemeentelijk slachthuis.
Een gemeentelijk bureau voor de keuring van
alle levensmiddelen werd noodig geoordeeld.
Volgno. 179. Enkele leden achtten het billijk dat,
evenals aan de gemeentewerklieden, bij een dienst-
jubilé aan de betrokken politiedienaren een gratifi
catie zou worden uitgereikt.
Met genoegen zag men het loon der tuinpolitie
verhoogd en onthield men zich hier van een voor
stel tot verdere verhooging.
Opname van de dienaren van politie in een te
ontwerpen ambtenarenreglement, dus regeling van
diensturen, verlof, betaling overuren en straffen,
scheidsgerecht werd wenschelijk geoordeeld. De
bepaling dat het maximum-salaris na 5 dienstjaren
moest zijn bereikt, vond meerdere voorstanders.
Volgno. 201. Gevraagd werd naar den stand van
het onderzoek betreffende opheffing of reorganisatie
der Middelbare Meisjesschool.
Volgno. 222. Verhooging van het loon der help
sters in de bewaarscholen werd wenschelijk ge
oordeeld. Voorgesteld werd den post met 300.
te verhoogen. Hetzelfde werd bepleit voor de vaste
werkvrouwen (oppasters). Eene totale verhooging
van den post met 600.
Na Volgno. 242 wenschte men een post voor
subsidie aan drankbestrijdersvereenigingen, waar
voor werd voorgesteld f 300.uit te trekken.
Leeuwarden, 21 Oct. 1907.
BESUIJEN.
L. ZANDSTRA.
L. de JONG.
J. D. KRIJGSMAN.
324
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. Hifi. 710. 3ü.
Aan den Gemeenteraad.
In den zelfden gedachtengang als die ons noopte
IT ten vorigen jare voor te stellen de met het ge
meentebestuur van Menaldumadeel bestaande rege
ling omtrent de toelating van kinderen uit die
gemeente op scholen te Leeuwarden op te zeggen,
welke regeling onze gemeente voor de gemaakte
kosten niet voldoende schadeloos stelde, zijn wij
er vervolgens toe overgegaan do Commissie van
Toezicht op het Lager Onderwijs uit te noodigen
met het begin van het nieuwe schooljaar 1907/8
goene leerlingen van buiten meer op de lagere
scholen 111 toe te laten.
Aan enkele elders wonende belanghebbenden, die
hunne kinderen van het hier gegeven onderwijs
wenschten te doen gebruik maken, werd door ons
echter medegedeeld, dat zij dit aanvankelijk zouden
kunnen doen, mits onder voorwaarde dat het bestuur
hunner gemeente bereid was met het onze eene over
eenkomst aan te gaan als sinds weder met Menal
dumadeel was gesloten en dat, was deze tot stand ge
komen, de toelating der betrokken leerlingen zou
geacht worden als onder de bepalingen dier nader
te maken regeling te zijn geschied.
Met een en ander werd zoo wel door de gemeente
besturen als door de ouders wie het aanging, instem
ming betuigd.
Van Gedeputeerde Staten is hierop bij resolutie
van 17 October 1907 no. 38, 2e afd., devereischte
machtiging bekomen om met de besturen der hierbe-
doelde gemeenten, zijnde Baarderadeel, Dantumadeel
en Ferworderadeel, eene regeling als genoemd in
de artikelen 16 en 52 der Lager Onderwijs-wet,
aan te gaan.
Wij hebben de eer U in overweging te geven tot
het vaststellen dier regeling mede te werken en
daartoe te nemen het hieronder in ontwerp volgend
besluit.
Leeuwarden, 23 October 1907.
Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden,
ZIMMERMAN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.